Hc 1 Flashcards
Kritisch denken
Kritisch denken is dat we rationeel en autonoom de betrouwbaarheid van overtuigingen beoordelen en koppelen aan een reflectie over hoe die overtuigingen tot stand zijn gekomen, zonder rekening te houding van traditie of autoriteit.
Geen kritisch denken
• Negatief denken: kritisch denken wil niet altijd een bewering onderuit halen, of een fout erkennen.
• Leidt niet tot scepticisme/ sceptisch denken: kritisch denken blijft niet altijd twijfelen.
• Intelligent denken: dit zal namelijk leiden tot bijzondere irrationele gedachtes.
• Goed geïnformeerd denken: noodzakelijk, maar niet voldoende, omdat je
informatie kan misinterpreteren.
Doel van kritisch denken
• Zin van onzin te onderscheiden.
• Tot betrouwbare overtuigingen komen en betrouwbare van onbetrouwbare
overtuigingen onderscheiden: door inzicht te krijgen in ons denken kunnen we de betrouwbaarheid van de producten van dat denken beter inschatten.
• Dit moet aangeleerd worden.
• Niemand, hoe intelligentie dan ook, is immuun voor irrationeel denken.
Nut van kritisch denken
• We nemen dagelijks talloze beslissingen op basis van informatie.
• We hebben nog nooit zoveel beslissingen moeten nemen als vandaag de dag,
daarom zijn we nog nooit zo afhankelijk geweest van informatie.
• Het internet geeft ons veel informatie, maar deze zijn niet allemaal even
betrouwbaar, daarom moeten we zelf de betrouwbaarheidsgraad achterhalen.
• Maar aan waninformatie is er geen gebrek.
• Onzin brengt meer onzin voort: irrationele en foutieve opvattingen hebben de
neiging zich te vertakken in ons denken.
Voorbeeld: Als je gelooft in astrologie ben je ook meer geneigd om te geloven in het bestaan van mediums.
Waarom is onzin zo moeilijk te ontmaskeren
• Voor een buitenstaander lijken irrationele opvattingen vreemd en absurd, maar de groep zelf heeft het vaak niet door. Denk aan een groot deel van de bevolking wat in hekserij geloofde, en dat een vrouw konijnen baarde. Ook vandaag de dag zijn er veel irrationele overtuigingen, zoals bijgeloof en ‘detox’ sapjes.
• Veel van die onzinnige overtuigingen zijn vervat in een coherent wereldbeeld, waardoor ze van binnenuit niet vreemd lijken en moeilijker te ontmaskeren zijn.
• Intuïtie of gezond verstand volstaat niet, en zijn veelal zelfs de bron van
irrationaliteit.
Betrouwbaarheid van een bewering inschatten
- Eis externe (niet psychologische) ondersteuning voor overtuigingen
- toepassen van ockhams scheermes
- op onze hoede zijn voor cognitieve valkuilen/illusies
Eis externe (niet psychologische) ondersteuning voor overtuigingen
Een beweringen moet niet zomaar aangenomen worden, omdat deze plausibel klinkt. De hoeveelheid externe ondersteuning (= de vaststelling van feiten die de bewering gaan ondersteunen) die we eisen hangt af van hoe buitengewoon de beweringen zijn. Buitengewone overtuigingen vragen buitengewoon sterk bewijs. Hoe meer een bepaalde overtuiging ingaat tegen een overtuiging waarvoor reeds veel ondersteuning bestaat, hoe sterker dat bewijs moet zijn; kwestie van bewijslast.
Toepassen ockhans scheermes
De meest economische/ spaarzame verklaring is vaak de beste. Een bewering of verklaring die zo groot is, dat die opnieuw vragen oproept, verlies aan waarschijnlijkheid. Voor graancirkels is het plausibeler om te denken dat ze gemaakt zijn door mensen die een grap uithalen dan door buitenaardse wezens, want die laatste verklaring roept veel meer vragen op.
Op onze hoede zijn voor cognitieve valkuilen
Ze zijn systematisch (omdat ons denken altijd op dezelfde manier vervormd wordt), blijvend (zelfs als we ons er van bewust zijn trappen we erin) en universeel (iedereen is er vatbaar voor).
Kansberekening
statistisch gezien is een verklaring die een deelverzameling is van een andere nooit waarschijnlijker.
Voorbeeld “Linda” probleem: Linda is 31 jaar oud, alleenstaand, openhartig en heel intelligent. Ze heeft een diploma filosofie op zak. Als studente was ze heel begaan met kwesties van discriminatie en sociale rechtvaardigheid en nam ze ook deel aan antinucleaire betogingen. Welke van onderstaande alternatieven is het meest waarschijnlijk?
