H9. Hoeken en rechten Flashcards
Definitie “Nulhoek”
Een nulhoek is een hoek van 0°.
Definitie “Gestrekte hoek”
Een gestrekte hoek is een hoek van 180°.
Definitie “Rechte hoek”
Een rechte hoek is een hoek van 90°.
Definitie “Stompe hoek”
Een stompe hoek is een hoek die groter is dan 90°, maar kleiner dan 180°.
Definitie “Scherpe hoek”
Een scherpe hoek is een hoek die groter is dan 0°, maar kleiner dan 90°.
Definitie “Volle hoek”
Een volle hoek is een hoek van 360°
Definitie “Inspringende hoek”
Een inspringende hoek is een hoek die groter is dan 180°, maar kleiner dan 360°.
Definitie “Bissectrice van een hoek”
De bissectrice van een hoek is de rechte die de hoek in twee gelijke hoeken verdeelt.
Een ander woord voor “de bissectrice van een hoek” is “deellijn”.
Vergeet geen merktekens te plaatsen!
Het lijnstuk benoem je door een kleine letter.
Definitie “Middelloodlijn van een lijnstuk”
De middelloodlijn van een lijnstuk is de loodlijn door het midden van het lijnstuk.
Eigenschap van “Evenwijdige rechten”
Als twee rechten evenwijdig zijn met eenzelfde rechte, dan zijn die rechten onderling evenijdig.
Eigenschap van “Loodrechte rechten”
Als twee rechten loodrecht staan op eenzelfde rechte, dan zijn die rechten onderling evenwijdig.
Notatie van twee rechten, a en b, die loodrecht op elkaar staan:
a⟂ b
Notatie van twee rechten, a en b, die evenwijdig zijn:
a // b
Eigenschap van een “Snijdende rechte”
Als een rechte één van de twee evenwijdige rechten snijdt, dan snijdt ze de andere ook.
Eigenschap van een “Loodrechte rechte”
Als een rechte loodrecht staat op één van twee evenwijdige rechten, dan staat ze ook loodrecht op de andere.