HC 1 t/m 3

Question 1

Welke soorten fracturen heb je?

Answer 1

Dwars, oblique, spiraal

Question 2

Welke twee soorten breuken heb je extra-articulair?

Answer 2

Wedge, comminutief

Question 3

Welke twee soorten breuken heb je intra-articulair?

Answer 3

Deels articulatie en compleet articulair

Question 4

Hoe werkt de AO-classificatie van fracturen?

Answer 4

Bot heeft nummer + letter, segment (proximaal/diafysair/distaal), classificatie en groep)

Question 5

Welke kenmerken horen bij open fracturen?

Answer 5

Huid defect, bot zichtbaar, evt. zenuw-/vaat-/weke delen letsel

Question 6

Hoe classificeer je open fracturen?

Answer 6

Gustilo-Anderson;

Graad 1: prikgat, klein, schoon

Graad 2: open, groter, matig weke delen letsel

Graad 3: open wond, groter dan 5 cm, uitgebreid weke delen letsel

Question 7

Wat is het verschil tussen primaire en secundaire botgenezing?

Answer 7

Primair = direct, platen/schroeven, geen callusformatie
Secundair = indirect, externe fixateur/gips, callusformatie

Question 8

Wat zijn de vijf stappen van genezing pijpbeenderen?

Answer 8

1. Haematoom
2. Cellulaire proliferatie/differentiatie
3. Callusvorming
4. Consolidatie
5. Remodellering

Question 9

Welke onderdelen horen tot de diamond concept fractuurgenezing?

Answer 9

Scaffold, bloedvoorziening, groeifactoren, osteogenetische cellen, fractuurgenezing, stabiliteit

Question 10

Welke operatieve opties zijn er voor fracturen?

Answer 10

Pinnen, schroeven, plaatjes, K-draden, ORIF, fixateur externe, intramedullaire pin

Question 11

Wanneer gebruik je K-draden?

Answer 11

Enkelvoudige fracturen/kinderen

V: percutane techniek, makkelijk te verwijderen
N: gips nabehandeling met stijfheid als gevolg, infectie entreepunten

Question 12

Wanneer gebruik je fixateur externe?

Answer 12

Zeer comminutieve fracturen/slechte weke delen

V: minimale ingreep om te plaatsen
N: infectie pin-tracts, stijfheid, stellage aan je ledemaat

Question 13

Wanneer gebruik je een intramedullaire pen?

Answer 13

Als het mogelijk is

V: kleinere snedes, biomechanisch steviger, geen risico uitbreken osteosythese materiaal
N: geen volledig anatomisch herstel

Question 14

Wat voor vormen van gestoorde botgenezing heb je?

Answer 14

Delayed union = duurt langer, wel binnen zes maanden
Mal-union = verkeerde sluiting
Non-union = gaat niet meer sluiten, zes maanden voorbij

Question 15

Welke oorzaken heeft non-union?

Answer 15

Interpositie, fractuur defect/sterk comminutief, doorbloedingsstoring, infectie, metabole stoornissen, iatrogeen

Question 16

Hoe behandel je non-union?

Answer 16

Garanderen stabiliteit, exciteren interpositie, bestrijden infectie, spongiosa plastiek, planning benadering, aanvullende maatregelen

Question 17

Wat is in 99% van de gevallen de soort distale radiusfractuur?

Answer 17

Collesfractuur, smith bij ouderen

Question 18

Hoe noem je een deels articulaire fractuur in de distale radius, niet heel complex?

Answer 18

3RB1

Question 19

Welke drie columns heb je in je pols?

Answer 19

Radial column, intermediate column, ulnar column

Question 20

Welke polsbotjes heb je?

Answer 20

Scapoideum Lunatum Triquetrum Pisiforme Trapezium Trapezoideum Capitum Hamatum

She looks too pretty, try to catch her

Question 21

Wat is een SL-laesie?

Answer 21

Ruptuur aan ligament Voltaire of dorsale zijde tussen scaphoid en lunatum; te zien als grote ruimte ertussen

Question 22

Wat is het TFCC?

Answer 22

Triangular Fibrocartilage Complex

Question 23

Waaruit bestaat het TFCC?

Answer 23

• Dorsale en Voltaire radio-ulnaire ligamenten
• Cartilagineuze discus
• Peesschede extensor Capri ulnaris
• Ulnocarpale ligamenten

Question 24

Uit hoeveel botjes bestaat de hand?

Answer 24

27: 14x falangeale, 5x middenhandsbeentje, 8x carpale

Question 25

Uit wat bestaat de carpale tunnel?

Answer 25

8x carpale, flexor retinaculum en n. medianus

Question 26

Welke intrinsieke handspieren heb je?

Answer 26

m. thenar, m. hypothenar, m. adductor pollicis, mm. interossei, mm. lumbricales

Question 27

Aan welke kant van de hand lopen de extensorpezen? Hoeveel?

Answer 27

Dorsaal, 9x

Question 28

Welke pezen zijn zichtbaar in de hand?

Answer 28

extensor digitorum communis (edc), extensor pollicis longus (epl), extensor pollicis brevis (epa) en adductor pollicis longus (apl)

Question 29

Aan welke kant van de hand lopen de flexorpezen?

Answer 29

Volair

Question 30

In wat zijn flexorpexen gehuld?

Answer 30

Synoviale omhulsels, wat ze vatbaarder maakt voor infecties van diepe weefsels

Question 31

Welke flexorpezen van de hand zijn zichtbaar?

Answer 31

flexor carpi radialis, flexor carpi ulnaris, palmaris longus

Question 32

Welke richting wijzen vingers heen bij normale flexie hand?

Answer 32

Scaphoid

Question 33

Welke buigpezen hebben de vingers?

Answer 33

Allemaal 2 (FDS/FDP) + duim; FDP is DIP, FDS is PIP

Question 34

Welke twee letsels kennen de pezen in de vingers?

Answer 34

Boutonnière en zwanenhals

Question 35

Hoe voer je LO uit bij achillespeesruptuur?

Answer 35

Patiënt met voeten over rand van bed positioneren, palpatie van de gehele lengte van de spierpeeseenheid tijdens actieve en passieve bewegingen, vergelijk peesbreedte met andere kant

Question 35

Hoe voer je LO uit bij achillespeesruptuur?

Answer 35

Patiënt met voeten over rand van bed positioneren, palpatie van de gehele lengte van de spierpeeseenheid tijdens actieve en passieve bewegingen, vergelijk peesbreedte met andere kant

Question 35

Hoe voer je LO uit bij achillespeesruptuur?

Answer 35

Patiënt met voeten over rand van bed positioneren, palpatie van de gehele lengte van de spierpeeseenheid tijdens actieve en passieve bewegingen, vergelijk peesbreedte met andere kant