HC 2

Question 1

welke ziekte moet je altijd uitsluiten in geval van koorts na reis naar tropen

Answer 1

malaria

Question 2

stappenplan na beet mug met malaria

Answer 2

1. muggenbeet
2. sporozoiten komen via lymfe lever in (30min)
3. infecteren hepatocyten (7-12dgn) (wel besmet, geen symptomen)
4. merozoiten verlaten de lever (<60 sec) en infecteren erytrocyten (24-72u)
5. gametocyten circuleren rond in bloed en kunnen weer opgezogen worden door andere muggen

Question 3

welke 5 plasmodium parasieten veroorzaken malaira en welke soort malaria veroorzaken ze

Answer 3

P. vivax/P. ovale: malaria tertiana
P. falciparum: malaria tropica
P. malariae: malaria quartana
P. knowlesi: malaria tropica

Question 4

welke koortspieken horen bij welke malaria

Answer 4

malaria tertiana: om 48u (ontwikkelingstijd in RBC is 48u)
malaria tropica: niet gesynchroniseerd dus kan elke koortspatroon geven
malaria quartana: om 72u (ontwikkelingstijd in RBC is 72u)

Question 5

welke klinische symptomen kan malaria besmetting geven

Answer 5

koorts
hoofd-/spierpijn
malaise
buikpijn/misselijkheid/braken
icterus/hepatosplenomegalie
diarree
weefselhypoxie
shock
orgaandysfunctie
immuun(de)activatie
anemie
trombopenie
diffuus intravasale stolling

falciparum: hart, longen, nieren, hersenen, GI dysfunctie

Question 6

waarom verloopt falciparum (tropica) fulminanter dan andere soorten

Answer 6

invasie erytrocyten (itt vivax/ovale die alleen jonge en malariae die alleen oude, kan falc alle erytrocyten infecteren)

sequestratie geïnfecteerde erytrocyten: eiwitfactor van parasiet komt tot expressie op RBCs om te binden aan epitheelcellen –> lage stroomsnelheid in capillair waardoor zieke ery kan plakken aan vaatwand en occlusie kan induceren)

Question 7

hoe kan je aangeboren resistentie hebben tegen malaria

Answer 7

• afwijkingen aan erytrocyten (hemoglobinepathie/verandering in cytoskelet)
• verminderde groei/ontwikkeling parasiet
• verhoogde klaring geïnfecteerde RBCs door sikkeling
• hemozoine geïnduceerde pathologie

Question 8

gouden standaard diagnose malaria

Answer 8

dikke druppel uitstrijk
–> malaria te herkennen als de erytrocyten met beetje cytoplasma in de kernen

Question 9

behandeling verschillende plasmodiums

Answer 9

p. falciparum: oraal AL/AP, indien ernstig dan IV artesunaat
p. malariae/knowlesi: chloroquine po
p. vivax/ovale: chloroquine po, mefloquine/AP/AL

Question 10

alarmsymptomen malaria

Answer 10

hoge koorts
huid-/slijmvliesbloedingen
hypotensie
hypoxie
ernstige dehydratie
meningeale prikkeling
veranderd bewustzijn
(+ mate progressie klachten/ernst ziekte/besmettelijkheid)

Question 11

positieve diagnose dengue adhv welke antigen

Answer 11

NS-1 antigen (vooral in begin acute fase positief)

Question 12

welke 2 muggen kunnen dengue met zich meedragen

Answer 12

aedes aegypti
aedes albopictus

Question 13

klinische verschijnselen dengue

Answer 13

87% (bijna) asymptomatisch
koorts
hoofdpijn
spier-/gewrichtspijn
misselijkheid
diarree
buikpijn
braken
huiduitslag

Question 14

incubatietijd malaria
dengue

Answer 14

4-5dgn, pas na 7dgn komen eerste sporozoiten uit lever en dus symptomen
3-14dgn (gemiddeld 5-6dgn)

Question 15

diagnostiek dengue

Answer 15

NSt Ag + viremie

Question 16

wanneer heb je kans op ernstigere dengue

Answer 16

pre-existente dengue antistoffen
epidemie met >2 serotypen
hoge viremie
DENV-1/3

Question 17

waarom heb je bij een secundaire dengue infectie meer last dan bij een primaire (immune enhancement)

Answer 17

bij een secundaire herkent de immuuncel de lichaamsvreemde eiwit dus binden ze het wel maar omdat de serotype anders is kan de immuuncel de virus niet neutraliseren en kan de virus meer schade aanrichten omdat het al gebonden is