HC 7 Flashcards

1
Q

Wat is het doel van leesonderwijs volgens het artikel?

A

Het doel is dat leerlingen geschreven woorden automatisch herkennen en begrijpen zonder bewuste inspanning (automatisch woordlezen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een grafeem?

A

Een grafeem is een letter of combinatie van letters die een specifieke klank vertegenwoordigt, zoals ‘s’ voor de klank /s/.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is fonemisch bewustzijn en waarom is het belangrijk?

A

Fonemisch bewustzijn is het vermogen om individuele klanken in woorden te horen en manipuleren, wat essentieel is voor het leren lezen en spellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ontwikkelen kinderen zichtwoorden volgens het artikel?

A

Zichtwoorden worden in het geheugen opgeslagen door de spelling (grafeem) te koppelen aan de uitspraak (foneem), wat bekendstaat als orthografische mapping.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de drie stappen die kinderen doorlopen om vloeiend te leren lezen?

A

) Leren van grafeem-foneemrelaties, 2) fonemen samenvoegen tot woorden, 3) opbouwen van een zichtwoordenbank.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is orthografische mapping?

A

Het proces waarbij een woord in het geheugen wordt opgeslagen door de spelling van het woord te koppelen aan de klanken ervan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kunnen mnemonische hulpmiddelen helpen bij het leren van letters?

A

Door afbeeldingen of associaties te gebruiken die de vorm van een letter koppelen aan een object waarvan de naam begint met die klank (bijv. ‘Sammy Snake’ voor de letter ‘S’).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is decoderen in het leesonderwijs?

A

Decoderen is het proces waarbij leerlingen letters omzetten in klanken en deze samenvoegen om een woord te vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het belang van lezen in betekenisvolle contexten?

A

Het helpt kinderen om de betekenis van een woord te verbinden met de spelling en uitspraak, wat het onthouden van woorden verbetert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke vier fasen doorlopen kinderen in hun leesontwikkeling?

A

1) Pre-alfabetische fase, 2) gedeeltelijk alfabetische fase, 3) volledig alfabetische fase, 4) geconsolideerde alfabetische fase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is kennis van fonemisch bewustzijn zo belangrijk in de ontwikkeling van leesvaardigheid?

A

Omdat het kinderen helpt om klanken in woorden te horen en manipuleren, wat essentieel is voor het correct decoderen van woorden tijdens het lezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe verschilt zichtwoordherkenning van decoderen?

A

Zichtwoorden worden direct herkend zonder dat de klanken één voor één gedecodeerd hoeven te worden, terwijl bij decoderen letters eerst naar klanken worden vertaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een voorbeeld van een fonemische bewustzijnstaak?

A

Een fonemische bewustzijnstaak is het segmenteren van een woord in losse klanken, zoals het opdelen van ‘kat’ in /k/, /a/, /t/.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt bedoeld met het concept ‘woordenbank’?

A

een woordenbank is een verzameling van zichtwoorden die kinderen door herhaalde blootstelling direct kunnen herkennen zonder decoderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe helpt het gebruik van decodable tekst kinderen in hun leesontwikkeling?

A

Decodable teksten bevatten woorden die aansluiten bij de grafeem-foneemrelaties die kinderen al kennen, wat hen helpt om hun leesvaardigheid te versterken door betekenisvolle contexten te lezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen de gedeeltelijk alfabetische fase en de volledig alfabetische fase?

A

In de gedeeltelijk alfabetische fase koppelen kinderen sommige letters aan klanken, vaak de eerste en laatste letters, terwijl in de volledig alfabetische fase kinderen alle letters kunnen koppelen aan hun klanken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de geconsolideerde alfabetische fase in leesontwikkeling?

A

In deze fase gebruiken kinderen grotere eenheden, zoals lettergroepen of klankpatronen, om woorden sneller te herkennen en lezen ze vloeiend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe beïnvloedt woordenschat het vermogen van een kind om nieuwe woorden te decoderen?

A

Een grotere woordenschat helpt kinderen sneller nieuwe woorden te herkennen wanneer ze deze voor het eerst decoderen, omdat ze deze woorden al kennen uit hun gesproken taal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurt er in de pre-alfabetische fase van leesontwikkeling?

A

In deze fase herkennen kinderen woorden op basis van visuele kenmerken zoals vormen en symbolen, zonder te begrijpen welke klanken bij de letters horen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kunnen leraren de leesvaardigheid van leerlingen beoordelen en aanpassen?

