H4. Meten en tekenen Flashcards
Wat zijn de 6 grootheden?
- Lengte
- Inhoud
- Massa
- Hoekgrootte
- Temperatuur
- Tijd
Wat is het symbool van LENGTE, en de gebruikte eenheid (met symbool)
b
Eenheid = meter (m)
Wat is het symbool van INHOUD, en de gebruikte eenheid (met symbool)
c
Eenheid = liter (l)
Wat is het symbool van MASSA, en de gebruikte eenheid (met symbool)
a
Eenheid = kilogram (kg)
Wat is het symbool van HOEKGROOTTE, en de gebruikte eenheid (met symbool)
d
Eenheid = graden (°)
Wat is het symbool van TEMPERATUUR, en de gebruikte eenheid (met symbool)
e
Eenheid = graden Celcius (°C)
Wat is het symbool van TIJD, en de gebruikte eenheid (met symbool)
f
Eenheid = seconden (s)
Hoe noteer je een lijnstuk van punt A naar punt B?
|AB|
Hoe duid je even lange lijnstukken aan?
Met eenzelfde merkteken.
vb: I, II, x, o, *, …
Hoe noteer je hoeken?
BÂC
De letter van de hoek krijgt een kapje
Hoe noteer je verschillende hoeken met hetzelfde hoekpunt?
¹, ², …
De letter van de hoek krijgt een index nummer
Hoeken kan je ook benoemen door Griekse letters.
Wat is het symbool voor ALPHA?
Wat is het symbool voor BÈTA?
Ken je ook het symbool GAMMA of DELTA?
ALPHA = α
BÈTA = β
GAMMA = γ
DELTA = δ
Wat is één kilometer (notatie en hoeveel meter?)
1 km = 1000 m
Wat is één hectometer (notatie en hoeveel meter?)
1 hm = 100 m
Wat is één decameter (notatie en hoeveel meter?)
1 dam = 10 m