Hc 3 Flashcards
Bijgeloof, horoscopen en palmlezen
Bijgeloof is ontstaan doordat mensen veel te veel verbanden zien die er niet zijn: error management. Natuurlijke selectie wilde er zeker van zijn dat we geen belangrijke verbanden missen, daarom is dat mechanismen te sterk afgesteld. Het was toen namelijk erger om mogelijke verbanden te missen.
• Bijgeloof: het zien van een zwarte kat in verband brengen met ongeluk.
• Horoscoop: de stand van de sterren op onze geboortedag.
• Palmlezen: rimpels in onze handpalm in verband met de levensloop.
Correlation does not imply causation
Zelfs wanneer er daadwerkelijk een verband of correlatie is, wil dat niet altijd zeggen dat het een oorzakelijk verband is. Vaak gaan we dan oorzakelijke connectie vermoeden terwijl deze er niet is.
Voorbeeld: een luchtvaartinstructeur had opgemerkt dat wanneer hij een leerling beloningen of felicitaties gaf voor zijn goede uitvoeringen, hij in het vervolg minder goed zou presteren. Wanneer hij een uitbranding gaf wanneer de manoeuvre slecht was uitgevoerd, deed de leerling het daarna beter. Negatieve reinforcement werkte volgens hem beter dan positieve reinforcement. Wanneer de instructeur dit vertelde aan psychologen, kwamen zij erachter dat de beloning of het straffen niks te maken had met de prestatie. Het was enkel een statistische kans, dat na een uitzonderlijk goede prestatie de kans op een zwakkere prestatie veel groter is dan een gelijkaardige of betere prestatie. Regression to the mean: na een uitzonderlijke waarde, gaat men meer naar een gemiddelde waarde.
Orde in willekeur en willekeur in orde
In willekeurige sequenties zien we patronen, maar in niet-willekeurige sequenties niet. Voorbeeld: iPod shuffle spelen liedjes in een willekeurige volgorde, maar al snel vonden mensen allerlei verbanden in willekeurige series. Apple maakte algoritmes, waardoor het eigenlijk niet meer willekeurig was, maar het wel zo leek.
Voorbeeld: hot-hand-fallacy is wanneer een speler al vaak heeft gescoord, zal hij veel vertrouwen hebben waardoor de kans groter is dat hij meer punten gaat scoren.
Blind voor toeval
Extreem toeval, zoals dat iemand Lotto winnen, komt voor, waardoor mensen vaak de neiging hebben om er meer achter te zoeken.
Voorbeeld: dezelfde Finse tweelingen, die al jaren van elkaar apart woonde, zijn in dezelfde stad, zonder het van elkaar te weten, in een auto-ongeluk om het leven gekomen, op dezelfde baan om 13:00 uur. Opnieuw dachten mensen dat hun lot verbonden was, en gingen ze er allerlei zaken achter vermoeden die er eigenlijk niet zijn.
Conclusie; oorzakelijke redeneerdouten
• We zien oorzakelijke verbanden die er niet zijn.
• Wanneer we geen kennis hebben van de werkelijke oorzaak, hebben we de
neiging om oorzaken te verzinnen.
• We misinterpreteren oorzakelijke verbanden: mensen verwarren de kans van a
op b, met b op a. We denken snel dat iemand boos op ons is wanneer een vriend de telefoon niet opneemt, maar de kans op de persoon de telefoon niet zal opnemen wanneer hij/ zij boos is, heeft niks te maken de kans dat hij/ zij boos op jou is gegeven het feit dat hij/ zij de telefoon niet opneemt. Er kunnen veel andere zaken aan de hand zijn waarom de telefoon niet wordt opgenomen.
Dit soort denkfouten spelen een belangrijke rol in samenzweringstheorieën.
Samenzweringstheorieën
Samenzweringstheorieën zijn theorieën die afwijken van de officiële verklaring die als een dekmantel wordt gezien, opgezet door de schuldige partij. Bijvoorbeeld dat 9/11 in scene is gezet door Bush en zijn regering, omdat het de politieke steun verhoogde.
