HC.6: Diep veneuze trombose Flashcards

1
Q

Trombose

A

Pathologische vorming van een ongewenst bloedstolsel in een bloedvat, waardoor dit bloedvat geheel of gedeeltelijk wordt afgesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

DVT

A

Meestal in been, maar kan ook in arm, buik of hoofd
Verschil tussen proximaal en distaal: proximaal leidt tot meer klachten en verhoogd risico op longembolie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

DVT en longembolie

A

Veel patiënten met proximale DVT hebben een asymptomatisch longembolie
Veel patiënten met een longembolie hebben een asymptomatisch DVT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Risicofactoren veneuze trombose

A

Stasis
Vaatwandbeschadiging
Veranderde samenstelling van het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Stasis

A

Immobiliteit (bv. na operatie)
Veneuze obstructie door zwangerschap, tumor of obesitas
Vliegreis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vaatwandbeschadiging

A

Trauma
Operatie
Infuus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Veranderde samenstelling van het bloed

A

Kanker
Zwangerschap
Oestrogeen gebruik (anticonceptie pil)
Trombofilie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Erfelijke trombofilie

A

Antithrombine deficiëntie
Protein C deficiëntie
Protein V deficiëntie
Factor V Leiden mutatie
Protrombine gen variant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Symptomen

A

Pijn
Zwelling
Roodheid
Warm
Glanzend
Subfebriele temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Mogelijke onderzoeken bij verdenking trombosebeen

A

Klinische kans schatting
D-dimeer
Compressie ultrasonografie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly