HC 3 Flashcards

1
Q

Wat is een distorsie?

A

Beschadiging van banden in en om gewrichten waardoor gewrichtsinstabilieit ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een contusie?

A

Kneuzing, (beschadiging) door direct geweld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de symptomen van acuut arterieel vaatletsel (vaatafsluiting)

A
  • Bleke huid distaal van letsel
  • Afwezige capillair refill
  • Kou bij palpatie
  • Afwezige perifere pulsaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk aanvullend onderzoek bij acuut arterieel vaatletsel?

A
  • Echo doppler
  • Angiografie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de behandeling van acuut arterieel vaatletsel?

A

Behandeling is altijd spoedeisend en bestaat uit vaatherstel, meestal met behulp van een interpositiegraft van veneus materiaal. Of de afsluiting oplossen door reponeren bij luxaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de behandeling bij een bloeding?

A
  • Directe druk
  • Hooghouden indien mogelijk
  • Drukpunten
  • Immobilisatie van fracturen
  • Hulpmiddelen voor druk
  • Tourniquets
  • Operatief (primair sluiten bloedvat/patch plastiek)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is neuropraxie?

A

Druk en rek op de zenuw, spontaan herstel binnen 6 weken en zenuw is intact.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de axonotmesis?

A

Beschadiging van de axon, maar intacte Schede van Schwann. Herstel is 1mm per dag, distaal sterft af. Axon groeit aan binnen de schede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is neurotmesis?

A

Doorsnijding van de zenuw, vorming neuroom. 10% heeft ernstige pijnklachten. Bij motorische aansturing is er irreversibel spierverlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke onderzoeken bij zenuwletsel?

A

-Vitale sensibliteit (pijn, sensibiliteit en temperatuur)
- Spiertonus (passief bewegen van ledemaat, links-rechts verschil)
- Spierkracht (spier aanspanning, weerstand bepalen, links-rechts verschil)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het compartimentsyndroom?

A

De conditie waarin de bloedcirculatie en de functie van het (neuromusculaire) weefsel in een begrensde ruimte, door een verhoogde druk binnen de ruimte, worden gecompromitteerd. Irreversibel functieverlies kan daarvan het gevolg zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke symptomen moeten aanwezig zijn voor compartimentsyndroom?

A
  • Een omhulsel waarbinnen zich neuromusculair weefsel bevindt
  • Een oorzaak voor verhoogde druk binnen dat omhulsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke symptomen bij compartimentsyndroom?

A
  • Pijn
  • Paresthesie
  • Geen pulsaties
  • Bleekheid
  • Paralyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de behandeling van compartimentsyndroom?

A
  • Strak verband/gips verwijderen
  • Fasciotomie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is crushletsel?

A

Door lokale druk ontstaat een uitgebreide beschadiging van huid, subcutis en andere weke delen en ontstaat er een grote kans op necrose van de weke delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de behandeling bij pees en band letsel?

A

Rust, drukverband/tape of operatief refixatie. De nabehandeling bestaat vaak uit gips

17
Q

Wat is de behandeling van een clavicula fractuur?

A

Met een sling, operatief plaatfixatie en tevens bandletsel behandelen

18
Q

Wat is de behandeling van een humerus fractuur?

A

Mitella/spalk, operatief afhankelijk van locatie en complexiteit

19
Q

Wat is de behandeling van een radius en ulna fractuur?

A

spalk/gips, operatief met plaat en schroeven en eventueel repositie

20
Q

Wat is de behandeling van een carpalia fractuur?

A

Onderarmspalk (met duim) en gips en operatief met schroeffixatie

21
Q

Wat is de behandeling van een metacarpalia en phalangen fractuur?

A

Volaire- en evelopspalk/gips, onderarmspalk en koker en operatief met plaatfixatie. Zelden met draadfixatie operatief

22
Q

Wat is de behandeling van een femurkop-/-hals fractuur?

A

Bijna altijd operatief

23
Q

Wat is de behandeling bij femur fractuur?

A

Tractie en gipsbroek tot 3 jaar, operatief met mergpenfixatie, fixateur externe of plaat en schroeven

24
Q

Wat is de behandeling van een patella/tibiaplateau fractuur?

A

Achterspalk/koker,ingipsen en operatief met K-draden en cerclage of platen en schroeven

25
Q

Wat is de behandeling van een enkel fractuur?

A

(ottowa ankle rules) Onderbeenachterspalk, enkeltape, gips, drukverband en operatief met plaat en schroeven

26
Q

Wat is de behandeling voor een metatarsalia fractuur?

A

Onderbeenachterspalk, operatief met cerclage, schroeffixatie en onderbeenloopgids

27
Q

Wat is de behandeling van phalangen fractuur?

A

Onderbeenachterspalk, gips, dakpanpleister en schoeisel met stugge zool

28
Q

Wat zijn de symptomen van een schouderluxatie?

A

Hevige pijn en durft arm nauwelijks te bewegen. Soms een duidelijke indeuking aan de buitenkant van de schouder te zien

29
Q

Wat zijn de symptomen van een elleboogluxatie?

A

Hevige pijn in elleboogregio met mogelijke uitstraling, zwelling rondom het ellebooggewricht en mogelijk ene verdoofd/prikkend gevoel

30
Q

Wat zijn de symptomen van een vingerluxatie?

A

Pijn, zwelling en soms verkleuring. Instabiliteit van de vinger en stijfheid van de vinger

31
Q

Wat zijn de symptomen van een patellapeesruptuur?

A
  • Niet meer gestrekt kunnen heffen
  • Delle palpabel
  • Hoogstand patella