H4. Meten en tekenen Flashcards

1
Q

Wat zijn de 6 grootheden?

A
  • Lengte
  • Inhoud
  • Massa
  • Hoekgrootte
  • Temperatuur
  • Tijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het symbool van LENGTE, en de gebruikte eenheid (met symbool)

A

b

Eenheid = meter (m)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het symbool van INHOUD, en de gebruikte eenheid (met symbool)

A

c

Eenheid = liter (l)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het symbool van MASSA, en de gebruikte eenheid (met symbool)

A

a

Eenheid = kilogram (kg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het symbool van HOEKGROOTTE, en de gebruikte eenheid (met symbool)

A

d

Eenheid = graden (°)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het symbool van TEMPERATUUR, en de gebruikte eenheid (met symbool)

A

e

Eenheid = graden Celcius (°C)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het symbool van TIJD, en de gebruikte eenheid (met symbool)

A

f

Eenheid = seconden (s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe noteer je een lijnstuk van punt A naar punt B?

A

|AB|

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe duid je even lange lijnstukken aan?

A

Met eenzelfde merkteken.

vb: I, II, x, o, *, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe noteer je hoeken?

A

BÂC

De letter van de hoek krijgt een kapje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe noteer je verschillende hoeken met hetzelfde hoekpunt?

A

¹, ², …

De letter van de hoek krijgt een index nummer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoeken kan je ook benoemen door Griekse letters.

Wat is het symbool voor ALPHA?
Wat is het symbool voor BÈTA?
Ken je ook het symbool GAMMA of DELTA?

A

ALPHA = α
BÈTA = β
GAMMA = γ
DELTA = δ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is één kilometer (notatie en hoeveel meter?)

A

1 km = 1000 m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is één hectometer (notatie en hoeveel meter?)

A

1 hm = 100 m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is één decameter (notatie en hoeveel meter?)

A

1 dam = 10 m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is één meter (notatie en hoeveel meter?)

A

1 m = 1 m

17
Q

Wat is één decimeter (notatie en hoeveel meter?)

A

1 dm = 0,1 m

18
Q

Wat is één centimeter (notatie en hoeveel meter?)

A

1 cm = 0,01 m

19
Q

Wat is één millimeter (notatie en hoeveel meter?)

A

1 mm = 0,001 m

20
Q

Zet de lengtematen van groot naar klein (van 1000 m naar 0,001 m)

A

km - hm - dam - m - dm - cm - mm

21
Q

Wat wil elk blokje op deze schaal zeggen, als elk blokje 1 cm groot is?

A

Elk blokje van 1 cm is in werkelijkheid 5 kilometer