HC6: Alomtegenwoordige technologie

Question 1

Wat zijn executieve functies (cognitieve controle?

Answer 1

Breinfuncties waarmee je meer kan doen dan met basale treinfuncties. Dit heeft te maken met wat je doet met je frontale cortex.

Question 2

Wat zijn 3 onderdelen van executieve functies?

Answer 2

• Werkgeheugen (aandacht)
• Flexibiliteit (shifting)
• Inhibitie (impulscontrole)

Question 3

Wat houdt het onderdeel ‘werkgeheugen (aandacht)’ in?

Answer 3

Hoeveel van de informatie die tegelijkertijd bij je binnenkomt, kun je tegelijkertijd vasthouden en er je aandacht op focussen? Hoe beter dat werkt, hoe groter je controle is over wat je doet of moet doen.
Cognitief = focus op dingen die je zelf bepaalt
Stimulus = focus wordt overgenomen door iets in jouw omgeving

Question 4

Wat houdt het onderdeel ‘flexibiliteit (shifting)’ in?

Answer 4

Je moet je niet te veel laten afleiden, maar soms is het juist belangrijk om je aandacht ondertussen ergens anders op te richten, maar wel onder controle houden

Question 5

Wat houdt het onderdeel ‘inhibitie (impulscontrole)’ in?

Answer 5

Dit houdt in dat je je niet laat afleiden en je je impulsen onder controle hebt.

Question 6

Waarom werkt het slecht om te multitasken?

Answer 6

Omdat wanneer je twee taken tegelijkertijd uitvoert, de hersenactiviteit minder is dan wanneer je er één uitvoert, want je hersenen moeten dan energie gebruiken om te focussen tussen twee taken en aandacht verdelen. Je werkgeheugen is dus erg beperkt.

Question 7

Wat is het probleem met het ‘primitieve brein’?

Answer 7

Door evolutie zijn wij geprogrammeerd voor aanpassing en (dus) afleiding. Je moet je omgeving in de gaten houden voor als er gevaar dreigt en je moet reageren -> zit in je primitieve brein. Het kost veel energie om te ‘vechten’ tegen de impuls van je primitieve brein, dus mensen doen dat liever niet.

Question 8

Wat is ‘delayed gratification’?

Answer 8

Als je goed bent in de executieve functies (en die goed ontwikkeld zijn) ben je vaak ook beter in het uitstellen van beloningen. Je wordt niet geregeerd door hetgeen je graag wilt doen of hebben, maar bent in staat om je beloning uit te stellen -> wilskracht waarbij je je niet laat regeren door de stimulus, maar eigen wil.