HC week 2 Flashcards

1
Q

Screening

A

onderzoeken van gezonde populatie om asymptomatische gevallen op te sporen, in veronderstelling dat aandoening in vroeg stadium beter te behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Criteria voor screening:

A
  • Bewijs voor effectiviteit
  • Voordelen > nadelen
  • Redelijke balans tussen kosten en netto voordelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wet- en regelgeving omtrent screening:

A
  • Wet op geneeskundige behandelingsovereenkomst
  • Wet op beroepen individuele gezondheidszorg
  • Kwaliteitswet zorginstellingen
  • Wet bevolkingsonderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vergunningsplichtige screening:

A
  • Screening op kanker
  • Screening met ioniserende straling
  • Screening waarbij geen behandeling of preventie mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verkrijgen van vergunning screening:

A
  • Voor vergunningsplichtige screening wordt aanvraag gedaan bij WBO commissie van gezondheidsraad
  • WBO-commissie beoordeelt voor- nadelen balans en geeft advies aan minister VWS
  • Minister neemt uiteindelijke beslissing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Centraal ethisch dilemma in public health ethics:

A
  • Enerzijds: weldoen, beschermen en bevorderen volksgezondheid in algemeen belang
  • Anderzijds: respect voor autonomie, beschermen individuele vrijheden burgers
  • Vraag: wanneer is paternalisme gerechtvaardigd?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ethische principes toegepast op publieke gezondheidszorg:

A
  • Weldoen: bewust wel handelen om gezondheid te verbeteren, actief handelende overheid voor publieke gezondheid
  • Niet schaden: bewust niet handelen om meer schade te voorkomen, overheid ziet af van maatregelen gericht op publieke belang
  • Respect voor autonomie: informed consent, keuzevrijheid
  • Rechtvaardigheid: doelmatigheid, kosteneffectiviteit en gelijke toegang tot overheidsmaatregelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Negatief aspect bevolkingsonderzoeken:

A
  • Medicalisering: alledaagse zaken worden opeens gezien in termen van gezondheid en ziekte
  • Niet-schaden: overbehandeling en overdiagnose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Criteria Wilson en Junger voor screening:

A
  1. Gericht op belangrijk gezondheidsprobleem
  2. Vroege opsporing moet zinvol zijn
  3. Screeningsmethode moet betrouwbaar en valide
  4. Deelnemers moeten geïnformeerde en vrijwillige keuze maken
  5. Doelmatigheid, kosteneffectiviteit en rechtvaardigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

‘Astonishing transformations after 1900’ (Porter):

A
  • Ontstaan van public health als collectieve actie
  • Staatsvorming en economische groei
  • Schaalvergroting en integratie: verandering medische marktplaats, van kleinschalige activiteit in hippocratische driehoek naar systeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

‘Ship of state took health on board’ (Porter):

A
  • State: opbouw van infrastructuur volksgezondheid, publieke verantwoordelijkheid van de overheid
  • Health: van bestrijding van ziekten naar gezondheid bevorderen, gezondheid op collectief niveau
  • Context: moderne natiestaten, volkskracht, national efficiency
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Specifieke veranderingen na 1900:

A
  • Opkomst verzorgingsstaat, sociale volksverzekeringen
  • Zuigelingensterfte en opkomst jeugdgezondheidszorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Surveillance medicine:

A
  • Surveillance van normale populaties
  • Vanuit idee van vroege opsporing
  • Geneeskunde voorbij het biologische, ook aandacht voor sociaal-economische omstandigheden
  • Vanaf jaren 60: risicofactoren  individuele leefstijlfactoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Oud vs nieuw model (Armstrong):

A
  • Pathologisch: nadruk op oorzaken, obv symptom, sign, illness, bineair, heden, statische tijd, lokalisatie in het lichaam
  • Surveillance: nadruk op correlaties, statistische afwijking binnen normale populatie, toekomst, dynamische tijd, lokalisatie meer los van het lichaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Aspecten surveillance:

A
  • Disciplinering: verhouding tussen staat en burgers verandert
  • Medicalisering: pathologisering van normale, vervaagde grenzen ziek/gezond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Roken ontwikkeling in de tijd:

A
  • Door WO 1 veel nieuwe rokers
  • Mass marketing gaf ook grote stijging
  • Paradox: zo veel mensen rookten dat het probleem nauwelijks meer zichtbaar was
  • Ook kwam er culturele dominantie
  • Door wetenschap en epidemiologie van chronische ziekten meer belang aan risicofactoren en causaliteit
17
Q

Brandt valse tegenstelling

A

individuele verantwoordelijkheid vs publieke verantwoordelijkheid

18
Q

Jeugdgezondheidszorg:

A
  • Doel: bijdragen aan gezonde en veilige opgroeisituatie van jeugdigen
  • Preventief, vrijwillig, individueel + collectief
19
Q

Organisatie JGZ:

A
  • Gemeente verantwoordelijk
  • GGD / thuiszorg / CJG
  • 0-4 jaar / 4-12 jaar / 12-18 jaar
  • Landelijk professioneel kader
  • Flexibel basispakket JGZ
20
Q

