Hc week 2 Flashcards

1
Q

Wat is fecundability?

A

De kans dat in een cyclus of vruchtbare periode een zwangerschap tot stand komt. Bij mensen is deze erg laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn oorzaken van subferiliteit/inferiliteit?

A

Azoöspermie, anovulatie, afwezigheid of complete afsluiting vd tuba fallopii

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe groot is de spontane zwangerschapskans?

A

80-95% bij jonge, gezonde paren. Het merendeel is binnen zes maanden zwanger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe komt de follikelrijping in gang?

A

Follikels hebben veel tijd nodig om te rijpen, tijdens de follikel-window periode rijpt er eentje uit terwijl de rest wordt geremd, hoe groter de window, hoe meer eicellen uitgroeien. Er is altijd een follikel in ontwikkeling en ze ontwikkelen zich tot het vroeg antrale stadium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de belangrijkste prognostische factoren voor de vrouw

A

De leeftijd en de duur vd vruchtbaarheidsstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is de fertiliteitsanamnese bij de vrouw of de man belangrijker?

A

Bij de vrouw is ie belangrijker, want bij de man moet altijd nog een semenanalyse gedaan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is belangrijk bij lichamelijk onderzoek voor de fertiliteitsanamnese?

A

Gewicht: lengte en BMI
Habitus: algemene lichaamsbouw
Beharingspatroon: hirsutisme is overbeharing bij een vrouw
Genitalia externa
Vaginaal onderzoek : met behulp van een speculum en vaginaal toucher
Echoscopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een transvaginale echoscopie?

A

Met een transducer wordt er gekeken naar de cervix, uterus en ovaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke testen worden er bij laboratoriumonderzoek uitgevoerd?

A
  • Chlamydia Antistof Titer in serum
  • Midluteaal progesteron
  • Post-coïtum test (samenlevingstest):
  • Semenanalyse: Volume, Concentratie, Motiliteit,
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar wordt naar gevraagd in de familie-formulieren

A
  • Miskramen
  • Groeistoornissen
  • Chromosoomafwijkingen
  • Achterstand in verstandelijke beperking
  • Leerproblemen, gedragsproblemen, bijzonder onderwijs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de hysterosalpingografie?

A

Met behulp van röntgencontrastmiddel en een röntgenfoto kunnen de baarmoederholte en eileiders zichtbaar worden gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn risicofactoren voor een extra-uteriene graviditeit?

A

Een salpingitis of pelvic inflammatory disease (PID)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In welke fase doet men een tubatest en wat is een tubatest

A

Dmv laparascopie een blauwe kleurstof door de tuba laten lopen om de doorgankelijkheid te testen, als eileider afgesloten is zal de kleurstof zich voor de occlusie ophopen.
Dit wordt gedaan in de folliculaire fase (eerste fase vd menstruele cyclus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het model van Hunault?

A

Een model om de kans op zwangerschap te krijgen.
Gekeken naar de leeftijd vd vrouw, duur van subfertiliteit, primair of secundair subfertiel, motiliteit (bij de man) en of de verwijzing door specialist of huisarts is gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Obv welke gegevens stelt een klinisch geneticus een diagnose?

A

Op basis van familiegegevens ipv obv bevindingen bij 1 patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het doel van genetische counseling

A

Mensen in staat stellen om rondom hun genetische vraagstuk een weloverwogen, goed geïnformeerde en eigen keuze te maken

17
Q

Waar is klinische genetica allemaal mogelijk en waar niet?

A

In Nederland in de 8 academische ziekenhuizen
Niet in landen waar vrouwen niet kunnen lezen en schrijven, niet waar vrouwen niet over het nageslacht kunnen kiezen en niet in heel arme landen

19
Q

Welke soorten onderzoeken kunnen er verricht worden?

A
  • Algemeen chromosoom- en/of DNA-onderzoek (bloed)
  • Specifiek chromosoom- en/of DNA-onderzoek
  • Algemeen en/of specifiek stofwisselingsonderzoek
  • Onderzoek door andere specialisten
20
Q

Wat zijn mogelijkheden als je zeker wilt zijn dat een genetisch defect niet overerft?

A

Kunstmatige inseminatie met donorsperma (KID), adoptie of pre-implantatie genetische test (PGT)

21
Q

Wat is PGT?

A

1 a 2 cellen worden uit het achtcellige blastocyststadium gehaald en deze werden geanalyseerd op de in de familie voorkomende aandoening. Tegenwoordig wordt daarnaast nog een PGS gedaan, waarbij ook nog wordt gecontroleerd op veel voorkomende chromosomale afwijkingen

22
Q

Wat is een varicocele?

A

Een spatader in de testis, wat leidt tot een wekere testis en een verminderde spermatogenese

23
Q

Wanneer begint de ontwikkeling van de testis

A

Vanaf week 7-12, komt door de sex-determining regio op het Y-chromosoom, hierdoor wordt testosteron en AMH geproduceerd

24
Q

Wat doet AMH?

A

Dit is het anti-Müller hormoon, wat zorgt voor de vernietiging van de gangen van Müller en ervoor zorgt dat de vrouwelijke kenmerken worden uitgewist

25
Wat ontstaat uit de gangen van Wolff?
De epididymis, het vas deferens en de vesiculae seminales
26