H6: Sparen en beleggen Flashcards

1
Q

Wat zijn de eigenschappen van een spaarrekening

A

Direct opvraagbaar, niet voor onmiddellijke besteding en rendement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vanaf hoeveel renteopbrengst moet je roerende voorheffing betalen

A

€990.01

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel procent bedraagt de roerende voorheffing

A

15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel procent bedraagt de roerende voorheffing bij een niet-gereglementeerde spaarrekening

A

30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar zijn de herfinancieringsrente gekoppeld

A

De basisrente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat het rendement van een spaarrekening

A

Basisrente + getrouwheidspremie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de twee voorwaarden van de basisrente

A

Ofwel maximum 3% ofwel het % van de herfinancieringsrente van de ECB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer worden de basisrenten verworven

A

Vanaf de eerste dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer worden de basisrente gestort

A

Jaarlijks (01/01/xx)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de twee voorwaarden van de getrouwheidspremie

A

Niet meer dan 50% van de maximale toegestane basisrente of niet minder dan 25% van de aangeboden basisrente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer worden getrouwheidspremies verworven

A

Na 12 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer worden de getrouwheidspremies gestort

A

Trimestrieel (01/01, 01/04, 01/07, 01/10)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Volgens welke methode worden de getrouwheidspremies betaald

A

LiFo-methode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn enkele voorbeelden van bijzondere spaarrekeningen

A

Online spaarrekeningen, babyspaarrekeningen, woonspaarrekeningen, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer betaal je roerende voorheffing bij een niet-gereglementeerde spaarrekening

A

Vanaf de eerste euro renteopbrengst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Op welke termijnen kan je bij een termijnrekening beleggen

A

Van 1 maand tot 10 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoeveel roerende voorheffing betaal je op een termijnrekening

A

30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Is het mogelijk op je geld eerder op te vragen van een termijnrekening

A

Ja dit kan toegelaten worden maar je moet wel een verbrekingsvergoeding betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Door wie wordt een kasbon uitgegeven

A

Door financiële instellingen

20
Q

Wat krijg je op de einddatum

A

Uitgifte + terugbetaling, steeds à pari

21
Q

Hoeveel roerende voorheffing betaal je op een kasbon

A

30%

22
Q

Met welke soorten risico moet je rekening houden bij het beleggen

A

Debiteurenrisico, renterisico, inflatierisico, valutarisico

23
Q

Welke drie vormen van uitgifte zijn er

A

à pari, beneden pari en boven pari

24
Q

Welke kosten heb je steeds bij een belegging

A

Instapkosten, uitstapkosten en beheerskosten

25
Q

Waar staat BDFI voor

A

Beschermingsfonds voor Deposito’s en Financiële Instrumenten

26
Q

Welke 2 instellingen biedt het BDFI aan

A

Garantiefonds en beschermingsfonds

27
Q

Wat zijn de voorwaarden van het BDFI

A

Maximum €100 000 per persoon per instelling

28
Q

Voor welke tegoeden houdt het BDFI zich bezig

A

Zicht-, spaar- en termijnrekeningen, kasbon, verzekeringen tak 21, aandelen uitgegeven door coöperatieve vennootschappen

29
Q

Wat is de maximale vergoeding voor financiële instrumenten

A

€20 000

30
Q

Waar staat MiFiD voor

A

Markets in Financial Instruments Directive

31
Q

Sinds wanneer bestaat MiFiD

A

Sinds 2007

32
Q

Welke vier criteria heeft het MiFiD voor het beleggersprofiel

A

Financiële situatie, kennis en ervaring met beleggen, beleggingsdoelstellingen en houding tegenover risico

33
Q

Wat is de functie van een ratingbureau

A

Geeft kredietwaardigheid weer van de emittent

34
Q

Hoe heet het aanpassen van de rating van een ratingbureau

A

Upgrading of downgrading

35
Q

Wat is een obligatie

A

Een lening aangegaan door bedrijf of overheid bij de beleggers

36
Q

Welke soorten obligaties bestaan er

A

Gewone obligatie, achtergestelde obligatie, nulcouponobligatie en converteerbare obligaties intrest

37
Q

Waar kan je obligaties kopen en verkopen

A

Primaire markt of secundaire markt

38
Q

Wat is een aandeel

A

Een stuk van het kapitaal in een onderneming

39
Q

Heeft een aandeelhouder medezeggenschap

A

Ja, aandeelhouders hebben medezeggenschap

40
Q

Welke soorten aandelen zijn er

A

Gewone aandelen, preferente aandelen, cyclische aandelen en aandelen in een holding

41
Q

Waar staat ICB voor

A

Instelling voor collectieve beleggingen

42
Q

Welke tak is een beleggingsfonds

A

Dit is een tak 23

43
Q

Wat zijn de voordelen van een fonds

A

Kennis van de fondsbeheerder, risicospreiding, beleggen van een (relatief) klein bedrag, beleggen in producten niet toegankelijk voor particulieren, mogelijkheid van kapitaalgarantie en fiscaal voordeel

44
Q

Welke soorten beleggingsfondsen zijn er

A

Monetaire fondsen, obligatiefondsen, aandelenfondsen, gemende fondsen, vastgoedfondsen, pensioenspaarfondsen, fondsen met kapitaalbescherming en structured notes

45
Q

Welke kosten zijn er bij beleggingsfondsen

A

Instapkost, beheerskosten, uitstapkosten en eventuele beurstaks