Hc 8 Flashcards

1
Q

Moeilijk probleem

A

Hoe kunnen we fenomenaal bewustzijn of subjectieve ervaring verklaren vanuit een materialistische theorie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Materialistisch gedeelte

A

Fysieke materie
Neuronen
Elektrische signalen
Chemische stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Daniel dennet en redenering waarom het moeilijke probleem moeilijk is

A

We weten niet wat we precies proberen te verklaren; we hebben geen idee wat fenomenaal bewustzijn is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Illusionisme

A

Opvatting dat fenomenaal bewustzijn zoals het doorgaans wordt beschreven, illusoir is. Bewustzijn is niet zoals het voor ons lijkt te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Illusionist

A

Dennet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Moeilijk probleem wordt illusieprobleem

A

We moeten eerst weten wat bewustzijn inhoud, voordat we het moeilijke probleem kunnen oplossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Probleem illusionisme

A

We kunnen ons erg vergissen over onze eigen bewuste ervaringen, omdat ze niet altijd zijn zoals ze voor ons lijken. Volgens de natuurlijke methode moeten we zowel wetenschap als fenomenologie serieus nemen, en moeten we dus ons eigen bewustzijn in acht nemen.
We willen dus niet persee bewustzijn verklaren, maar verklaren wat wij ervaren als bewustzijn, en waar deze ervaring vandaan komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kunnen we onze zintuigen vertrouwen

A

Descartes twijfelde aan alles, omdat hij wist dat onze zintuigen ons konden bedriegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Perceptuele illusies

A

Bij illusies worden dingen ervaren die eigenlijk anders zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Claim illusionisten over bewustzijn

A

Je kunt je net zoals bij perceptuele illusies vergissen over ons bewustzijn; het kan lijken dat bewustzijn bepaalde kenmerken heeft die het eigenlijk niet heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Andy warhol

A

Marilyn monroe diptych
Beschrijf niet wat je ziet, maar hoe je je visuele perceptie zelf ervaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3 aannames uit de wetenschap van visuele perceptie

A
  1. Visuele ervaringen zijn rijk en gedetailleerd
  2. Op elk moment is er inhoud die zich binnen ons bewustzijn bevindt, terwijl de rest onbewust blijft.
  3. Zien betekent mentale beelden hebben; de wereld wordt gerepresenteerd in ons hoofd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Visuele ervaringen zijn rijk en gedetailleerd

A

Kijk om je heen; je ziet een gedetailleerd beel om je heen, je hebt het gevoel dat je visuele perceptie rijk is; je ziet kleur, beweging, vorm, etc… je hebt wss het gevoel een relatief goed beeld te hebben van hoe de wereld eruit ziet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op elk moment inhoud in ons bewustzijn, terwijl de rest onbewust blijft

A

Er zijn dingen die bewust visueel ervaren worden, en dingen die geen deel uitmaken van visuele ervaring.
- je hebt een duidelijk beeld van welke visuele info in je bewustzijn is
- er zijn evenzeer inhouden die zich niet in je bewustzijn bevinden; dingen die geen deel uitmaken van je stroom van bewustzijn
- met andere woorden; je kan steeds duidelijk zeggen wat de bewuste inhoud van je visuele ervaring is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zien betekent mentale beelden hebben; de wereld wordt gerepresenteerd in ons hoofd

A

‘Zien’ voelt als het creëren van mentale beelden; afbeeldingen of representaties in ons hoofd. Als je je ogen sluit kun je als het ware terugkeren naar de afbeelding die je maakt als je een kamer rond kijkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Da vinci

A

Oog als camera obscura

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Damasio

A

Idee dat zien zich volstrekt als een film in ons brein

18
Q

Intuïtie Visuele perceptie

A

Proces waarin we, in ons hoofd, een gedetailleerde en rijke representatie construeren van het object van onze perceptie

19
Q

Alva noë

A

Visuele perceptie lijkt zo, maar dat is niet zo!

20
Q

De grote illusie visuele perceptie

A

Visuele perceptie lijkt in te houden dat we rijke en gedetailleerde representaties of beelden aanmaken in ons hoofd, maar dat is slecht een illusie
Houd niet in dat we fout zijn over wat we zien, maar over HOE we zien

21
Q

3 argumenten tegen de ‘beelden-in-het-hoofd’ interpretatie van perceptue

A
  1. Homunclus probleem
  2. Incompleetheid of gappiness van visuele perceptie
  3. Fenomeen van veranderingsblindheid
22
Q

Homunculus probleem

A

Als zien inhoud dat we mentale beelden contrueren in ons hoofd, dan moet een ander systeem in ons brein die mentale afbeelding ‘zien’. Maar op die manier kunnen we oneindig doorgaan, met systemen die mentale beelden moeten zien die door voorgaande systemen zijn opgebouwd… als een soort homunculus die de beelden in je hoofd bekijkt.

Homunculus probleem is gerelateerd aan een metafoor; bewustzijn als theater. Waar het theater de homunculus vervangt

23
Q

Hume en theater of mind

A

Alsof onze percepties, sensaties, gedachten en emoties die we bewust ervaren op een soort toneel verschijnen in ons brein. Alles wat op het toneel verschijnt wordt bewust.
Dennet vind dit een fout verstaan van bewustzijn.

