HC.4: Hypertensie en diabetes als risicofactoren Flashcards
Korte termijn risico’s hypertensie
Hypertensieve crisis:
- Hersenbloeding
- Dissectie van de aorta
- Retinopathie
Lange termijn risico’s hypertensie, microvasculair
Nefropathie
Lange termijn risico’s hypertensie, macrovasculair
Herseninfarct
Hartinfarct
Aneurysmatisch vaatlijden
Perifeer vaatlijden
Lange termijn risico’s hypertensie, combinatie
Hartfalen
Erectiele dysfunctie
Korte termijn risico’s diabetes
Hyperglykemische ontregeling
- Type 1: ketoacidose –> verzuring van het bloed
- Type 2: hyperosmolair –> uitdroging
Hypoglykemische ontregeling
Lange termijn risico’s diabetes, microvasculair
Retinopathies
Nefropathie
Neuropathie
Lange termijn risico’s diabetes, macrovasculair
Coronairlijden
Herseninfarct
Perifeer vaatlijden
Lange termijn risico’s diabetes, combinatie
Diabetische voet
Erectiele dysfunctie
Definitie hypertensie volgens WHO
Optimaal: >120 / >80
Normaal: 120-129 / 80-84
Hoognormaal: 130-139 / 85-90
Graad 1 hypertensie: 140-159 / 90-99
Graad 2 hypertensie: 160-179 / 100-109
Graad 3 hypertensie: >180 / >110
Geïsoleerde systolische hypertensie: >140 / <90
Behandeling / preventie
Leeftijdsmaatregelen
Medicamenteus
Gecombineerde leefstijlinnervatie (GLI)
Natriuminname omlaag
Kaliuminname omhoog
Gewichtsreductie
Beweging
Alcoholvermindering
Minder stress
Stoppen met roken