Havo 3 H1 woordjes Flashcards
la photo
de foto
le message
het bericht
la réaction
de reactie
le commentaire
het commentaar
le site (web)
de (web)site
l’appli v
de app
les réseaux sociaux m mv
de social media
le portable
de mobiele telefoon
l’addition v
de rekening
dire
zeggen
penser
denken
attendre
wachten
utiliser
gebruiken
travailler
werken
payer
betalen
j’y vais
ik ga weg
il voit
hij ziet
donne-moi
geef mij!
j’ai vu
ik heb gezien
amuse-toi bien!
veel plezier!
on était
wij waren
tu vas bien?
gaat het goed met je?
bienvenue
welkom
à plus
tot later
grace à
dankzij
devant
voor (plaats)
derrière
achter
près de
dichtbij
heureux,- euse
gelukkig
drole
grappig
les gens m mv
de mensen
la tete
het hoofd
le temps
de tijd
le truc
het ding
presque
bijna
pourtant
toch
maintenant
nu
avoir besoin (de)
nodig hebben
oublier
vergeten
arreter
stoppen
né(e)
geboren
facile
makkelijk
nouveau, nouvelle
nieuw
vieux, vieille
oud
bon. bonne
goed
le conseil
het andvies
la raison
de reden
la dent
de tand
le sens de l’humour
het gevoel voor humor
faire attention à
opletten
télécharger
downloaden
garder
bewaren
montrer
laten zien
la meilleure ami
de beste vriend
marrant(e)
grappig
intilligent(e)
slim
méchant(e)
gemeen
égoïste
egoïstisch
timide
verlegen
paresseux,-euse
lui
souvent
vaak
une fois par semaine
een keer per week
je la connais
ik ken haar
au club de sport
op de sportclub
à l’école
op school
au travailler
op het werk
chez des amis
bij vrienden
regader la télé
televisie kijken
faire du sport
sporten
jouer de la guitare
gitaar spelen
bavarder
kletsen
l’or m
het goud
l’argent m
het geld, het zilver
le prix
de prijs
le parfum
de smaak
par an
per jaar
cent
honderd
mille
duizend
un million
een miljoen
impossible
onmogelijk
pauvre
arm
cher, chère
duur
américain (e)
Amerikaans
mieux
beter
vendre
verkopen
exister
bestaan
savoir
weten
le visiteur
de bezoeker
le concours
de wedstrijd
le cerveau
de hersenen
en moyenne
gemiddeld
admirer
bewonderen
prouver
bewijzen
compter
(mee)tellen
fêter
vieren