24
Q

Zeer cartesiaans

A

Bewustzijn als een container waar de inhoud van onze mentale toestanden gevonden worden, los van ons lichaam en de wereld

25
Q

Incompleetheid of gappiness van visuele perceptie

A

We hebben het gevoel dat onze perceptie rijk, gedetailleerd en compleet is, maar eigenlijk zijn er veel gaten in onze visuele ervaring;
- We weten niet altijd precies wat we zien
- we vullen veel in; amodale perceptie
- we zien nooit alles; de blinde vlek

26
Q

We weten niet altijd precies wat we zien

A

Marilyn monroe diptych van andy warhol.
Er zit geen gedetailleerde afbeelding van dit werk in je hoofd, je brein vult de gezichten aan, maakt een globale inschatting van wat er te zien valt. Het zou computationeel veel te veel energie kosten om wel perfecte representaties te maken.

27
Q

Vergelijk videogames

A

In videogames en virtuele werelden is meer detail, rijker en completer. Meer energie en zware computer voor nodig.

28
Q

Amodale perceptie

A

Beelden aanvullen. Als je een object niet volledig zien is je visuele ervaring van concepten toch compleet. Via visuele perceptie zelf krijgen we niet alle info, maar we merken het amper; het lijkt compleet.

29
Q

Amodale voltooiing

A

Je brein vult automatisch ontbrekende visuele info aan. Bij een gezicht met een mondkap bv word de info kloof niet heel precies aangvuld, maar word op basis van het geheugen een gemiddeld gezicht toegewezen.

30
Q

We zien nooit alles; blinde vlek

A

Geen lichtgevoelige cellen op de plek waar het licht de oogzenuw uitgaat.
Blinde vlek vervalt in zicht door
1) compensatie van het andere oog. Blinde vlek zit niet op dezelfde plek.
2) amodale voltooiing

31
Q

Blinde vlek

A

Plek in je visuele veld die correspondeert met de plek op het netvlies zonder lichtgevoelige cellen

32
Q

Fenomeen van veranderingsblindheid

A

We hebben het gevoel dat we een rijk en gedetailleerd beeld hebben, toch blijkt dat we vaak toch niet echt weten wat zich precies voor ons bevindt; we merken vaak veranderingen niet op in scenes die we waarnemen. Voorral niet als het gebeurd tijdens saccades. Tijdens saccades word geen info opgepikt, dus steunt het visuele systeem op geheugen.

33
Q

De grote illusie

A

Visuele perceptie

34
Q

Hoe beschrijven we visuele perceptie wel?

A

Zoeken naar een representationeel alternatief
Zoeken naar een niet-representationeel alternatief

Beide zijn illusionistisch; ze accepteren beide dat visuele ervaring niet is zoals het lijkt voor ons.
Belangrijk is dat deze theorieën niet alleen verklaren hoe visuele ervaring wél is, maar ook waarom we het anders ervaren dan het eigenlijk is (natuurlijke methode)

35
Q

Zoeken naar representationeel alternatief

A

Perceptie is het opbouwen van representaties in ons hoofd, maar deze zijn niet hoe we dachten dat ze waren.

Ronald Rensink;
De klassieke theorie over visuele perceptie is fout. We hebben representaties in ons hoofd, maar deze zijn niet stabiel, rijk en gedetailleerd.
We hebben geen toegang tot afbeeldingen in ons hoofd die een precieze accumulatie hebben van de info die we via perceptie verzamelden

36
Q

Zoeken naar een niet- representationeel alternatief

A

Perceptie bestaat niet uit het opbouwen van representaties in ons hoofd, we moeten er anders over denken.

Kevin O’Regan en Alva Noë;
Veranderingsblindheid toont aan dat visuele perceptie waarschijnlijk niet bestaat uit het opbouwen van rijke stabiele en gedetailleerde representaties in ons hoofd.
In plaats van vasthouden aan deze representaties en te proberen deze te verzoenen met fenomenen als veranderingsblindheid, kunnen we ze beter opgeven.
Visuele perceptie bestaat niet uit het opbouwen van representaties in ons hoofd

37
Q

Klassieke representationele verhaal

A

Bottom-up;
Rijke en gedetailleerde representaties in ons hoofd worden opgebouwd op basis van percepties van de wereld

38
Q

Rensink over klassieke representationele verhaal

A
  • geen complete representaties in ons hoofd
  • wel kortstondige object-representaties
  • wel globale, incomplete virtuele representaties of schema’s
  • top down; deze schema’s sturen onze perceptie

Dit laat zien waarom het wel lijkt op een duidelijk gedetailleerd beeld in ons hoofd.

39
Q

Kevin o’Regan en Alva Noë;

A
  • bewustzijn en visuele perceptie spelen zich niet af in het hoofd
  • zien is een manier van de wereld verkennen via zintuigen en acties
  • THE SKILL THEORY
40
Q

The skill theory

A
  • visuele perceptie is een actie; het vergt de uitoefening van skills of vaardigheden.
  • het visueel verkennen van de wereld vergt een beheersing van sensomotorische vaardigheden; input vanuit zintuigen —> actie —> input —>…
    Bv ik weet dat ik meer details van een boom zie als ik dichterbij kom, mijn ogen op de schors richt, etc..
  • we hebben geen representatie van de wereld nodig, de wereld is er gewoon.
  • de reden waarom onze perceptie gedetailleerd is, is omdat de wereld zo is; we krijgen in interactie met de wereld constant gedetailleerde en complete info