HC.6 - Hoe werken kernreceptoren Flashcards
1
Q
Welke twee soorten steroïd kernreceptoren onderscheiden we?
A
- endocriene steroidkernreceptoren
2. weesreceptoren (RXR); ligand nog onbekend
2
Q
Welke functionele domeinen heeft een kernreceptor? (5)
A
- hormoon bindend domein
- kernlokalisatie domein
- FDNA bindend domein
- dimerisatiedomein
- transactivatie domein
3
Q
Wat zijn de eigenschappen van het ligand bindend domein?
A
- hormoon-specifiek en hoge affiniteit
- structuur: dynamische conformatieveranderingen
- binding pocket bestaat uit specifieke aminozuren
- ‘kooi’ van 12 helices, muizenval
4
Q
Wat zijn de eigenschappen van het DNA bindend domein?
A
- receptor-specifiek en hoge affiniteit voor DNA
- structuur dynamisch, conformatieverandering
- DNA herkenning door 3 aminozuren
- 3D structuur: 3 a-helices met twee Zn clusters
- dimerisatie motief
5
Q
Hoe noemen we de binding van het DNA-bindend domein met het DNA?
A
hormoon respons element
6
Q
Wat zijn de eigenschappen van hormoon respons elementen (HRE)?
A
- korte sequentie in/nabij promotor regio van gen
- 5’ van transcriptie start site (TSS)
- bindt specifieke transcriptie factoren - Meestal 2 korte herhaalde DNA sequenties gescheiden door variabele sequentie van 3bp
- receptor afhankelijke consensus sequentie - repeat zijn direct omgekeerd
- elke half site wordt herkend door een DBD van 1 receptoreiwit in een hormoon receptor dimeer
7
Q
Aan welke criteria moet een coactivator voldoen?
A
- interactie met ligand-gebonden receptor
- versterken van de activatorfunctie van de receptor
- intrinsiek vermogen om transcriptie te activeren
- dissociatie van receptor na dissociatie van het hormoon
8
Q
Aan welke criteria moet een co-repressor voldoen?
A
- interactie met de onbezette receptor
- versterken van de repressie functie van de receptor
- intrinsiek vermogen om transcriptie te onderdrukken
- dissociatie van de receptor na binding hormoon