HC 9.2 Flashcards
door wat wordt peristaltiek gecoordineerd?
plexus entericus
waar zorgen de sluitspieren voor ?
(bovenste en onderste slokdarmsluitspier), zorgen er samen met de spierlaag voor dat de bolus op het juiste moment wordt voortgestuwd. sluitspieren ontspannen zich al voordat het voedsel erbijkomt.
wie innerveert de oesophagus?
nervus vagus zorgt ervoor dat de sluitspier ook goed sluit door opdrachten te geven na dat de bolus erdoorheen is om te voorkomen dat de zure maaginhoud de oesophagus inkomt.
wat gebeurt er als de zenuwen niet goed ontwikkeld zijn en de sluitspier zich niet goed kan ontspannen?
voedsel kan zich ophopen hierdoor.
welke neurotransmitter is betrokken bij peristaltische bewegingen die de nervus vagus afgeeft?
acetylcholine
als je honger hebt krijg je een rammelende maag maar hoe weet je dat je honger hebt?
Rammelende maag wordt via nervus vagus doorgegeven aan de nucleus van de tractus solitarius –> die meet rekkingsgraad van de rest van je darmen
door wie wordt eetlust gecoördineerd?
hypothalamus
welke 2 kernen zijn betrokken bij honger en waar zitten ze?
honger en verzadigingscentrum in hypothalamus ( worden aangestuurd door nucleus arcuatus)
welke 2 soorten cellen bevat nucleus arcuatus?
- anrexigene neuronen actief –> geen honger (anorexia, verzadigingscentrum)
- Orexigene neuronen actief –> wel honger (hongercentrum)
bij welke 2 stofjes worden anorexigene neuronen actief?
insuline en leptine
- als er dus veel insuline is heb je net veel gegeten en zullen de anorexigene neuronen (geen honger) actief zijn.
- Leptine = als je veel eet worden vetcellen goed gevuld en die gaan hormoon afgeven genaamd leptine.
bij welke stofjes worden orexigene neuronen actief?
- als er weinig leptine en insuline aanwezig zijn
- door een hormoon dat in de maagwand gemaakt wordt als de maagwand leeg is door endocriene cellen (ze maken dan gheline) en die zorgen voor honger.
werken insuline en leptine op korte of lange tijdschaal?
insuline = korte tijdschaal leptine = lange tijdschaal
welke 3 fases zijn er bij het slikken?
o Orale fase = tong rolt het voedsel naar achter af in een seconde, hierdoor komt het in contact met je farynx
o Faryngale fase = reflexmatig, je strottenklepje gaat sluiten om te voorkomen dat het eten in je luchtwegen en longen komen. Bovenste sluitspier opent reflexmatig en zorgt ervoor dat het voedsel in je oesophagus komt.
o Oesofagiale fase = het voedsel verdwijnt door peristaltiek in de maag paar seconden later geïnitieerd door de nervus vagus.
waarom gaat de onderste klep van oesophagus al eerder openstaan? en wat is de functie nog meer van onderste sphincter?
omdat het soms vloeibaar is wat erlangs moet en dat gaat dus veel sneller.
ook voorkomt de onderste sprinter reflux en voorkomt dat het zure maagsap in de oesophagus komt.
wat zijn de belangrijkste functies van de maag ?
o Opslag voedsel o Vertering Mengen en kneden Secretie hormonen en H+ (verzuring) Productie chymus (halfverteerde brei die zich in de maag bevindt) o Bescherming Mechanisch Chemisch Bacterieel