HC 5 & 6 Flashcards

1
Q

Wat is Keq/K

A

De evenwichtsconstante

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zegt ΔG of ΔG0 iets over het wel of niet lopen van de reactie?

A

ΔG geeft aan of een reactie wel of niet verloopt. ΔG0 geeft alleen iets aan over het evenwicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaat de ΔG van protonentransport?

A

Uit een entropisch en elektrisch deel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de referentie van redox reacties?

A

2 H+ –> H2 bij pH = 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zegt het als een redoxpotentiaal negatief is?

A

Dan staat de reductor makkelijker elektronen af dan de referentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de eerst stap van oxidatieve fosforylering?

A

NADH wordt gereduceerd tot NAD+. Er worden uiteindelijk 2 protonen afgegeven en Q wordt geoxideerd tot QH2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel protonen komen een mito in bij stap 1 van de oxidatieve fosforylering?

A

4 protonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk enzym is verantwoordelijk voor de 1e stap van de oxidatieve fosforylering?

A

NADH-Q oxidoreductase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe heet het enzym dat verantwoordelijk voor de 3e stap van de oxidatieve fosforylering?

A

Q-cytochrome C oxidoreductase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurt er bij stap 3 van de oxidatieve fosforylering?

A

QH2 geeft 1 elektron af aan CYT(1) en 1 aan Q. De protonen gaan naar het mitochondrium. Dan komt er nog een QH2, deze geeft ook 1 elektron aan CYT(2) en 1 aan Q-. Q2- neemt nu 2 protonen op. Bij de reductie van QH2 komt ook weer 2 H+ vrij in het mito.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk enzym is verantwoordelijk voor de 4e stap van de oxidatieve fosforylering?

A

cytochrome C oxidase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er bij stap 4 van de oxidatieve fosforylering?

A

CYT (1 en 2) geven beiden 2 elektronen af. één aan heme a3 en 1 aan CuB. Deze binden O2. Dan komen er weer 2 CYT en deze geven weer beiden een elektron af. Dan komt er 2 H+ bij en zorgt voor een breuk in de O-O bond. Dan komen er nog 2 protonen bij en dan vormt er 2 H2O.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de netto-reactie van stap 4 van de oxidatieve fosforylering?

A

4 CYT + O2 + 4 H+ –> 2 H2O

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de netto-reactie van de gehele oxidatieve fosforylering?

A

2 NADH + FADH2 + 4 Cyt + O2 –> 2 H2O (en 10 H+ in het mito)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly