HC.2: Hemodynamiek Flashcards
Belangrijke functie bloedcirculatie
Transport van voedingsstoffen en afbraakproducten
Warmte transport
Snelle chemische signalering-hormonen en neurotransmitters
Doorgeven van krachten
Fysische kenmerken bloedcirculatie
Gesloten systeem: in rust 5 L/min; bij sporten 25 L/min
Goede verdeling over de organen
Grote drukverschillen
Pulserende flow vs. continue flow
Geen starre, maar flexibele elastische buizen
Bloed is een heterogene vloeistof met viskeuze eigenschappen
Hoge perifere weerstand
Bloedvolume: +/- 6 liter
Druk
Kracht die loodrecht op een object boven een eenheidsgebied wordt toegepast
Vloeistofdruk
Kracht die per oppervlakte-eenheid op een object in de vloeistof
Wet van Pascal
Vloeistof oefent in alle richtingen even grote druk uit. De druk in horizontaal vlak is overal even hoog
De druk neemt toe met de diepte
Formule wet van Pascal
P = p x g x h
P: hydrostatische druk
p: soortelijke massa
g: valversnelling
h: hoogte
Formule flow
F = v x A
F: flow of volumestroom
v: snelheid bloeddeeltjes
A: doorsnede
Continuïteitsvergelijking
flow in = flow uit
v1A1 = v2A2 = constant
Formule wet van Bernoulli
Behoud van energie:
P + 1/2pv^2 + pgh = constant
Wet van Bernoulli bij vernauwing
Een vernauwing zorgt voor een kleinere doorsnede, waardoor de snelheid groter wordt. Volgens de wet van Bernoulli wordt de druk dus lager
Laminaire flow
Flow waarbij lagen vloeistof zich parallel ten opzichte van elkaar bewegen
Formule wet van Poiseuile
^P = F x R
^P: drukverschil
F: flow
R: weerstand
Turbulente flow
Een stroming die zich niet gelaagd, maar in wervels verplaatst
Getal van Reynolds
Re = (2r x vgem x p) / n
Re: getal van Reynolds
2r: diameter vat
vgem: gemiddelde stroomsnelheid
p: dichtheid
n: viscositeit
Uitkomst getal van Reynolds
Re < 2000: laminaire flow
Re > 3000: turbulente flow