HC.4: Regulatie perifere circulatie Flashcards

1
Q

Distributie cardiac output in rust

A

In rust is de cardiac output gemiddeld 5 L/min. Hiervan gaat het grootste gedeelte naar het verteringsstelsel en naar de nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Distributie cardiac output tijdens inspanning

A

Tijdens inspanning is de gemiddelde cardiac output 25 L/min. Hiervan gaat het grootste gedeelte naar de skeletspieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Neurale regulatie bloedflow per orgaan

A

Sympathicus: adrenerge regulatie
Parasympathicus: NO gemedieerde dilatatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Lokale factoren regulatie bloedflow per orgaan

A

Rek (myogeen mechanisme)
Behoefte (metabool mechanisme)
Flow (endotheel gemedieerd mechanisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Activatie sympathicus

A

Perifere weerstand omhoog
Systeem staat onder druk: beter transport, preload en afterload zijn groter
Brandstof komt beschikbaar voor verbeterde spieractiviteit
Stolling raak geactiveerd: minder bloeden bij verwondingen
Vasoconstrictie is weefselafhankelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Flow reserve

A

Autoregulerende capaciteit tot vasodilatatie van de arteriolen in respons op een toename in O2 behoefte of na farmocologische middelen
Uitgedrukt als de verhouding tussen maximale flow en flow in rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Directe werking op de contractie gladde spiercel

A

Sympathische stimulatie
Rek
Angiotensine II
ADP; tromboxaan
Endotheline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Directe werking op de relaxatie gladde spiercel

A

Metabool effect
ANP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Indirecte werking via het endotheel op relaxatie

A

Relaxatie via afgifte van NO, prostacycline of EDHF
- Acetylcholine
- Bradykinine
- Shear stress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Indirecte werking via het endotheel op contractie

A

Contractie via afgifte van endotheline
- Angiotensine II
- Vasopressine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Effect endotheel op vasodilatatie

A

Afgifte van vasodilatoren
Veel vaatverwijders werken via stimulering van NO productie in de endotheelcel
Intact endotheel beschermt tegen vasoconstrictie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly