H6 woordenschat Flashcards

1
Q

de elektrische lading

A

de eigenschap van een stof als gevolg van het opnemen of afstaan van elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de geleider

A

een stof die extra elektronen, ontvangen vanuit de omgeving, verspreidt doorheen het materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de isolator

A

een stof die extra elektronen, ontvangen vanuit de omgeving, ter plaatse aan het oppervlak behoudt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de isolatie

A

zorgt ervoor dat de lading zich niet kan bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de elektrische spanning

A

het verschil in elektrische potentiële energie per eenheid van lading tussen twee punten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de volt

A

de SI-eenheid van spanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de elektrische stroom

A

ontstaat door lading in beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de elektrische stroomsterkte

A

de hoeveelheid lading die per tijdseenheid door een geleider stroomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de ampère

A

de SI-eenheid van elektrische stroomsterkte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de elektrische weerstand

A

een maat voor de hinder die een elektrische stroom in een materiaal ondervindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de wet van Ohm

A

Volgens de wet van Ohm zijn de spanning (U) en de stroom (I) recht evenredig voor een ohmse weerstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de ohm

A

de SI-eenheid van elektrische weerstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de overbelasting

A

veroorzaakt een te grote stroomsterkte doorheen een geleider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de elektrocutie

A

Bij elektrocutie gaat er een stroom door het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de automatische zekering

A

verbreekt de gesloten stroomkring zodra de stroomsterkte doorheen de stroomkring een bepaalde waarde overschrijdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de kortsluiting

A

een erg plotse overbelasting, veroorzaakt door een lading die een stroomkring volgt zonder veel weerstand

16
Q

de aarding

A

Dit is een netwerk van snoeren dat toestellen verbindt met de grond. Bij een toestel dat onbedoeld lading draagt, kiest de elektronenstroom bij ontlading de aarding als weg met minste weerstand en niet je lichaam.

17
Q

de verliesstroomschakelaar

A

schakelt de stroom van een elektrische installatie uit zodra er een bepaalt klein stroomverschil is tussen de stroomtoevoer en stroomafvoer van een stroomkring

18
Q

het joule-effect

A

de opwarming van geleiders waardoor elektrische stroom vloeit

19
Q

het elektrisch vermogen

A

bereken je door de spanning (U) te vermenigvuldigen met de stroomsterkte (I)

20
Q

de joule

A

de SI-eenheid van elektrische energie