H6: Hydraulische aandrijvingen Flashcards
Hydraulisch t.o.v. pneumatisch
- Snelheidsregeling onafhankelijk van belasting
- Grotere krachtoverbrenging
- Langzame, schokvrije beweging
- Grote snelheden zijn kostelijker
- Hoge werkdrukken –> hogere kostprijs
Hydraulisch t.o.v. elektrisch
- Eenvoudige snelheid en krachtregeling
- Kleiner volume voor hetzelfde vermogen
- Omkeren van draaizin gebeurt snel en soepel
- Overbelastingsbescherming is eenvoudig –> drukbeperkers –> snelle afremmming
Cavitatie
Als de druk in de olie onder 1 bar zakt, ontstaan gasbellen. Als de druk weer stijgt, imploderen die en brengt dat schade aan de onderdelen.
Pompgroep
reservoir + pomp + motor + overdrukventiel
Elke installatie heeft zijn eigen groep nodig omdat stromingsverliezen groot zijn –> leidingen moeten kort blijven
Tandwielpomp
Twee in elkaar draaiende tandwielen pompen de olie. Gemiddeld drukken tot 120 bar.
Schotten- of vleugelpomp
Een excentrische schijf met rondom schotten die tegen de buitenwand gedrukt worden met een veer. De kamers tussen de schotten vergroten en verkleinen zo.
De excentriciteit kan soms aangepast worden om het debiet te regelen of pomp- en perszijde om te keren. Deze pompen gemiddeld drukken tot 180 bar.
Vermogenventielen
Olie is onsamendrukbaar. Er moet dus een extra stand zijn in een vermogenventiel die de toekomende olie laat teruggaan naar de pomp als de zuiger geblokkeerd is.
Eenvoudig drukregelventiel
Als de maximum druk wordt overschreden wordt de druk afgevoerd naar de tank. Daar wordt de drukenergie omgezet in warmte. Deze klep gaat snel stuk door pulserend debiet.
Gedempt drukregelventiel
Drukregelventiel dat gedempt is tegen trillingen om snelle slijtage te vermijden.
Druk- en temperatuursafhankelijke smoring
Gewone smoring zoals bij lucht is niet ideaal omdat de viscositeit van olie afhankelijk is van de temperatuur.
Hydromotor
Continue draaibeweging door hydraulica maar trager dan luchtmotor.
Telescoopcilinder
Bestaat enkel bij hydraulica
Gasgevulde accumulator
Een stalen omhusel met daarin een op druk gevulde zak met stikstof. Als de leidingsdruk lager wordt, compenseert de zak die drukval. Ze compenseren dus voor lekolie, temperatuursveranderingen, druk- en volumepulsaties, drukpieken,… en zorgen voor een energiereserve.
Filters
- Spleetfilter: deeltjes > 80µm
- Metaalgaasfilter: deeltjes > 60 µm
- Sintermetaalfilter: deeltjes > 5µm
- Magneetfilter: enkel ferromagnetische deeltjes
Koeling
Kleine installaties worden gekoeld door ribben of koelvinnen op de tank of pompgroep. Als dit niet volstaat plaatst men een extra koeler bij.