HC2 Homeostase stabiliteit onder veranderende omstandigheden Flashcards
Wat is basaalmetabolisme?
Dit is metabolisme in rust.
Door welke omstandigheden wordt de basaalmetabolisme bepaald?
- omgevingstemperatuur;
- samenstelling van voeding (ene voeding bevat meer energie dan de ander);
- zwangerschap;
- herbouw van weefsel (na training);
Wat gebeurt er me de basaalmetabolisme als je ouder wordt? En waarom?
Het basaalmetabolisme neemt af naarmate je ouder wordt, omdat de kans groter is dat je meer vetcellen bevat. Aanmaak van vetcellen kost veel energie.
Wat is de reactie die tijdens basaalmetbaolisme plaatsvindt?
brandstof + O2 –> CO2 + H2O + uitwendig vermogen (arbeid) + warmte, waarbij uitwendig energie = 0
Op welke drie manieren kan basaalmetabolisme gemeten worden?
directe meting: de calorische waarde brandstof;
directe calorimetrie: de warmteafgifte;
indirecte calorimetrie: hoeveelheid O2 opname (die nodig is om energie te verbruiken).
Wat is stofwisselingsbalans?
Dit is metabolisme wanneer iemand actief is.
Hoe verlaat energie het lichaam voornamelijk?
Door uitwendige arbeid en warmte.
Welke regelsystemen zijn er in het lichaam?
Open regelsysteem, gesloten regelsysteem en gesloten regelsysteem met feedforward control.
Wat gebeurt er bij de gesloten systeem met feedforward control?
Het wordt gebruikt bij situaties waarop je snel moet reageren. Er zit een extra sensor in het proces die terug wordt gekoppeld naar het proces zelf (voordat het naar de comporator gaat).
Waar bevinden zich de thermosensoren?
- Centraal: hypothalamus (comporator van thermoregulatie);
- Perifeer: in de huid (huidsensoren).
Wat is het verschil tussen kern- en schiltemperatuur?
De schiltemperatuur is de temperatuur aan de huid. Warmteproductie komt vanuit de kern.
Hoe wordt de warmte vanuit de kern getransporteerd? (2 manieren)
Actief = rondpompen van (warm) arterieel bloed;
Passief = geleiding, dus warmteoverdracht.
Hoe kan warmte opgenomen worden?
- spieractiviteit;
- hormonale effecten;
- omgevingstemperatuur;
- houdingsveranderingen.
Hoe kan warmte afgegeven worden?
- radiatie;
- conductie;
- convectie;
- evaporatie;
Hoe wordt er bepaald of er warmte opgenomen wordt of afgegeven?
De omgevingstemperatuur boven of onder de neutrale (optimale) zone bepaalt dit.