- oorzakelijke redeneerfout
- confirmation bias
- ingroup-ourgroup bias
- ingebouwde immunisatietheorie
Oorzakelijke redeneerfout
A leidt tot B, C wil B, dus C is verantwoordelijk voor A.
9/11 leidt tot meer populariteit voor de regering van Bush waardoor de nationale solidariteit verhoogde, Bush wil Irak binnen vallen voor meer oliereserves, dus Bush is verantwoordelijk voor 9/11.
Confirmation bias
complotdenkers focussen zich enkel op datgene wat hun stelling bevestigd, niet naar datgeen wat hun stelling ontkracht.
Ingroup/outgroup bias
complotdenkers omringen zich door gelijkgestemde denkers, omdat ze alleen opzoek zijn naar bevestigende zaken. De bevindingen van anderen in deze groep worden gemakkelijk en onkritisch ervaart, en iedereen die hier tegenin gaat worden buitengesloten.
Ingebouwde immunisatietheorie
hoe meer kritiek je van de buitenwereld krijgt, hoe meer je gelooft dat je op het goede spoor zit.
Doorprikken met kritish denken
Deze theorieën zijn makkelijk te doorprikken met kritisch denken. Het beste wat we kunnen doen is Ockhams scheermes toepassen; de verklaring die we gaan bieden, moeten geen nieuwe vragen oproepen die opnieuw verklaringen nodig hebben.
Voorbeeld: het belangrijkste argument voor de 9/11 samenzweringstheorie is dat de torens veel te gecontroleerd en veel te snel instorten. Wat volgens complotdenkers wijst dat de regering van Bush bommen heeft geplaatst. Als dit waar is, moeten we ons afvragen “hoe zijn die bommen daar neergelegd?”. Wellicht kan Bush dit niet in zijn eentje doen, en moet het een grote operatie zijn geweest met honderden mensen. Dit is er erg onwaarschijnlijk, omdat mensen snel gewetensproblemen hebben, en dan zou er ondertussen allang iemand zich versproken moeten hebben.
Pseudowetenschap
Pseudowetenschappen bezitten zaken die er wetenschappelijk uitzien, maar eigenlijk dit criterium niet verdienen.
- Aristoteles
- popper
Aristoteles
wetenschap heeft ware kennis over feiten, terwijl pseudowetenschap enkel ongefundeerdere meningen had. Echter, lijkt dit te sterk, want zelfs goede wetenschap blijkt achteraf deels fout of incompleet te zijn.
Popper
wetenschap maakte falsifieerbare claims, die in principe weerlegt kunnen worden door experimenten of observatie, terwijl pseudowetenschappen dit niet doen. Dit beschermd tegen de confirmation bias
Popper kwam tot dat inzicht door twee belangrijke theorieën uit zijn tijd te vergelijken: Freud en Einstein.
• Freud: niet falsifieerbaar, want er was geen mogelijke test om het te weerleggen. Elk mogelijk gedrag kon perfect verklaard worden vanuit het systeem; een kind zal altijd aan het Oedipuscomplex lijden.
• Einstein: maakte concrete voorspellingen die simpel getest konden worden door observatie.
Confirmation bias falsificationisme
Conclusie is dat wetenschappen zich openstellen voor weerlegging en dat pseudowetenschappen zich beschermen of immuniseren tegen weerlegging. Echter blijven wetenschappers nog altijd vatbaar voor de confirmation bias en zijn ze zich daar van bewust. Wetenschappen creëren een cultuur van open discussie en kritiek waardoor de waarheid vertekende effecten van de confirmation bias worden ontdekt. Iedereen probeert daardoor juist op zijn opvatting te verdedigen, omdat de collega’s hun best doen om het te falsificeren.
Pseudowetenschappen beschermen zich tegen kritiek op verschillende manieren.
Moving targets
Ingebouwde vaagheid
Moving targets
men gaat de theorie herinterpreteren als er falsifiërend tegenbewijs komt. In plaats van de theorie af te zetten, gaat men de theorie
zodanig aanpassen zodat het in stand houdt in het licht van tegenbewijs. Voorbeeld: Freud dacht dat neuroses voortkwamen door een opkropping van het libido. Wanneer er na de Tweede Wereldoorlog veel soldaten terugkwamen met neuroses, kwam de theorie onder veel druk te staan. Aangezien de neuroses niks te maken hadden met libido, maar het kwam door de horror en extreme angst die de soldaten hadden doorstaan: shell shock. Freud weigerde de theorie aan de kant te zetten, door de theorie aan te passen. De soldaten zouden neuroses ontwikkeld hebben, omdat ze bedreigd zijn in hun meest begeerde liefdesobject: het lichaam. Hierdoor blijft de theorie in stand.
