h6 Zuid-Amerika Flashcards
stereotypen
onvolledig en gebaseerd op vooroordelen
culturele dimensie: muziek, dans, sport, kleding en religie
politieke dimensie: corrupt, instabiliteit
natuur: brazilie een groot regenwoud
mental map en perceptie
kaart van een gebied die je in je hoofd hebt, hoe beter je land kent hoe gedetailleerder de kaart
hoe slechter je gebied kent hoe gevoeliger stereotypes
perceptie door eigen ervaringen en kennis, gebied verschillend ervaren door verschillende achtergronden
geografisch beeld
concrete, controleerbare geografische kenmerken, ligging inrichting vd ruimte en bevolkingskenmerken
etnische en culturele diversiteit
spaanse en portugese kolonisten brengen veel ziekte naar inheemsen, weinig van over
slaven uit afrika om werken op plantages
na afschaffing slavernij andere europeanen en aziaten
mix inheems en spaans/portugees: mestizering
vermengen veel culturen, ook globalisering neemt culturele diffusie en amerikanisering toe (tv en sociale media)
in dagelijks leven spelen etnische en sociale verschillen grote rol, huidskleur kan plek in samenleving bepalen
waar concentreren maatschappelijke problemen zich
favela’s (dichtbij centrum), sloppenwijken (rand vd stad)
bevolkingsspreiding en druk
tropisch regenwoud: langs rivieren, transportaders
andes: hoger gelegen, gunstig landbouw
kolonisten: lager gelegen delen voor plantages, tropisch klima goed voor suikkerriet, cacao en koffie
vanaf koloniale tijd: langs kust, door trek platteland naar stad zijn hier megasteden ontstaan
aanleg wegen binnenland = steeds meer opengelegd, ontwikkeling landbouw binnenland en exploitatie grondstoffen hier nieuwe middelgrote steden, vooral door sociale bevolkingsgroei groeien
meeste landen fase 4, platteland en favela’s nog wel hoog geboortecijfer. overheidsprogramma’s gezinsplanning vooral op armere groepen gericht
Elite ad macht
Koloniale periode: op latifundia, kregen spaansen en portugezen recht inheemse bevolking voor zich te laten werken: clientelisme: iemand met macht beschermt mensen met weinig geld die in ruil daarvoor arbeid leveren of politiek steunen
–> deze informele machtsstructuur: machtsmisbruik en vriendjespolitiek spelen belangrijke rol, bestaat naast formele machtsstructuur
na onafhankelijk: macht in handen elite (vaak grootgrondbezitters SP en POR) –> oligarchie
geinvesteerd in grootschalig landbouw met handelsgewassen (cash crops) –> export hiervan = elite veel geld
Ook opkomende industrie (begin 20e) veel geld verdiend land- en fabrieksarbeiders uitbuiten –> opstanden–> elite beschermt positie door socialer beleid
Luisteren naar volk
opkomst industrie = groeiende stedelijke bevolking, 1e helft 20e eeur populisme (peron), Leider zegt te weten wat volk wil en zet af tegen elite. Veel geld aan sociale projecten, bedrijven genationaliseerd en staatsschuld verder oplopen, maar situ bevolking wordt niet beter
jaren 50 socialistische en communistische ideen meer aanhang. elite bang privileges verliezen –> leger pleegt staatgreep ten gunste elite en militaire dictatuur vestigt steun VS (communisme slecht idee in hun achtertuin)
moeizame democratisering
1985 diepe eco crisis, militaire regimes onder druk en veld ruimen voor democratisere politiek
nieuwe leiders: neoliberalisme, eco moderniseren. kleine rol overheid, en bedrijven leveren diensten die vroeger door staat
deze poli: grotere sociale ongelijkheid, 21e eeuw democeatisering vanuit onderop door sociale bewegingen , bevolkinsparticipatie = groter
corruptie alsnog probleem, nog geen good governance
kloof
sociale polarisatie
arm vs rijk
uitsluiting arm goede gezondheidszorg en scholing
–> politieke polarisatie
