HC 1 & 2 Flashcards

1
Q

Wat houdt de nulde wet in?

A

Dat moleculen bij dezelfde temperatuur een gelijke trillingsenergie hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de eerste 2 wetten van de thermodynamica?

A
  1. Energie gaat nooit verloren
  2. De entropie van een reactie is altijd groter dan 0
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de paradox van het leven?

A

Dat bij de thermodynamica de wandorde afneemt en bij biologie de wanorde toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voor wat voor opslag zorgen koolhydraten en vetten?

A

Voor opslag van middellang tot lange termijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voor wat voor opslag zorgt ATP?

A

Voor opslag van korte termijn (in een cel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar staat ATP voor?

A

Adenosine trifosfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat heeft een systeem altijd?

A

Een grensvlak en een omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 3 dingen kan een systeem?

A
  1. warmte-uitwisseling
  2. materie uitwisseling
  3. volume-arbeid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer is de warmte-uitwisseling positief?

A

Wanneer het systeem warmte opneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voor systemen zijn er? (5)

A
  1. open
  2. gesloten
  3. adiabatisch
  4. geïsoleerd
  5. biologisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt een open systeem in?

A

Materie- en warmteverandering en volume arbeid is mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt een gesloten systeem in?

A

Warmteverandering en volume-arbeid is mogelijk. Er kan geen materie uitwisseling plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt een adiabisch systeem in?

A

Er kan alleen volume-arbeid plaatsvinden. Materie- en warmte-uitwisseling kan niet plaatsvinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt een geïsoleerd systeem in?

A

Niks kan veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt een biologisch systeem in?

A

Dat het gransvlak permeabel is voor sommige moleculen. Het is selectief. Warmte-uitwisseling en volume-arbeid kunnen gewoon plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een toestandsfunctie?

A

Een grootheid die alleen afhangt van de toestand van een systeem op dat bepaalde moment. Het is onafhankelijk van de afgelegde afstand of geschiedenis.

17
Q

Een intensieve toestandfunctie is …

A

onafhankelijk van de grootte van het systeem

18
Q

Een extensieve toestandsfunctie is …

A

evenredig met de grootte van het systeem

19
Q

Wat houdt een steady state in?

A

Er geen verandering plaatsvindt. Alles wat wordt gemaakt gaat er weer gelijk uit.

20
Q

Wat houdt een evenwicht in?

A

Dat alles netto 0 blijft.

21
Q

Hoe kan energie in een systeem toenemen? (2)

A
  1. door warmte toe te voegen
  2. door arbeid op het systeem te verrichten
22
Q

Bij wat voor calorimeter blijft de druk constant?

A

Een open calorimeter, het systeem heet dan ook wel een isobaar systeem

23
Q

Wanneer is een reactie exotherm?

A

Wanneer de enthalpie kleiner is dan 0

24
Q

Wanneer is een reactie endotherm?

A

Wanneer de enthalpie groter is dan 0

25
Q

Wat geeft een hoge 0 aan?

A

Standaardomstandigheden:
p = 1 atm en T = 298 K

26
Q

Wat geeft ‘ aan?

A

Standaardomstandigheden:
pH = 7,0

27
Q

Wanneer gelden de standaardomstandigheden?

A

Bij de begin- en eindtoestand