A

Door regelmatig te meten welke letters, klanken en zichtwoorden kinderen kennen, kunnen leraren hun instructie aanpassen aan de behoeften van de individuele leerling en hen op het juiste niveau ondersteunen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is “het breken van de leescode”?

A

Het breken van de leescode verwijst naar het moment waarop een kind in staat is om woorden te decoderen en lezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de rol van letter-klankkennis in leesontwikkeling?

A

Letter-klankkennis is essentieel voor het lezen van woorden, omdat het kinderen helpt letters te koppelen aan de bijbehorende klanken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welk percentage kinderen had al leren lezen voordat ze naar school gingen?

A

11% van de kinderen had al leren lezen voordat ze naar school gingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoeveel hoofdletter-klanken kenden de meeste kinderen wanneer ze de leescode braken?

A

De meeste kinderen kenden gemiddeld 21 hoofdletter-klanken wanneer ze de leescode braken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waarom is letter-klankkennis een belangrijke voorspeller van leesvaardigheid?

A

Letter-klankkennis vormt de basis voor decoderen, wat essentieel is voor het leren lezen van woorden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welk percentage kinderen had aan het einde van het eerste schooljaar nog niet leren lezen?

A

Aan het einde van het eerste schooljaar had 27% van de kinderen nog niet leren lezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat betekent het als een kind “de leescode breekt”?

A

Dit betekent dat het kind in staat is om nieuwe woorden te decoderen en te lezen door de letters naar klanken te vertalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe beïnvloedt de kennis van minder dan 11 letterklanken de leesontwikkeling?

A

Kinderen die minder dan 11 letterklanken kennen, hebben vaak moeite met het breken van de leescode en kunnen nog niet goed lezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe verschillen jongens en meisjes in leesontwikkeling aan het begin van het eerste schooljaar?

A

Meisjes kenden aan het begin van het schooljaar meer letters dan jongens, en meer jongens hadden aan het einde van het jaar nog moeite met lezen.

24
Q

Wat zijn andere vaardigheden naast letter-klankkennis die nodig zijn voor leesvaardigheid?

A

Naast letter-klankkennis is fonemisch bewustzijn belangrijk, zodat kinderen klanken kunnen samenvoegen tot woorden.

25
Q

Welk percentage van de jongens had aan het einde van het eerste schooljaar moeite met lezen?

A

Aan het einde van het jaar had 32% van de jongens nog moeite met lezen.

26
Q

Welk percentage van de meisjes had aan het einde van het eerste schooljaar moeite met lezen?

A

Aan het einde van het jaar had 21% van de meisjes nog moeite met lezen.

27
Q

Hoeveel hoofdletter-klanken moeten kinderen kennen om een grote kans te hebben om te kunnen lezen?

A

Kinderen die 23 hoofdletter-klanken kennen, hebben een grote kans om te kunnen lezen.

28
Q

Wat is de associatie tussen het aantal letters dat een kind kent en de leesvaardigheid?

A

Kinderen die meer letters kennen, hebben een grotere kans om te leren lezen, maar kennis van letters alleen is niet genoeg zonder andere vaardigheden zoals fonemisch bewustzijn.

29
Q

Wat gebeurt er als kinderen alleen letters kennen, maar niet weten hoe ze klanken moeten samenvoegen?

A

Hoewel ze de letters kennen, kunnen ze nog steeds moeite hebben met lezen omdat het samenvoegen van klanken tot woorden een essentiële vaardigheid is.

30
Q

Welke soorten letters (hoofdletters of kleine letters) kenden kinderen vaker wanneer ze de leescode braken?

A

Kinderen kenden vaker hoofdletters dan kleine letters wanneer ze de leescode braken.

30
Q

Wat is de impact van eerdere blootstelling aan letters en klanken voordat kinderen naar school gaan?

A

Kinderen die al thuis letters en klanken hebben geoefend, beginnen met een voorsprong in hun leesontwikkeling.

31
Q

Waarom is vroegtijdige interventie belangrijk voor kinderen die moeite hebben met lezen?

A

Vroegtijdige interventie helpt kinderen die achterlopen om basisvaardigheden in letter-klankrelaties te ontwikkelen, zodat ze later in het jaar kunnen bijblijven met de klas.

32
Q

Wat is een belangrijke aanbeveling uit het artikel om kinderen te helpen leren lezen?