3 pijlers CJG Rijnmond:

A
  • Opgroeien en ontwikkelen: medische monitoring
  • Ouderschap en opvoeden: welzijn ouders, opvoedvertrouwen, basiszorg, affectie, ontwikkeling stimuleren, stabiliteit gezin
  • Omgeving en omstandigheden: financieel, werk, woon, ingrijpende gebeurtenissen, steunnetwerk
21
Q

Epidemiologische transitie:

A
  • Sterfte aan infectieziekte wordt vervangen door chronische aandoeningen, HVZ en kanker
  • Oorzaken van ziekte verschuiven van slechte sociale en fysieke omstandigheden naar individuele leefstijlfactoren
  • Roken, ongezonde voeding en tekort aan lichaamsbeweging komen meest voor onder hogere inkomensgroepen
22
Q

Planmatige gezondheidsbevordering:

A
  1. Analyse volksgezondheid
  2. Analyse risicofactoren
  3. Analyse determinanten van gedrag
  4. Ontwikkeling interventie
  5. Implementatie en disseminatie van interventie
23
Q

Angelo raamwerk:

A
  • Micro vs macro setting: kleinschalig vs (inter)nationaal
  • Type:
    o Fysiek: wat is beschikbaar
    o Economisch: wat kost het
    o Politiek: wat zijn de regels
    o Sociocultureel: wat zijn de normen en overtuigingen
24
Q

Bell-curve shift in populaties

A

: de hele populatie naar een lagere risicocategorie brengen heeft meer voordeel voor individuen dan de hoog-risico individuen in een lagere risicocategorie te brengen

25
Rol van arts in publieke gezondheidszorg:
- Primair: diagnose, behandelplan etc - Secundair: regie en wegwijs maken in zorgstelsel, begeleiding en ondersteuning - Overstijgend/afgeleid: beïnvloeding wet- en regelgeving, beleid, organisatie, wetenschap, bestuur
26
Maatschappelijke ontwikkelingen sinds 2020 mbt publieke gezondheid:
- Zelfredzaamheid en participatie - Onrust: economisch, politiek, internationaal, milieu, oorlog - Demografie: vergrijzing, ontgroening, verkleuring - Technologische ontwikkelingen - Nederland: o Individualisering en digitalisering o Lokaal en gebiedsgericht werken o Verzakelijking welzijnssector o Van behandelen naar preventie
27
Definities gezondheid:
- Oud: compleet welbevinden op fysiek, mentaal en sociaal niveau, niet alleen afwezigheid van ziekte - Nieuw, positieve gezondheid: vermogen aan te passen en eigen regie te voeren in het licht van sociale, mentale en fysieke uitdagingen van het leven
28
Doel gezondheidsbeleid in public health is gezonde bewoners door:
- Opsporen en preventie van ziekte / gezondheidsrisico’s - Signaleren van ontwikkeling in gezondheid of determinanten (onderzoek) - Gezondheidsbevordering - Gezondheidsbescherming - Geneeskundige hulp bij en preventie van rampen - Integraal gezondheidsbeleid: betrekken van verschillende partijen - Innovatie - Kwaliteitsborging
29
Relevante wetten voor public health:
- Wet publieke gezondheid - Wet maatschappelijke ondersteuning - Jeugdwet - Zorgverzekeringswet - Wet langdurige zorg
30
Wet publieke gezondheid:
- Gemeenten zijn verplicht om GGD te hebben die deskundigen van verschillende aard in dienst hebben - Doel is 1 GGD per veiligheidsregio - Directeur GGD = Directeur GHOR, en dus enige adviseur over publieke gezondheidsrisico’s binnen rampenbestrijding
31
Wettelijke taken van WPG:
- Collectieve en selectieve preventie in brede zin - Toegang tot zorg bewaken - Infectieziektenbestrijding - Medische mileukunde - Jeugdgezondheidszorg - Ouderenzorg - Onderzoek - Gezondheidsbescherming - Gezondheidsbeleid
32
Gezonder 010:
1. Gezondere fysieke leef- en woonomstandigheden 2. Stabiele bestaanszekerheid 3. Duurzame en stevige sociale basis 4. Goede basisvaardigheden en gezonde leefstijl 5. Betere basis voor preventie
33
Wettelijke meldingsplicht infectieziekten:
- Voor: artsen, laboratoria, artikel 26 instellingen (kinderdagverblijf, verpleeghuis) moeten melden bij verschijnselen - Melding aan GGD waar infectieziekte wordt waargenomen - Melding bij vermoeden (direct): Covid, MERS, pokken, polio, SARS, of virale hemorragische koorts - Melding bij vaststellen (binnen een werkdag): alle overige ziekten in groepen
34
Medewerkers CJG:
Jeugdarts Jeugdverpleegkundige Doktersassistente Pedagoog Peuterconsulente Ondersteunende diensten
35
Netwerkpartners JGZ
Huisarts Specialist Fysiotherapeut Logopedist Lactatiekundige Pedagoog Psycholoog Wijkteam School Kinderdagverblijf