HC. 5 en 8 Flashcards

1
Q

Wat is host vs graft reactie?

A

ontvanger stoot transplantaat af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kun je host vs graft reactie verminderen?

A

immuniteit van ontvanger omlaag brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is graft vs host reactie?

A

T-cellen in transplantaat werken tegen gezonde weefsels van ontvanger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waardoor kan bij goede HLA match alsnog GVHD optreden?

A

door mismatch van eiwitten, maar de reactie is minder krachtig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke cellen veroorzaken GVHD?

A

T-lymfocyten, vooral CD4+
NK-cellen
APC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer kan een GVHD ontstaan?

A
  1. transplantaat bevat immuuncompetente T-cellen
  2. donor en ontvanger zijn HLA-incompatibel
  3. ontvanger is immuundeficiënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de kenmerken van HLA klasse 1?

A

aan CD8+ T-cellen
alle kernhoudende cellen
intracellulaire antigenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van HLA klasse 2?

A

aan CD4+ T-cellen
speciale Ag-presenterende cellen
extracellulaire antigenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de pathogenese van een acute GVHD?

A
  1. weefselschade door conditionering
  2. activatie APC’s van patiënt
  3. presentatie antigenen door APC’s aan donor T-lymfocyten
  4. activatie donor T-lymfocyten met als gevolg cytokineproductie
  5. toename weefselschade door CD8+ T-cellen, NK-cellen en inflammatoire cytokines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn target organen van acute GVHD?

A

huid, darm en lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de behandeling van acute GVHD?

A

prednison

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de pathogenese van chronische GVHD?

A

ontregeling immuunsysteem en elk orgaan is aangetast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de behandeling van chronische GVHD?

A

corticosteroiden en lokale behandeling
vaak multidisciplinair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kun je GVHD voorkomen?

A

depletie T-cellen uit transplantaat en patienten met immuunsuppressiva behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de nadelen van depletie T-cellen uit transplantaat?

A

vermindert de kans op het aanslaan van de transplantatie en vergrote kans op recidief van hematologische maligniteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waaruit bestaat de humorale niet specifieke afweer?

A

antimicrobiële eiwitten, complement en cytokinen

17
Q

Waaruit bestaat de cellulaire niet specifieke afweer?

A

fagocyterende cellen

18
Q

Waaruit bestaat de humorale specifieke afweer?

A

antistoffen(B-cel)

19
Q

Waaruit bestaat de cellulaire specifieke afweer?

A

T-cellen

20
Q

Hoe kan de externe barriere doorbroken worden?

A

maagzuurremmers, tube, centrale lijn, drain, infuus, wond of urinekatheter

21
Q

Welke infecties ontstaan er bij een defect in het complement?

A

door gekapselde bacteriën

22
Q

Hoe ziet een CT scan van long met aspergillose uit?

A

tijdens neutropenie een halo sign
na neutropenie een crescent air-sign

23
Q

Wat is chronisch granulomateuze ziekte?

A

granulocyten doden micro-organismen niet goed meer

24
Q

Wat is het gevolg van immuunsuppressie bij transplantatie?

A

slechtere kwaliteit T-cellen

25
Q

Wat zijn uilenogen?

A

gezwollen cellen door CMV

26
Q

Waar gaat de toxoplasma graag zitten?

A

in spieren of hersenen