A

Start zo vroeg mogelijk met het systematisch onderwijzen van letter-klankkennis, zodat kinderen beter voorbereid zijn op het breken van de leescode.

33
Q

Wat is het probleem met de traditionele methode van één letter per week onderwijzen?

A

Het duurt te lang (26 weken) om het volledige alfabet te leren, wat te langzaam is voor kinderen die al letters kennen en te snel voor kinderen die moeite hebben met bepaalde letters.

34
Q

Waarom pleit EAK voor herhaalde instructiecycli?

A

Om kinderen vaker en in verschillende contexten aan letters bloot te stellen, wat helpt om moeilijkere letters beter te onthouden.

34
Q

Wat stelt de methode “Enhanced Alphabet Knowledge” (EAK) voor?

A

EAK pleit voor kortere, expliciete lessen waarin meerdere letters worden behandeld, met herhaalde blootstelling en meer focus op moeilijke letters.

35
Q

Welke drie kernpunten behandelt een EAK-les?

A

1) Identificeren van de letternaam en klank, 2) herkennen van de letter in tekst, 3) produceren van de lettervorm (schrijven).

36
Q

Wat is het ‘eigen naamvoordeel’ in alfabetkennisinstructie?

A

Cycle 1: Kinderen leren sneller de letters die in hun eigen naam voorkomen, omdat deze letters persoonlijker en relevanter voor hen zijn.

37
Q

Wat stelt Cycle 4 van de EAK-methode voor?

A

Cycle 4 focust op de frequentie van letters in geschreven taal. Letters die vaker voorkomen (zoals ‘R’, ‘T’, ‘N’) krijgen meer aandacht.

38
Q

Wat is Cycle 2 in de EAK-methode?

A

Cycle 2 richt zich op het onderwijzen van letters in alfabetische volgorde, wat kinderen helpt om de volgorde van het alfabet te leren.

38
Q

Wat is het voordeel van het onderwijzen van zowel hoofdletters als kleine letters?

A

Het helpt kinderen om een volledige en uitgebreide kennis van het alfabet te ontwikkelen, waardoor ze zowel hoofdletters als kleine letters kunnen herkennen en gebruiken.

38
Q

Wat stelt Cycle 3 voor in de EAK-methode?

A

Cycle 3 richt zich op de relatie tussen letternamen en klanken, waarbij letters die hun eigen klank bevatten (zoals ‘B’ voor /b/) eerder worden aangeleerd dan complexere letters zoals ‘H’.

39
Q

Wat is Cycle 6 in de EAK-methode en waarom is het belangrijk?

A

Cycle 6 richt zich op visuele onderscheidingsvoordelen, waarbij kinderen leren onderscheid te maken tussen letters die qua vorm op elkaar lijken, zoals ‘b’ en ‘d’.

40
Q

Hoe draagt schrijven bij aan alfabetkennis?

A

Het schrijven van letters helpt kinderen om zowel de vorm als de klank van een letter beter te onthouden, wat de verbinding tussen letters en klanken versterkt.

41
Q

Hoe zorgt EAK voor differentiatie in lesduur per letter?

A

Moeilijkere letters krijgen meer lestijd en herhaling, zodat kinderen deze letters beter kunnen beheersen, terwijl gemakkelijkere letters minder tijd nodig hebben.

42
Q

Hoe kan EAK helpen om alfabetkennis systematisch te versterken door het jaar heen?

A

Door het gebruik van herhaalde instructiecycli worden letters steeds opnieuw in verschillende contexten onderwezen, wat zorgt voor diepgaand leren en beter onthouden.

43
Q

Wat is een praktische richtlijn voor EAK-instructie?

A

EAK-lessen moeten kort en expliciet zijn, waarbij de letternaam, klank en geschreven symbool in elke les worden behandeld, en zowel hoofdletters als kleine letters worden onderwezen.

43
Q

Wat stelt Cycle 5 in de EAK-methode voor?

A

Cycle 5 richt zich op de volgorde van klankverwerving, waarbij kinderen eerst leren om klanken zoals /m/ en /p/ te herkennen en later moeilijkere klanken zoals /sh/ en /ch/.

44
Q

Wat is orthografisch leren?

A

Orthografisch leren is het proces waarbij lezers nieuwe, specifieke woordbeeldrepresentaties in hun geheugen opslaan, zodat ze woorden automatisch kunnen herkennen.

