H6 sociaal gedrag Flashcards
wat is gedrag?
een gevolg van de wisselwerking tussen de persoon en zijn omgeving en de betekenis die hij eraan geeft
wat zijn de beïnvloedende factoren van gedrag?
interne en externe factoren
wat is sociaal gedrag?
gedrag dat betrekking heeft op andere
wat is prosociaal gedrag?
gedrag dat erop gericht is om andere te helpen
wat zijn de beïnvloedende factoren van prosociaal gedrag?
- bystander effect: het fenomeen
dat stelt dat hoe meer mensen
aanwezig zijn, hoe minder ze
geneigd zijn om een persoon te
helpen - omgekeerd bystander effect: als
er een levensgevaarlijke situatie is
en de omstanders kunnen
communiceren zorgt dat voor
meer hulp
wat zijn motieven van prosociaal gedrag?
- sociale uitwisselingstheorie:
opvatting die stelt dat mensen
elkaar helpen uit eigenbelang, in
situaties waarin de baten van
helpen groter zijn dan de kosten
ervan - altruïsme: gedrag waarbij je een
ander belangeloos helpt - empathie-altruïsmehypothese:
opvatting die stelt dat we
anderen helpen omdat we
empathie voelen voor de persoon
die geholpen moet worden
wat is antisociaal gedrag?
gedrag waarbij je andere niet helpt
welke onderdelen zijn er bij antisociaal gedrag?
- cognitieve onderdeel: opinies,
zoals stereotypen - affectieve onderdeel: gevoelens,
zoals vooroordelen - conatieve onderdeel:
gedragscomponent, de manier
waarop iemand een ander
behandelt, zoals discriminatie
wat is discriminatie?
een negatieve handeling tegenover iemand wegens zijn of haar lidmaatschap van een bepaalde groep, die voorkomt uit bepaalde vooroordelen
wat is seksisme?
uitgesloten worden vanwege je geslacht
wat is racisme?
gediscrimineerd worden op basis van afkomst, huidskleur, nationaliteit of ras
wat wordt er gedaan als racisme plaats vind?
het wordt maatschappelijk veroordeelt –> antiracismewet
is racisme aangeleerd gedrag?
ja
wat is de contacttheorie?
opvatting die stelt dat contact tussen groepen er onder bepaalde voorwaarden voor zorgt dat vooroordelen en discriminatie verdwijnen
aan welke voorwaarden moeten groepen voldoen om de contacttheorie toe te passen?
- gelijke status: de groepen moeten
dezelfde status hebben - gemeenschappelijk doel: de
groepen hebben elkaar nodig om
een doel te bereiken - samenwerking: de groepen
werken samen aan hetzelfde doel
zonder competitie - maatschappelijke steun: de
groepen moeten gesteund
worden door een autoriteit die
hen stimuleert om onderlinge
contacten aan te gaan