H13 Flashcards

1
Q

Wat is synopsis

A

Het hoogste doel is eudaimonia (geluk of welzijn)
Dit kan je bereiken door deugdzaam te zijn
Het toepassen van deugden vereist fronesis (praktisch oordelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een deugd

A

Een positieve karaktereigenschap
Een neiging om je op een bepaalde manier te gedragen
De geest heeft een rationeel en een niet rationeel deel en beide delen hebben eigen deugden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn intellectuele deugden

A

Deugden die helpen bij het vergaren van kennis bijvoorbeeld nieuwsgierigheid of oplettendeheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is een deugd het midden van twee ondeugden

A

Moed staat in het midden van lafheid en overmoed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn morele deugden

A

een positieve karaktereigenschap zoals moed of eerlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn kenmerken van een deugd

A

Een deugd is flexibel wat in de ene situatie moed is kan in de andere situatie laf zijn
Elke situatie vereist een specifieke balans van een deugd
Als je rijk bent moet je meer geld doneren aan het goede doel dan wanneer je arm bent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waardoor wordt deugdzaam gedrag gemotiveerd

A

Emotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is praktische wijsheid (fronesis)

A

Begrijpen dat deugdzaam gedrag in het midden zit van ondeugdzaam gedrag en weten wanneer je de deugd moet inzetten
Je moet de extremen van ondeugden dus voorkomen
Dit kan je bereiken door ervaring en oordeelsvermogen met elkaar te combineren
Hiervoor heb je veel levenservaring voor nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Moet een deugd gemotiveerd zijn

A

Een deugd moet niet tot stand komen door indruk te maken maar omdat je het echt vindt
Je moet niet helpen voor leuk te doen maar omdat je echt wilt helpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe leer je deugden

A

Door rolmodellen en familie
Feedback op je gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is eudaimonia

A

Wanneer je morele deugden zijn uitgekristalliseerd, en je bent constant deugdzaam, dan bereik je een staat van
eudaimonia
Aristoteles’ deugdethiek is dus een soort van consequentialisme: Deugden zijn instrumenteel voor eudaimonia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn voordelen van deugdethiek

A

Het is inituitief en appelleert aan veel mensen
Deugdethiek geeft de tools om met rommelige situaties om te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn nadelen van deugdethiek

A

1: Deugdethiek is gericht op de individu omdat als deugdethiek wordt nagestreefd omdat het resulteert in eudaimonia is het egoistisch terwijl ethiek gaat over de ander
Antwoord: klopt maar deugden gaan ook over de ander
2: Deugdethiek is niet echt precies en flexibiliteit wordt gezien als zwakte
Antwoord deugdethiek gaat over het ontwikkelen van moreel oordelen
3: Als je niet de juiste voorbeelden hebt gehad dan kan je ook niet deugdzaam worden
Dus deugdzaamheid hangt af van je sociale omgeving en dus geluk
Als deugdzaamheid afhangt van geluk dan kan je mensen met ondeugdzaam gedrag ook niet verantwoordelijk houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly