HC. 5 &6 steun en bewegingsletsel van onderste extremiteiten en wervelkolom. Flashcards

1
Q

Functie onderste extremiteiten.

A

dragen van lichaamsgewicht en zorgen voor beweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar ligt zwaartepunt?

A

Voor S2, achter de heupen en voor knie en enkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe zorgen onderste extremiteiten voor stabiliteit?

A
  • Heupgewricht zitten kop en kom naar lateraal gericht.
  • Er zit hoek van 125 graden tussen hals femur en corpus (lichaam) femoris.
  • Er is ook hoek tussen femur en tibia(scheenbeen). Hierdoor loopt tibia naar beneden en staat recht onder lichaam. Tibiofemorale hoek is 174 graden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waaruit bestaat de bekken?

A

2x os coxa, os sacrum. os coxa bestaat uit os ilium, os ischii en os pubis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 2 gewricht aanwezig in bekken?

A

symphysis pubica en art. sacro-iliaca (SI-gewricht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Art. sacro-iliaca is synoviaal gewricht. Waarom is er toch weinig beweging mogelijk hier?

A

Os coxae heeft onregelmatig opp. Ook zijn er te sterke kapsels aanwezig. En het gewricht gaat fibroseren ( wordt junctura fibrosa bij ouderen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de functies van de cavitas pelvis (bekkenholte)?

A

Steun geven aan bekkenorganen als endeldarm, de blaas en genitaliën. En de druk opvangen ontstaande uit de buikholte zodat bekkenorganen blijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verschil mannelijk en vrouwelijk bekken.

A

man: hoog en smal. vrouw: laag en breed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Redenen van stabiliteit van heupgewricht.

A
  • diepe kom, stevige verbinding
  • stevig kapsel en veel ligamenten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat kan de kniegewricht?

A

het is synoviaal en dwars en primair scharnier. Het kan flexie en extensie en beetje rotatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waaruit bestaat kniegewricht?

A

bestaande uit 2 femurcondylen (kop) en 2 tibiacondylen, ook tibiaplateaus genoemd doordat ze plat zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is er menisci in de kniegewricht?

A

Ze verkleinen de discongruentie (kop en kom passen niet goed in elkaar). Er is mediale meniscus (grootste kraakbeen met veel vestigingen aan gewrichtskapsel en minder beweeglijkheid) en laterale meniscus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Banden in kniegewricht zijn?

A
  • 2 collaterale banden: mediale lig. collaterale tibiale en laterale lig. collaterale fibulare.
  • 2 kruisbanden: lig. cruciatum anterius en lig. cruciatum prosterius.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn de 2 functies van collaterale banden?

A

de femur verbinden met tibia/ fibula en zorgen dat knie geen abductie of adductie doet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is schuifladefenomeen?

A

Dat is wanneer lig. cruciatum(kruisbanden) scheuren. Bij scheuring van voorste kruisband gaat onderbeen abnormaal naar voren en andersom bij de achterste kruisband.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is slotrotatie?

A

Het kniegewricht heeft 2 condylen waarbij de mediale groter is. Dit zorgt voor dat er geen max opp plaatsvindt tussen condyl en plateau, dus geen stabiliteit. Daarom gaat bij stand de femur endoroteren en bij zitten de tibia exoroteren. Stand zijn ligamenten ook aangespannen, dus meer stabiliteit.

17
Q

Waar zorgt patella in knie voor?

A

Die vergroot de moment door trekrichting van de pees te veranderen. Dit is van m. quadriceps, loopt van femur en tibia en zorgt voor strekking.

18
Q

Wat is functie van bursa?

A

Dit zijn slijmbeurzen met synovia. Ze vergroten glijkvlak tussen spier en pees.

19
Q

Wat is housemaids knee en students elbow?

A

ontsoken bursae

20
Q

Waaruit bestaat enkelgewricht En wat is de beweging?

A

Kop: trochlea tali en kom: tibia-fibula vork
De beweging is plantairflexie: naar achteren en dorsaalflexie: naar boven

21
Q

Hoe wordt druk in enkelgewricht opgevangen?

A

Fibula zorgt voor spieraanhechting en niet het dragen van lichaam. De fibula kom is ook verend. Syndesmoses tussen tibia en fibula vangen druk op.

22
Q

Wat is malileo?

A

Dit zijn knobbels in het enkelgewricht: malileous lateralis aan fibula en malileous medialis aan tibia.

23
Q

Wat geeft extra stevigheid aan enkel?

A

ER is een driehoekige ligament aan mediale zijde, veel sterker dan aan lateral zijde.

24
Q

Wat zijn functie van wervelkolom?

A
  • lichaamsgewicht dragen.
    -bepalen van lichaamshouding.
    -beschermen van ruggenmerg.
    -zorgen voor beweeglijkheid in hals en romp.
25
Q

Waaruit bestaat wervelkolom?

A
  • 7 cervicale
  • 12 thoracale
  • 5 lumbale
  • 5 sacrale
    -3/4 os coccyx (staartbeen0
26
Q

De wervel maakt een kromming. Wat is dat?

A

-cervicale en lumbale maken lordose: kromming naar voren.
- thoracaal en sacraal maken kyfose

27
Q

Grondvorm van een wervel.

A

-corpus vertebrae (lichaam), arcus vertebrae (boog) en foramen vertebrale(hier gaat zenuw doorheen)

28
Q

Wat zijn de 2 gewrichten in de wervelkolom?

A

-disci intervertebrales
- facetgewrichten(achter). Dit is bij de uitsteeksels tussen processus articularis superior en inferior.

29
Q

Hoe wordt wervelkolom stevig?

A

Er zitten lange ligamenten aan voorkant en korte aan achterkant. Ook lange spieren als m. erector spinae zorgt voor beweging. De korte spieren geven per segement stabiliteit.