45
Q

Wat is het verschil tussen hardop lezen en stil lezen in termen van orthografisch leren?

A

Hardop lezen vereist meer fonologische verwerking, wat kan leiden tot sterker orthografisch leren dan stil lezen, omdat het kind de woorden hardop uitspreekt.

46
Q

Hoe leren kinderen nieuwe woorden volgens het Self-Teaching Model?

A

Kinderen leren nieuwe woorden door deze te decoderen en vervolgens de woordbeelden (spelling) in hun geheugen op te slaan na herhaalde blootstelling.

46
Q

Wat stelt het Self-Teaching Model voor?

A

Het Self-Teaching Model stelt dat kinderen orthografische kennis verwerven door het decoderen van nieuwe woorden, wat hen helpt om de spelling van woorden op te slaan.

47
Q

Wat was de opzet van het experiment in het onderzoek?

A

65 Nederlandse derdeklassers lazen zowel hardop als stil teksten met pseudowoorden, waarna hun orthografische kennis werd gemeten door vragen over spelling en inhoud.

48
Q

Wat was het voordeel van hardop lezen in termen van orthografisch leren?

A

Hardop lezen leidde tot snellere reactietijden bij het benoemen en spellen van pseudowoorden, wat suggereert dat het hardop uitspreken van woorden orthografisch leren versterkt.

49
Q

Waarom werden pseudowoorden gebruikt in het experiment?

A

Pseudowoorden werden gebruikt omdat ze nieuw zijn voor kinderen, waardoor hun vermogen om nieuwe woordbeelden op te slaan gemeten kon worden zonder eerdere kennis.

50
Q

Wat was het effect van stil lezen op orthografisch leren?

A

Hoewel stil lezen minder fonologische verwerking vereist, toonde het onderzoek aan dat kinderen nog steeds orthografische kennis verwierven tijdens stil lezen, maar met iets tragere reactietijden.

50
Q

Hoeveel blootstellingen aan een pseudowoord waren nodig om orthografische kennis te ontwikkelen?

A

Kinderen begonnen al na 2 blootstellingen orthografische kennis op te slaan, en extra blootstellingen leidden niet tot significante verbeteringen.

51
Q

Wat is het belang van fonologische recodering bij orthografisch leren?

A

Fonologische recodering (klanken aan letters koppelen) helpt kinderen om nieuwe woorden te decoderen, wat cruciaal is voor het opslaan van woordbeelden en het ontwikkelen van leesvaardigheid.

51
Q

Wat tonen de resultaten aan over het verschil in nauwkeurigheid tussen hardop en stil lezen?

A

Beide vormen van lezen verbeterden de nauwkeurigheid in het spellen van pseudowoorden, maar hardop lezen had een licht voordeel qua snelheid en nauwkeurigheid.

52
Q

Waarom zijn de eerste paar ontmoetingen met een nieuw woord het belangrijkst?

A

Omdat kinderen al na slechts twee blootstellingen aan een nieuw woord beginnen orthografische kennis op te slaan, zijn deze eerste ontmoetingen cruciaal voor het leren van de spelling.

53
Q

Hoe draagt hardop lezen bij aan het fonologisch bewustzijn?

A

Door hardop te lezen, worden kinderen gedwongen om de klanken van woorden uit te spreken, wat hun fonologisch bewustzijn en de verbinding tussen klanken en letters versterkt.

54
Q

Wat zijn de implicaties van dit onderzoek voor leesonderwijs?

A

Het onderzoek ondersteunt het gebruik van zowel hardop als stil lezen voor orthografisch leren, en suggereert dat variatie in leesvormen kan helpen bij het ontwikkelen van leesvaardigheid.

55
Q

Hoe kunnen leerkrachten beide vormen van lezen inzetten om orthografisch leren te bevorderen?

A

Leerkrachten kunnen hardop lezen gebruiken voor kinderen die extra fonologische verwerking nodig hebben, en stil lezen bevorderen voor het zelfstandig ontwikkelen van woordbeelden.

56
Q

Hoe kunnen leraren profiteren van het gebruik van instructiecycli zoals voorgesteld in EAK?

A

nstructiecycli zoals voorgesteld in EAK bieden leraren de mogelijkheid om letters systematisch te herhalen in verschillende contexten, waardoor kinderen meer kans hebben om de letters te onthouden en correct toe te passen.