massaal protest tegen ongelijkheid, de woede verder gevoed door corruptieschandalen door sociale media breed uitgemeten
2019: linkse leiders, roze golf
klimaat
geogr breedteligging: lage breedte vuurland –> toendra
gebergte en hoogte: in tropen zuidoostpassaat in BRA vochtige lucht tot oostzijde andes
westzijde hoewel direct aan zee is lijzijde
ARG situ omgedraaid: westenwinden v gematigde breedte voor neerslag westen en oostzijde loef
type opp: bestaand patroon versterkt door koude golfstromen ad westzijde andes en kust Zuid-ARG
el nino
afzwakking hoge drukgebieden boven grote oceaan, passaatwinden minder kracht of veranderen richting –> kust Z-A meer neerslag
landschap
tropisch laagland rond evenaar: BRA selva, tropisch regenwoud
kust: mangrove, bomen nat
om amazone is savanne: llanos in venezuela en cerrado en caatingas BRA
lijzijde andes steppe en woestijnen: Zuid-ARG pampa’s
rivieren
drie grote, amazone, orinoco, parana
regiem vd afvoer volgt regiem neerslag die bepaald door ITCZ
stroomsnelheid afhankelijk verhang, groot verh = hoge stroomsnelheid = meer erosie = meer sedimentafvoer
ontbossing neemt erosie en piekafvoer en daarmee sedimentafvoer toe
platentekto
andes, hooglanden GUY en BRA, laaglanden daarin Amaz, Orin, Parana en plateau patagonie
westzijde = actieve conti rand
vlakke subductie= geen actief vulka
andes twee bergketens (cordilleras) gescheiden door brede hoogvlakte in BOL altiplano en in COL door dal magdalena
beide cordilleras veel sediment afgezet = sedimentpaketten uitgestrekt in landschap = voorlandnbekkens
oostzijde Z-A passieve conti rand
hooglanden GUY en BRA uit zeer oude gebergten nu schilden
noorden transforme plaatgrens
grondstoffen
endogene en exogene processen winbaar geworden en belang voor eco’s z-a
wanneer geseente eco rendabel = erts (meeste in hooglanden GUY en BRA)
ertsvorming tijdens of na vorming gebergtes plaats bij stolling of metamorfose, vervolgens door erosie blootgesteld
fossiele energiebronnen vind je in sedimentpaketten
aardolie vooral vinden in continentaal plat van oostelijke passieve aardrand , in en om caribische zee en voorlandbekken andes
vulkanisme
andes = subductie
gasrijk magma –> explosief vulkanisme: typisch magma: andesiet
actief vulkanisme ook in omliggende oceaan door hotspots, gasarm magma direct uit aardmantel
Eco en interne ontwikkelingen
kolonie SP en POR exporteren grondstoffen, bevolking geen profijt hiervan –> ongunstige plek in wereldhandel
oligarchen veel geld aan agrarische grondstoffen op grote landbouwbedrijven, alleen inwoners zelf geen grond –> scheve grondbezitverhouding
kleine boeren soms in verzet maar meestal naar stad en gaan daar in informele sector werken, tertiarisering, deagrarisering, industralisatie
nu z-a middeninkomensland wel groot verschil arm rijk –> ruimtelijke ongelijkheid
z-a bestaan exportpakketten vooral grondstoffen = kwetsbaar daling prijs of vraag grondstof –> negatieve handelsbalans
oplossing: exportvalorisatie, grondstoffen meerwaardiger maken, en importsubsidie
resultaat beperkt: inefficiente industrie
z-a meeliften groei wereldeco
in BRA diversificatie eco, groei middenklasse en binnenlandste markt
en groei buitenlandse investeringen, landgrabben = ongelijkheid van buitenland (CHina)
inzakken eco corona
impact samenleving en milieu
export grondstoffen heeft positieve gevolgen: meer geld eco ontwikkeling (BRA)
negatieve effecten: aanleg mijnen, waterkrachtcentrales en uitbreiding landbouwareaal ten koste milieu en origi bevolking
alleen profiteren rijken van expo grondstof. –> verdere ontwikkeling in de weg: rijken kopen geimporteerde producten terwijl armen amper geld hebben
niet tot bloei komen binnenlandse markt