HC.6 en VO.2 Flashcards

Behandeling epilepsie en klinische neurofysiologie

1
Q

Wat is het doel van anti-epileptica?

A

herstellen van de verstoorde balans tussen excitatie en inhibitie
–> door langdurige depolarisatie te voorkomen
–> hoog-frequent synchroon vuurgedrag voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn basismechanismen voor anti-epileptica?

A
  • meerdere aangrijpingspunten
  • alle voorgeschreven anti-epileptica werken anders
  • bijwerkingen bepalen vaak de keuze
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kunnen anti-epileptica de prikkelbaarheid verminderen?

A
  • modulatie spanningsafhankelijke ionkanalen
  • versterken inhibitie
  • remmen excitatie
  • remmen transmitterafgifte
  • remmen metabolisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het effect van anti-epileptica die Na-kanalen remmen?

A
  • remmen activatie
  • versnelde inactivatie
  • vertraagd herstel van inactivatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de werking van anti-epileptica die Na-kanalen remmen?

A

binden aan open kanaal en vormen daar een use-dependent block

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het effect van benzodiazepines op GABAa receptoren?

A
  • toename GABA stromen
  • geen effect bij hoge concentratie agonist
    –> dus verhoogd affiniteit GABA voor receptor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het effect van vigabatrine?

A

remt mitochondriale GABA transaminase, dus remt omzetting glutamaat tot GABA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het effect van tiagabine?

A

remt GABA transporter, dus remt de heropname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke diagnostiek kun je inzetten naar epilepsie?

A
  • EEG
  • MRI
  • genetica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de behandeling tijdens een epileptisch insult?

A
  • na 5 min is er een dreigende status epilepticus dus noodmedicatie toedienen, dit is een benzodiazepine als midazolam
  • bij geen effect 112 bellen en nog een dosis geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de onderhoudsbehandeling van epilepsie?

A
  • voorlichting: dagelijks leven, autorijden, anticonceptie en erfelijkheid
  • leefregels
  • anti-epileptica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer geef je geen anti-epileptica?

A

koortsstuipen, acuut symptomatische aanvallen, gelegenheidsinsult, bij sommige epilepsiesyndromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer geef je wel anti-epileptica?

A

bij een zekere diagnose en bij epileptische encefalopathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer kan je stoppen met anti-epileptica?

A

na 2 jaar aanvalsvrij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer doe je epilepsie chirurgie?

A

bij focaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de werking van een ketogeen dieet bij epilepsie?

A
  • hersenen gebruiken glucose als brandstof
  • als glucose op is dan gaan ze over op vetverbranding
  • dan komt er een signaal dat er remming op processen moet komen doordat er weinig brandstof is
17
Q

Wat zijn de bijwerkingen van een ketogeen dieet?

A

groeivertraging, vitamine deficientie, osteoporose, hypoglycemien

18
Q

Wat valt er onder neuromodulatie?

A
  • n. vagus stimulatie
  • deep brain stimulation
19
Q

Wat zijn indicaties voor een EEG?

A

epilepsie
analyse slaapstoornissen
bewaking bij operaties
vaststellen hersendood

20
Q

Welke frequenties registreert een EEG van snel naar langzaam?

A

beta
alfa
theta
delta

21
Q

Wat is een epileptiforme afwijking op EEG?

A

piekgolfcomplex

22
Q

Wat zijn artefacten?

A
  • EMG zoals knipperen, fronsen en hoofdbewegingen
  • EOG zoals oog bewegingen
  • mechanische bewegingen van de elektroden
  • elektrische interferentie van computers/ spanningsbronnen
23
Q

Wat geeft ogen dicht op EEG?

A

verhoogde alfa activiteit, verhoogde alfa amplitude

24
Q

Wat geeft mentale activiteit op EEG?

A

verlaagde alfa amplitude

25
Q

Wat geeft hyperventilatie op EEG?

A

verhoogde theta en delta amplitude

26
Q

Wat geeft sensomotorische activiteit op EEG?

A

verlaagde mu amplitude