HC 12 Depressie Flashcards
bipolaire depressie
afwisseling van manische en depressieve episodes
endogeen
geen reden en reageert beter op medicatie
exogeen
wel reden
2 type monoamines
- Catechleoamines
- Indoleamines
Catechleoamines
uit tyrosine: dopamine, norepinephrine en epinephrine
Indoleamines
uit tryptofaan: serfotonine en melatonine
wanneer is er geen sprake van depressie
als er genoeg norepinephrine in de synaptische spleet zit
TCA
tryclilische antidepressiva
niet specifieke effecten en binden zich aan meerdere receptoren = meer bijwerkingen
SSRI
selective serotonin reuptake inhibitors: selectief voor serotonine heropname
atypische antidepressiva
hebben gemengde effecten op noradrenaline en serotonine
SNRI
selective noradrenergic reuptake inhibitors: verhogen noradrenaline in de synaptische spleet door de noradrenerge transporter te remmen