H6 Flashcards

1
Q

Wat is het logisch empirisme

A

1: Wetenschap is volledig objectief: dit is de beste route tot kennis en waarheid
2: Geen interesse in de geschiedenis of sociologie van de wetenschap
3: Onderscheid tussen de context van de ontdekking en de context van de rechtvaardiging
4: Wetenschpsfilosofen moeten allemaal de context van de rechtvaardiging serieus nemen want daar gebeurt echte wetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom was Kuhn het niet eens met het logisch empirisme

A

Kuhn vond dat logisch empiristen een naïef en geïdealiseerd beeld van de wetenschap hadden gecreëerd omdat ze de geschiedenis van de wetesnchap negeerde
De context van de ontdekking is essentieel voor een beter begrip van de wetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Kuhns theorie van de wetenschap

A

Normale wetenschap -> crisis -> revolutie -> normale wetenschap -> crisis -> revolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de periode van de normale wetenschap in

A

Tijdens een periode van normale wetenschap werken wetenschappers in een paradigma

Tijdens een periode van normale wetenschap (van vele
jaren) lossen wetenschappers puzzels op (“puzzle solving”)
De aannames worden niet ter discussie gesteld
Wetenschappers proberen niet om het paradigma te falsificeren (contra Popper) of verwerpen, maar juist om het
stap voor stap uit te breiden
Als een resultaat wordt verkregen dat inconsistent is met
het paradigma, wordt niet het paradigma verworpen maar
vaak de methode of experiment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een paradigma

A

Theoretische aannames die alle wetenschappers accepteren
Voorbeelden van specifieke wetenschappelijke problemen die zijn opgelost m.b.v. de theoretische aannames (tekstboek)
Experimentele methoden die worden gebruikt om kennis te genereren

Een heersende manier van denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurd er in de fase van crisis

A

Geleidelijk komen er steeds meer anomalieën voor: experimentele uitkomsten die niet verklaard kunnen worden met het paradigma
In het begin worden deze genegeerd, maar uiteindelijk komen er teveel en ontstaat er een crisis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er in de revolutie

A

Nieuwe theorieën worden voorgesteld
Een vaak jonge generatie van wetenschappers accepteert een nieuw paradigma, en de oude generatie (en bijbehorende paradigma) sterft letterlijk uit
De essentie van een wetenschappelijke revolutie is de verschuiving van een oud paradigma naar een nieuw paradigma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat bedoeld Kuhn met act of faith

A

De overstap van het oude naar de nieuwe paradigma zonder dat er nog heel veel empirisch bewijs was soms niet rationeel maar vaak op basis van psychologische en sociale factoren. Hier waren veel mensen het niet mee eens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de gevolgen van Kuhn theorie

A

De ontwikkeling van wetenschap is dus niet lineair en cumulatief, maat gaat schoksgewijs
Objectieve waarheid bestaat niet: waarheid is relatief aan het paradigma
In het Ptolemeische paradigma is de claim dat de aarde het middelpunt van het zonnestelsel is waar
In het Copernicaanse paradigma is de claim dat de zon het middelpunt van het zonnestelsel is waar
Voor Kuhn is er geen extern, neutraal perspectief waarmee we kunnen bepalen of iets waar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is wetenschap niet cumulatief

A

Omdat er bij ieder nieuw paradigma weer opnieuw moet worden begonnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom kan Kuhn niet op deze vraag antwoord geven is de claim dat waarheid relatief is aan het paradigma
objectief waar of niet

A

Als Kuhn met “ja” antwoord dan impliceert hij dat objectieve
waarheid toch bestaat
Als Kuhn met “nee” antwoord dan ondermijnt hij zijn eigen
positie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Onvergelijkbaarheid

A

Paradigmas zijn onvergelijkbaar (“incommensurable”)
Een paradigma bepaalt het volledige wereldbeeld van de wetenschap
Alle verworven “waarheden” worden verworpen tijdens een paradigma verschuiving
Paradigmas zijn zo verschillend dat ze niet op een zinvolle manier met elkaar vergeleken kunnen worden: ze praten langs
elkaar heen, het conceptuele repertoire is gewoon te verschillend
Onvergelijkbaarheid is te sterk: soms zijn concepten in verschillende paradigmas wel te vergelijken
De Ptolemeische en Copernicaanse paradigmas hebben beide de
concepten zon, aarde, maan, etc.
Onvergelijkbaarheid impliceert dat waarheid relatief is aan het
paradigma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom kan het volgens Kuhn niet zo zijn dat er data/experimenten zijn die
onafhankelijk te interpreteren zijn van de twee theorieën

A

Experimentele data kan alleen geïnterpreteerd worden door de lens van een specifiek paradigma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is Kuhn zijn beeld over waarneming en werkelijkheid

A

Waarneming is niet objectief en neutraal maar wordt onbewust beïnvloed door het paradigma
De werkelijkheid wordt gezien en geïnterpreteerd door de lens van het paradigma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn theoretische aannames van het behaviorisme

A

De geest, zowel menselijk als dierlijk, is niet direct waar te nemen en is daarom een “black box”
Elk gedrag is geleerd d.m.v. interacties met de omgeving: dit is een vorm van conditionering
Pavlov

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de crisis bij het behaviorisme

A

Anomolie: kan geen verklaring geven voor het ontstaan van taal en het productieve ervan
Anomolie: kan geen verklaring geven voor het ontstaan van het bewustzijn
Kritiek: Het stimulus-respons-denken is te
mechanistisch. Een mens is geen robot die programmeerbaar is en gekenmerkt door actie en reactie

17
Q

Wat is het cognitivisme

A

Leren en alle andere cognitieve processen zijn processen waarbij het brein informatie verwerkt
De geest werkt als een computer, als een informatie verwerkend system
Het soort informatie die de geest verwerkt zijn representaties

18
Q

Wat zijn de nadelen van Kuhns theorie

A

Paradigmas worden niet altijd compleet vervangen
Soms kunnen verschillende paradigmas prima naast elkaar bestaan
Relativistische notie van waarheid is onwerkbaar: dus concept van onvergelijkbaarheid is moeilijk te verdedigen
Kuhn impliceert dat bepaalde aspecten van de wetenschap,bv. theorie keuze tijdens een revolutie, niet rationeel zijn.
Hier zijn veel filosofen het niet mee eens

19
Q

Wat is er belangrijk geweest aan Kuhns theorie

A

De wetenschapsfilosofie kan de wetenschapsgeschiedenis niet negeren
Meer aandacht aan de sociale context van de wetenschap
Het heeft geleid tot een meer empirisch adequate beeld van de wetenschap: