HC.3 en 4 en ZO.6 Flashcards

sensibiliteit, motoriek en oogheelkundig onderzoek

1
Q

Wat is de mismatch in receptie en perceptie in sensorisch systeem?

A

veelal wordt er input ontvangen, maar niet alles wordt verwerkt en als zodanig waargenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is somatotopie?

A

locatie van de receptieve velden is bekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke zenuwbanen zijn er in sensibel systeem?

A
  • langzaam: starten langzaam en nemen ook langzaam af, bepalen intensiteit van de prikkel
  • snel: kortdurend, bepalen veranderingen in intensiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de volgorde van de homunculus van boven naar beneden?

A

tenen, voeten, benen, nek, hoofd, arm, hand, vingers, neus, gezicht, lippen, tanden, tong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is vitale sensibiliteit?

A

pijn en temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is gnostische sensibiliteit?

A

aanraking, druk, positie en vibratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de gnostische baan?

A

via dorsale kolom naar hersenstam, kruist in hersenstam naar contralateraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de vitale baan?

A

kruist in ruggenmerg segment naar de contralaterale baan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar liggen de synapsen van de vitale en gnostische banen?

A
  • 1e van vitaal in ruggenmerg
  • 1e van gnostisch in hersenstam
  • 2e in thalamus
  • 3e in somato-sensibele schors
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een motorunit?

A

motoneuron en spiervezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waaruit bestaan motoneuronen?

A

grote cellichamen in ventrale hoorn
lange axonen naar spier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de primaire afferenten van motoneuron?

A

sensibele neuron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de monosynaptische reflex?

A
  • sensibele input uit spinaal ganglion
  • centrale verwerking in ruggenmerg
  • motorische output
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de polysynaptische reflex?

A

in ruggenmerg bevinden zich interneuronen, deze kunnen zorgen voor inhibitie op dezelfde neurotransmitter met een andere receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn cortico-spinale banen/pyramidebaan?

A

in de medulla is er kruising van de neuronen naar de contralaterale baan
hierdoor stuurt de linker hemisfeer de rechter kant aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de extra-pyramidale systemen?

A
  • cerebellum: coordinatie
  • basale kernen: bepalen of een beweging handig is om te doen op basis vna andere input
  • verloopt via thalamus en schors
17
Q

Wat geeft een perifere bewegingsstoornis?

A
  • paralyse/parese van kracht
  • afwezige reflexen
  • afwezige tonus
18
Q

Wat geeft een centrale bewegingsstoornis?

A
  • paralyse/parese van kracht
  • verhoogde reflexen
  • verhoogde tonus
19
Q

Wat geeft een basale ganglia bewegingsstoornis?

A
  • rigiditeit tonus
  • hyper of hypo kineasie van de coordinatie
20
Q

Wat geeft een cerebellum bewegingsstoornis?

A

ataxie van coordinatie

21
Q

Wat zijn parasympatische effecten?

A
  • vernauwing pupillen
  • aanmaak speeksel
  • vernauwing luchtwegen
  • vertraging hart
22
Q

Wat zijn sympatische effecten?

A
  • verwijding pupil
  • constrictie bloedvaten
  • relaxatie luchtwegen
  • versnelling hart
23
Q

Hoe doe je een visusmeting?

A

1 oog afdekken, kijken waar opening van de cirkel is op een vel

24
Q

Hoe doe je een gezichsveldmeting?

A

1 oog afdekken, met stokje vanaf meerdere hoeken het gezichtsveld betreden en patiënt geeft aan wanneer hij/zij dit ziet

25
Q

Wat is everteren bovenooglid?

A

met stokje ooglid induwen zodat de binnenkant naar buiten wordt gedrukt
- eerst met wattenstaaf, daarna met sateprikker

26
Q

Wat is de Brückner test?

A

reflex op licht
- normaal rode pupillen

27
Q

Wat is een fundusscopie?

A

met lampje en spiegel in oog kijken