Basiskennis anatomie Flashcards

1
Q

coronaria

A

krans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

arteria (a.)

A

slagader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

cava

A

hol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vena (v.)

A

Ader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ren

A

Nier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ventraal

A

Buikzijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dorsaal

A

rugzijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vasoautorisatie

A

bloedvoorziening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Nervus (n.)

A

zenuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Musculus (m.)

A

spier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Craniaal

A

Richting de schedel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Caudaal

A

richting de staart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

superior

A

boven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

inferior

A

onder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Transversaal/axiaal/dwarsdoorsnede

A

verdeling in boven en onder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Frontaal/coronaal

A

verdeling in voor en achter

17
Q

Sagitaal/mediaan

A

verdeling in links en rechts

18
Q

Innnervatie

A

aansturing van een orgaan door een zenuw

19
Q

Anatomische positie

A

rechtop staan, benen en voeten bij elkaar, handpalmen naar voren, mond gesloten, neutrale blik( gelaat), naar voor kijken naar een verre punt.

20
Q

cavitas thoracis

A

borstholte

21
Q

cavitas abdominas

A

buikholte

22
Q

Glijvlak

A

Substanties (glijmidddel)\ dat zorgt voor beweging tussen de bewegende objecten

23
Q

begrenzing van cavitas thoracis

A

diafragma, eerste rib, wervelkolom, het manubrium (bovenste deel sternum), het sternum.

24
Q

Peritoneum

A

sereuze vliezen om de organen heen die vocht produceren om glijvlak mogelijk te maken. Hierdoor bewegen organen makkelijker langs elkaar.

25
Q
A