H8 - Cultuur van het moderne Flashcards
abstracte kunst
Kunst waarin het afbeelden of verbeelden van natuurlijke waarneembare voorstellingen geen rol speelt. Vormen, kleuren en lijnen spelen een zelfstandige rol. Ook wel: non-figuratieve kunst.
assemblage
Werk dat naast verf bestaat uit allerlei andere materialen die op of aan het platte vlak zijn bevestigd.
atonaal
Het ontbreken van een tooncentrum, niet in een bepaalde toonsoort gecomponeerd.
attractiemontage
In de montage van een film toevoegen van beelden die niets te maken hebben met het vorige beeld, maar het toch betekenis geven
Ausdrucktanz
Duitse expressionistische dans waarin academische regels worden genegeerd en pantomime geïntegreerd om te komen tot een grotere uitdrukkingskracht. (Mary Wigman)
avant-garde
Letterlijk: voorhoede. Aanduiding voor een kunstgroepering die experimenteert met vernieuwing en zich verzet tegen de geldende maatschappelijke en culturele orde. Belangrijke voorbeelden: dada en futurisme
Bauhaus
Kunstopleiding gesticht in 1919 te Weimar met nadruk op toegepaste kunsten en industriële vormgeving. Door het politieke klimaat in Duitsland, houdt het Bauhaus in 1932 op te bestaan.
biomechanica
Door Vsevolod Meyerhold ontwikkelde training voor toneelspelers om het menselijke lichaam op mechanische wijze - als een machine - te kunnen inzetten op het toneel
blues
Een van de oudste vormen van zwarte Amerikaanse muziek, ontstaan tegen het einde van de negentiende eeuw. De blues kent vaste regels, zoals het (twaalfmatige) akkoordenschema, het vaak slepende tempo, drieregelige coupletten en een droevige inhoud
cakewalk
Rond de eeuwwisseling ontstane dans onder zwarte Amerikanen, een spottende imitatie op het dansen van de blanken. Snelle en wild uitgevoerde dans in tweedelige maat
CIAM
Congrès Internationaux d’Architecture Moderne. Internationale organisatie die richtlijnen optstelt voor vernieuwing in de architectuur. In Nederland ook wel het Nieuwe Bouwen.
collage
Benaming voor kunstwerken waarbij knipsels, afval, foto’s en dergelijke op een ondergrond worden geplakt, al dan niet in combinatie met een schildering of tekening.
constructivisme
Kunststroming met accent op materiaalonderzoek en constructie. Abstracte, veelal ruimtelijke kunst en ontwerpen voor toegepaste kunst.
constructivistisch theater
Theatervorm ontwikkeld door o.a. Meyerhold na de Russische Revolutie. Nadruk op niet-naturalistisch spel en industrieel ogende decors
dada
Internationale artistieke beweging actief tussen 1915 en 1926 op het gebied van literatuur, beeldende kunst, muziek en theater. Benadrukken van toeval, spontaniteit, absurditeit
Entartete Kunst
Benaming in nazi-Duitsland (1933-1945) voor ongewenste (‘ontaarde’) kunst
episch theater
Theatervorm ontwikkeld door Brecht met een duidelijke politieke-maatschappelijke achtergrond. Spreekt eerder het verstand dan het gevoel van de toeschouwer aan. Sterk verbonden met Brecht