H7: Monetaire politiek Flashcards

1
Q

Waar staat ECB voor

A

Europese Centrale Bank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat was de eerste fase in het ontstaan van de ECB

A

De EMU (= Economische Monetaire Unie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat was de tweede fase in het ontstaan van de ECB

A

Oprichting van het EMI (= Europees Monetair Instrument) en de ECB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat waren de twee belangrijkste taken van het EMI

A

Versterken van de samenwerking tussen de centrale banken en de coördinatie van het monetair beleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar heeft het EMI de voorbereidingen voor getroffen

A

De ESCB (= Europees stelsel van Centrale Banken) voor vervoer van gemeenschappelijk monetair beleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer werd de ECB opgericht

A

1 juni 1998

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat was de derde fase in het ontstaan van de ECB

A

Vaststelling wisselkoersen en de euro werd ingevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie is de voorzitter van de ECB

A

Christine Lagarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie is de Belgische gouverneur van de ECB

A

Pierre Wunsch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de taken van de directie in de ECB

A

Uitvoeren van het monetair beleid, verantwoordelijk voor lopende zaken van de ECB en bevoegdheden en taken uitoefenen toevertrouwd door de Raad van bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de taken van de Raad van bestuur in de ECB

A

Formuleren van het monetaire beleid en goedkeuren van besluiten in kader van banktoezicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is de Algemene raad er

A

Van toepassing zo lang niet-EURO-landen deel uitmaken van de ECB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de taken van de Algemene raad

A

Regels en maatregelen vastleggen voor algemene en onderlinge samenwerking, adviesfunctie van de ECB en verzamelen van statistieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de taken van de Raad van toezicht

A

Toezichthoudende taken van de ECB te bespreken, plannen en uitvoeren en besluiten opstellen volgens geen-bezwaar-procedure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het hoofddoel van het monetair beleid

A

Het hoofddoel is het handhaven van prijsstabiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke statistieken worden er aan de ECB en de Europese commissie bezorgd

A

Monetaire en financiële statistieken, statistieken over de internationale reserves van het Eurosysteem en statistieken over de nominale en reëel-effectieve wisselkoers van de EURO

17
Q

Hoe zorgt men voor financiële stabiliteit en macroprudentieel beleid

A

Ontwikkelingen in de banksector volgen, kwetsbaarheden vaststellen, schokbestendigheid financieel stelsel controleren en eventuele besmettingseffecten beperken

18
Q

Wat zijn de gevolgen van prijsstabiliteit

A
  1. Onzekerheid prijsontwikkeling daalt 2. Transparantere prijzen 3. Lagere inflatierisicopremies in de rente 4. Bijkomende indekkingen overbodig 5. Minder verstorende impact op belasting- en socialezekerheid 6. Geen beperkte daling van reële-geldsaldi 7. Minder impact op vermogen en kredieten 8. Draagt bij aan stabiliteit van banken 9. Inflatie als maatstaf voor prijsstabiliteit 10. HICP = Harmonised Index of Consumer Prices 11. Brede referentie index
19
Q

Wat zijn de twee pijlers van de monetaire beleidsstrategie

A

Economische analyse en monetaire analyse

20
Q

Wat analyseert de economische analyse

A

Begrotingsbeleid, arbeidsmarktsituatie, prijs- en kostenindicatoren, evolutie in wisselkoersen en financiële markten

21
Q

Wat analyseert de monetaire analyse

A

Geldgroei M3, groei reële BBP, inflatie en veranderingen omloopsnelheid

22
Q

Wat zijn de permanente faciliteiten van financiële instrumenten

A

Marginal lending (korte termijn), overnight deposit, main refinancing operations (=MRO) en ECB-rentetarieven

23
Q

Waar staat APP voor

A

Asset Purchase Programme

24
Q

Waar wordt een APP voor gebruikt

A

Het opkopen van publieke en private obligaties