H8 Flashcards
1
Q
Stamcellen
A
kunnen uitgroeien tot elke mogelijke cel
2
Q
Voorlopercellen
A
Afgeleid van stamcel –> migreert en produceert een neuron of gliacel
3
Q
Blast
A
Cellen die ontstaan uit voorlopercellen en zelf niet meer delen, lopen uit tot neuronen en gliacellen
4
Q
Gespecialiseerde cellen
A
neuronen en gliacellen differentieren en krijgen een specifieke functie
5
Q
Stadia ontwikkeling zenuwcelllen
A
- neurogenese/glianese: cegeboorte; ontstaan can zenuwcellen uit stamcellen in de neurale buis
- migratie: reis naar de juiste plaats
- Differentiatie: wat voor soort type cel wordt het
- maturatie: groei van dendrieten en axonen
- synaptogenese: vorming van synapsen
- afsterven en snoeien: overbodige cellen sterven af.
- myelinisatie: de vorming van myeline