I. Linda is een bank bediende.
II. Linda is een bank bediende, en is actief in een feministische
bewering.
Base rate fallacy/base rate blindness
men vergeet vaak de base rate mee te nemen, doordat de beschrijving beter bij de concepten past.
Voorbeeld: Maarten is een alleenstaande man van 45. Hij is introvert en leest heel graag. Wat is er waarschijnlijker: Maarten is een bibliothecaris (A) of Maarten is een verkoper (B)?
Voorbeeld: 1 persoon op 10 000 lijdt aan een zeldzame dodelijke ziekte. Een dokter ontwikkelt een test om de ziekte te detecteren. De test is 99,5% accuraat. Aangezien de test goedkoop is en heel accuraat beslist de regering om iedereen gratis te laten testen. Jouw test komt positief terug. Wat is de kans dat je aan de ziekte lijdt?
Statistisch denken
mensen zijn slecht om intuïtieve statische berekeningen uit te voeren.
Voorbeeld: hoeveel mensen moet je in een groep onderbrengen opdat de kans dat er 2 mensen dezelfde verjaardag hebben groter is dan de kans dat dit niet het geval is?
Exponentiële groei
onderschatten/ lineair denken.
Voorbeeld: Stel dat je een blad papier van 1mm dik onbeperkt kunt vouwen. Hoeveel keer moet je het vouwen opdat het blad tot aan de maan rijkt (zo’n 385 000 km)?
Availability bias
mensen kiezen vaak voor het antwoord wat ze zich het makkelijkst voor de geest kunnen halen.
Voorbeeld: Welke kans is groter, dat je sterft door een haaiaanval of door een losgekomen onderdeel van een vliegtuig dat naar beneden stort?
Voorbeeld: Waarvan zijn er meer Engelse woorden? Woorden die beginnen met een R of woorden die R als derde letter hebben?
- survival bias; mensen gaan de kans overschatten wanneer ze iets niet weten.
Voorbeeld: wat is de kans dat een startup slaagt?
Anchoring
getallen in een vraag vormen een anker voor de schatting in de tweede vraag; je gaat een antwoord in de buurt zoeken.
Voorbeeld: Zijn de hoogste bomen in de wereld (redwoods) volgens jou meer of minder dan 300 meter hoog? Hoe hoog zijn de hoogste bomen volgens jou?
Framing
door op een bepaalde manier iets verwoorden, en bepaalde getallen kiezen (leven of sterven), bepaalt dit jouw antwoord.
Voorbeeld: Er breekt een ziekte uit waarbij 600 mensen zullen omkomen als er niets wordt gedaan. Dokters ontwikkelen 2 behandelingen om de ziekte te bestrijden. Welke behandeling verkies je?
Frame A:
Behandeling 1: 200 mensen worden gered.
Behandeling 2: 1/3 kans dat ze allemaal gered worden, 2/3 dat ze allen sterven.
Frame B:
Behandeling 1: 400 mensen zullen sterven.
Behandeling 2: 1/3 kans dat ze allemaal gered worden, 2/3 dat ze allen sterven.
Allais paradox
als de percentages veranderen maar de verhouding niet, verandert de keuze die mensen maken.
Voorbeeld:
Je hebt 80% kans om 4000euro te winnen (A) of 100% kans om 3000 euro te winnen (B) wat verkies je?
Je 20% kans hebt om 4000 euro te winnen (A) of 25% kans om 3000 euro te winnen (B), wat verkies je?
Je hebt 45% kans om 6000 euro te winnen of 90% kans om 3000 euro te winnen, wat verkies je?
Je hebt 0,1% kans om 6000 euro te winnen of 0,2% kans om 3000 euro te winnen, wat verkies je?
Hindsight bias
men overschat de waarschijnlijkheid die ze aan deze feiten toegekend zou hebben voor de feiten, nadat de feiten zich voorgedaan hebben. Voorbeeld: Hoe groot schatte je de kans in dat Donald Trump Hillary Clinton zou verslaan in de presidentiële verkiezingen voor die plaats
vonden?
Confirmation bias
we zijn geneigd voornamelijk of zelfs uitsluitend op zoek te gaan naar informatie die onze overtuigingen bevestigen (en niet naar informatie die onze overtuigingen ontkracht).
Zelfoverschatting
veel mensen overschatten hun eigen kunnen. Depressieve mensen lijken een accurater zelfbeeld te hebben dan psychologisch gezonde mensen.