HC.3 Verwerking van koolhydraten, vet en aminozuren Flashcards

1
Q

Wat is een metaboliet?

A

Een organische stof die wordt omgezet van de een in de ander en weer terug wordt gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de storage mode?

A

Glucose en aminozuren worden in de lever verwerkt omdat metabolieten eerst lever passeren

Maaltijd na periode van vasten: eerst glycogeen in spieren, dan in lever aanvullen

Hormoon = insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de production mode?

A

Overnacht vasten: energie uit glucose voorraad/leverglycogeen

12-36 uur vasten: eiwitafbraak +lactaat + glycerol voor glucoseproductie

36+ uur vasten: vetzuren komen vrij, minder eiwitafbraak, ketogenese

Week+ vasten: ketonlichamen

Hormoon = glucagon, adrenaline, cortisol, groeihormoon, schildklierhormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van koolhydraten, vet en eiwit?

A

KH: korte termijn brandstof
Vet: lange termijn brandstof
Eiwit: bouwstof + substraat voor gluconeogenese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly