HC 1-3 Flashcards
Wat is ‘filosofie’?
Plato / Aristoteles:
“Filosofie is de radicalisering van de verwondering.” ❑Verwondering→stilstand in het denken ❑Niet ‘verklaren’, maar ‘schouwen’
Wanneer treedt verwondering op? ❑… als vertrouwdheid wegvalt
Verschillende reacties mogelijk:
❑ Relativisme
❑Filosofie: methodisch en systematisch ordenen van de ervaring
filosofie voor kant
“Filosofie als kritische houding.” Motto van de Verlichting:
sapere aude – durf te denken
Kant maakt een onderscheid tussen ‘verstand’ en ‘rede’
Filosofie als kritische houding van de rede.
wat is de rede?
De rede ‘begrijpt’ wat in de zintuigen is gegeven. De rede zoekt naar inzicht en begrip.
wat is het verstand
Het verstand ‘vat’ wat in de zintuigen is gegeven. Het verstand als middel om een doel te bereiken.
filosofie voor Wittgenstein
“Filosofie is een strijd tegen de beheksing van ons verstand door de middelen van de taal.”
Gevangen in taalspelen en concepten? ❑‘Tafelpoten’ = ‘legs of the table’?
❑‘Rebellen’ of ‘vrijheidsstrijders’? ❑‘Ongeboren leven’ of ‘vrouwelijke
gameten’
Filosofie: taalanalyse om (verborgen) aannames te ontmaskeren.
in het kort de betekenis van filosofie voor de drie mannen:
Plato / Aristoteles: “Filosofie is de radicalisering van de verwondering.”
Kant: “Filosofie als kritische houding van de rede, op zoek naar inzicht.”
Wittgenstein: “Filosofie als taalanalyse om (verborgen) aannames te ontmaskeren.”
Overeenkomsten tussen de verschillende definities (…):
- Vraagtekens zetten bij dat wat vanzelfsprekend lijkt
- (Zeker wanneer een model of een visie op grenzen stuit)
- Dan kritisch kijken naar de verborgen aannames (het onderliggende kader analyseren)
- Resultaat: ‘redelijk’ verworven inzicht en begrip
type filosofische analyse
Het onderzoek naar ‘intelligentie’.
Imperialisme van economische denkwijze.
Motor-actie controverse.
Thomas Kuhn, wat deed hij
Thomas Kuhn
“De wetenschapper heeft een paradigmatische bril op en die bril bepaalt de aard van de wereld van de onderzoeker.”
Introductie van de term ‘paradigma’.
De wetenschapsfilosofie van Kuhn:
“De wetenschapper heeft een paradigmatische bril op en die bril bepaalt de aard van de wereld van de onderzoeker.
“Het lijkt dan wel of de professionele gemeenschap plotseling is overgeplaatst naar een andere planeet, waar vertrouwde objecten in een nieuw licht worden gezien en nog onbekende dingen ontdekt worden.”
soorten mensbeelden:
❑Calvinisme →mens is geneigd tot alle kwaad ❑Humanisme →mens is in principe goed
Voorbeeld 2 ‘achterliggend’ mensbeeld: ❑Biopsychiatrie →mens is een organisme ❑Psychotherapie →mens is een sociaal wezen
wat is een mensbeeld?
gedachte over wat een mens in essentie is
Meestal is ons lichaam ‘terhanden’:
zonder nadenken lopen, fietsen en sporten we in interactie met de omgeving.
Na een blessure is ons lichaam ‘voorhanden’:
we moeten nadenken hoe we moeten bewegen en zien ons lichaam als
een ‘ding’ dat in reparatie is.
wat is voorhanden en wat voor mensbeeld hoort hierbij?
Geest inzetten om op kantoor te werken. Lichaam onderhouden in de sportschool.
Bijbehorend mensbeeld:
De geest zet het lichaam in als een instrument om gezond te blijven, zoals het brein het lichaam stuurt bij bewegen (motorparadigma).
wat is de motor-actie controverse?
“Theorieën over bewegen zijn gebaseerd op aannames: ze gaan uit van bepaalde vooronderstellingen over hoe de wereld, het lichaam en het brein in elkaar steken.”
“Deze aannames (‘onderliggende assumpties’) zijn niet het resultaat van experimenteel bewegingswetenschappelijk onderzoek maar komen vaak voort uit eeuwenoude filosofische debatten.”
wat houdt de motorparadigma in?
❑Bewegen is verplaatsen in de ruimte.
❑Bewegingen van levende wezens kunnen verklaard worden in
termen van de mechanica.
❑Het intelligente brein stuurt het passieve lichaam aan.
wat houdt het actieparadigma in?
❑Bewegen is het realiseren van ‘een relatie met de omgeving’. ❑Begrijpen van ‘bewegen’ vereist een eigen conceptueel kader. ❑Beweging als interactie tussen zenuwstelsel, spieren/botten en
omgeving.
wat zegt Swaab over Relatie brein – lichaam
Swaab: Veel processen verlopen via het brein zonder dat ons ‘bewustzijn’ (onze hersenschors in termen van Swaab) er aan te pas komt. Verliefdheid bv. is een ‘automatisch proces’ waarbij wij niet bewust betrokken zijn.
motor
wat zegt Metzinger over Relatie brein – lichaam
Metzinger: Hersenen creëren een betekenisvol beeld van de werkelijkheid op basis van zintuiglijke informatie. Hersenen scheppen een interface tussen de werkelijkheid en onze ervaring van de werkelijkheid.
motor
wat zegt Durston over Relatie brein – lichaam
actie
Durston: Ons bewustzijn is veel complexer dan iets wat puur voortkomt uit de hersenfunctie; mensen zijn onderdeel van een groot, onderling verbonden systeem en we zijn voortdurend op
verschillende manieren in contact met onze omgeving.
waar stond Socrates voor?
wat bedoel je? klopt het?
waar stond Plato voor?
onderscheiden menen en weten
wat is Menen en weten?
(Socrates en) Plato:
❑Menen: heeft betrekking op de zintuiglijke werkelijkheid. ❑Weten: heeft betrekking op een stabiele, rationele orde.
wie en wat was Aristoteles?
Aristoteles (384-322 v. Chr.): leven en werk
❑ Meest briljante leerling van Plato. Verlaat Plato’s Academie en sticht een eigen school (Lyceum).
❑Kende de werken van zijn tijdgenoten (‘de lezer’).
❑Veel eigen waarnemingen (biologie / politiek / astronomie / …).
❑De ‘mythe’ van het verloren gegane werk…, wel: het is onaf.
❑Invloed: ‘de Filosoof’ volgens de late Middeleeuwen.
hoe deed Aristoteles als onderzoek
Aristoteles gaat consequent empirisch te werk (belangrijke rol voor de observatie), maar:
❑Niet experimenteel ❑Niet kwantitatief
De observatie levert echter geen ‘echte, onveranderlijke kennis’, maar uitsluitend ‘ervaringskennis’ van de concrete dingen (‘accidenten’ en ‘substanties’).
• Accidenten zijn de ‘toevallige’ eigenschappen van de dingen.
• Substanties zijn de fundamentele bestanddelen van de werkelijkheid: de (‘dragers’ van de) afzonderlijke eigenschappen.
‘Echte kennis’ gaat over de substantie
wat is substantie?
Substantie: het geheel van vorm (het wezen van de substantie) en materie (het materiaal waarvan de substantie is gemaakt).
wat is vorm?
Vorm: ‘datgene wat iets maakt tot wat het werke- lijk is, de interne structuur en bezielende kracht van een ding, de factor die het potentieel ervan realiseert, zodat het datgene wordt wat het is.’
Beweging volgens Aristoteles:
de overgang van ‘potentie’ naar ‘act’ door inwendige en uitwendige oorzaken.