HC's WEEK 2 Flashcards

1
Q

Noem 3 criteria voor screening

A

A. Bewijs voor effectiviteit van screening
B. Voordelen van screening zijn groter dan nadelen
C. Redelijke balans tussen kosten en netto voordelen van screening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem 3 vormen van screening die vergunningsplichtig zijn

A
  • bvo met ioniserende/röntgenstraling
  • bvo naar kanker
  • bvo naar ernstige ziekten/afwijkingen waarvoor geen behandeling/preventie mogelijk is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem 3 redenen waarom total body scan & DNA-profilering niet worden opgenomen als screening

A
  • te veel nevenbevindingen
  • veel zorgkosten
  • geen bewezen effectiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem 4 mogelijke nadelen van screening/bevolkingsonderzoek

A
  • nevenbevindingen
  • overdiagnose & overbehandeling
  • foute testuitslagen (fout-positief en fout-negatief)
  • belasting & risico’s van de test zelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem 5 uitgangspunten van bestaande screening

A
  • belangrijk gezondheidsprobleem
  • nut: voordelen wegen op tegen nadelen
  • betrouwbaar en valide testinstrument
  • respect voor autonomie
  • doelmatig gebruik van middelen (kosteneffectiviteit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem 2 aspecten behorend tot het ‘surveillance’ model

A
  1. Disciplinering: initiatief verplaatst van patiënt naar artsen/instanties
  2. Medicalisering: expansie van het medische domein
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem de 5 stadia van The Cigarette Century

A
  1. Cultuur: roken zo normaal dat het sociaal
    onzichtbaar werd
  2. Wetenschap: toename longkanker bekend MAAR
    manipulatie & anti-wetenschap beweging
  3. Politiek: vrije keuze vs. publieke
    verantwoordelijkheid
  4. Regulatie: aansprakelijkheid industrie
  5. Globalisatie: exporting the issue
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem de 3 argumenten van de antirooklobby

A
  1. Roken is slecht voor de gezondheid en moet dus gereguleerd worden door de overheid
  2. Roken doet schade aan niet-rokers door meeroken
  3. Roken doet schade aan onschuldige kinderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de definitie van gezondheid?

A

Een toestand van compleet welbevinden op fysiek, mentaal en sociaal niveau, niet alleen de afwezigheid van ziekte
OF = het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren in het licht van sociale, mentale en fysieke uitdagingen van het leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem 2 doelgroepen van publieke gezondheid

A
  • burgers
  • kwetsbaren: financieel, fysiek, psychisch, etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Met welke 5 wetten is het Nederlandse zorgstelsel georganiseerd?

A
  • Jeugdwet
  • Zorgverzekeringswet
  • Wet Maatschappelijke ondersteuning (WPO)
  • Wet Langdurige Zorg (Wlz)
  • Wet Publieke Gezondheid (WPG)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het doel van de jeugdgezondheidszorg?

A

Bijdragen aan een gezonde en veilige opgroeisituatie voor jeugdigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de definitie van wiegendood?

A

Onverwacht overlijden zonder ogenschijnlijke oorzaak in het eerste levensjaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly