HC 1.3 iongradiënten en membraanpotentiaal Flashcards
Door welke iongradiënt wordt de rustmembraanpotentiaal voornamelijk bepaald?
Kalium
Wat is het effect van sluiting van K-kanalen?
Depolarisatie
Waarvan is de evenwichtspotentiaal afhankelijk?
De ionconcentratie gradiënt
Beschrijf de potentiaal binnen en buiten de cel
Binnen in de cel: negatief geladen
Buiten de cel: positief geladen
Van welk ion is het grootste verschil in concentratie tussen binnen en buiten de cel?
Calcium; in cel heel weinig, buiten cel heel veel
Wat is de betekenis van iongradiënt?
Verschil in ionconcentratie tussen binnen en buiten de cel
Hoe komt het dat het voltage van de membraanpotentiaal toch groot is, terwijl het ladingsverschil maar klein is?
Het is een heel dun/klein membraan, waarover dat ladingsverschil is, waardoor het voltage van de membraanpotentiaal toch heel groot is.
Wat heb je nodig om ionen te kunnen transporteren over de membraan en waarom?
Eiwitten, want het membraan is semi-permeabel dus kunnen de ionen er niet doorheen.
Hoe werken de kanaal eiwitten?
Die kunnen opengaan en dan kunnen er een heleboel ionen tegelijkertijd doorheen tot het kanaal weer dichtgaat.
Hoe werken de carriers?
De carriers veranderen van vorm. Wanneer een ion van buiten naar binnen wilt, moet de carrier telkens van vorm veranderen.
Waardoor wordt de “neiging” van de ionen om over de membraan te gaan bepaald?
Door de elektrochemische gradiënt
- concentratie gradiënt
- elektrische gradiënt
Welke richting gaat het ionentransport door de kanalen op?
Met de elektrochemische gradiënt mee (passief transport)
Hoe kan ionentransport tegen de gradiënt in plaatsvinden?
Door energie toe te voegen (actief transport)
Noem de vier soorten membraan transport eiwitten
- porie
- kanaal
- carrier
- pomp
Noem de drie kenmerken van poriën (open/gesloten, diffusie, transport)
- langdurig open
- diffusie van vele moleculen tegelijkertijd; weinig selectief
- transport met gradient mee
Noem de drie kenmerken van ionkanalen (open/gesloten, diffusie, transport)
- twee toestanden: open en gesloten
- indien open: diffusie van vele moleculen tegelijkertijd; ion-selectief
- transport met gradient mee
Noem de drie kenmerken van carriers (open/gesloten, diffusie, transport)
- conformatie verandert beurtelings tijdens transport
- diffusie van één of enkele moleculen tegelijkertijd; selectief
- transport met gradient mee
Noem de drie kenmerken van pompen (open/gesloten, diffusie, transport)
- conformatie verandert beurtelings tijdens transport
- transport van één of enkele moleculen tegelijkertijd; selectief
- transport tegen gradient in, dus input van extra energie nodig
Noem de twee soorten actief transport
- direct (primair) gedreven door: ATP hydrolyse
- indirect (secundair) gedreven door bijv.
‘downhill’ symport van ander ion/molecuul
‘downhill’ antiport van ander ion/molecuul
Wat is uniport?
Een uniporter transporteert 1 molecuul
Wat is antiport?
Een antiporter transporteert meerdere moleculen in tegengestelde richting
Wat is symport?
Een symporter transporteert meerdere moleculen in gelijke richting
Wat is de rustmembraanpotentiaal?
De membraanpotentiaal waarbij netto geen ladingstransport plaatsvindt