Jngebouwde vaagheid
genoeg beweegruimte inbouwen bij het vaststellen van de effecten.
Voorbeeld: chakrastimulatie waarbij men chakra’s van het lichaam gaat stimuleren om allerlei klachten aan te pakken. Het is helemaal niet duidelijk wat de patiënt kan verwachten, en wanneer er niks gebeurd kan de therapeut stellen dat de chakra’s dieper geblokkeerd zijn dan gedacht, dus moet er meer werk aan besteedt worden. Wanneer er dan spontane genezing plaatsvindt, krijgt de therapeut hier de lof voor.
Pseudowetenschappen komen het meest voor in de gezondheidszorg om drie redenen:
• Placebo-effect: de belangrijke positieve invloed dat het psychologisch verwachtingspatroon van de patiënt heeft op het genezingsproces.
• Confirmation bias: de therapeut zal meer letten op informatie die bevestigen dat de theorie werkt.
• Spontane genezing/ regression to the mean: alle ziektes zullen gedurende de tijd genezen door het lichaam zelf, dus het tijdsverloop van de meeste ziektebeelden zorgt ervoor dat patiënten spontaan genezen als er genoeg tijd over gaat.
Therapie ervaring
De therapie ervaring, de persoonlijke ervaring die een therapeut heeft met zijn eigen behandeling, is erg onbetrouwbaar. Hierdoor is dit een slechte indicator voor de werkzaamheid van de behandeling. Het is onzinnig en schadelijk om te stellen dat eeuwenoude tradities moeten aangehouden als vorm van therapie. Sommige therapieën zoals Aderlating, kunnen zeer schadelijk zijn. Een oplossing hiervoor is een random double blind controle group.
Participanten worden willekeurig toegewezen aan condities, en de controle groep krijgt een placebo. Hierdoor weet zowel de onderzoeker als de participanten niet welke groep de placebo of de echte mediatie heeft gekregen.
Religie
Religie of het hebben van bovennatuurlijke overtuigingen is universeel en er gaan veel evolutionaire kosten mee gepaard, bijv. het opgelegde celibaat of extreme rituelen. Een aantal psychologische factoren en biases die een belangrijke rol spelen in het ontstaan van religieuze denkbeelden:
- hyper active agency detection
- intuïtief dualisme
- intuïtieve voorkeur voor teleofunctionele of doelmatige verklaringen
- ingroup/outgroup bias
Intuïtief dualisme
op intuïtief niveau maken mensen snel een onderscheid tussen het geestelijke en het lichamelijke/ materiële. Dat komt omdat we er andere intuïtief erop na houden over hoe een geestig iemand zich zal gedragen en handelen, en een materieel iets (steen).
֍ Folk psychology: hoe gedragen anderen/ geestige zich; gebaseerd op ons vermogen ons in te leven in het denken van anderen. We schrijven intenties, gedachten en emoties toe aan anderen en verklaren (en voorspellen) zo hun gedrag.
֍ Folk physics: hoe gedraagt de materiële wereld zich; gebaseerd op natuurkundige principes.
Het gevolg is dat we intuïtief het geestelijke radicaal van het materiële gaan
scheiden
Intuïtieve voorkeur voor ‘teleofunctionele’ of doelmatige verklaringen:
als
je kinderen of niet wetenschappelijk gevormde volwassenen vraagt waarom een rots puntig is dan zullen we veel sneller zeggen dat dat is zodat zware dieren er niet op kunnen zitten dan dat het door erosie of door de wind kwam. Mensen kiezen sneller het doelmatige antwoord boven het toevallige. Vandaar is de stap snel gezet naar allerlei scheppingsverhalen die deel uitmaken van elk religieus systeem. Elke religieuze wereld wordt door een God maakt met een bepaald doel.