H6 Flashcards

1
Q

formule arbeid

A

W = F*Δs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

1e Hoofdwet toegepast op een gesloten systeem

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

formule inwendige energie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is er speciaal bij ideale gassen

A

die hebben geen onderlinge krachten dus Emicro_potentiëel = 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

definitie absolute inwendige energie

A

de absolute inwendige energie is de totale energie nodig om van 1 kg materie ‘bij constant volume’ op te bouwen, vertrekkende van 0 K (wat eigenlijk niet mogelijk is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de oplossing bij het probleem van de absolute inwendige energie

A

dat we van de absolute inwendige energie een relatieve grootheid maken t.o.v. een referentiepunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

uit wat bestaat kinetische energie

A

translatie-energie

rotatie-energie

vibratie-energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

formules van soortelijke warmte C en c met f

A

f = aantal vrijheidsgraden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de formule van Clapeyron

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wanneer gebruik je cp en cv

A

cp wanneer de opwarming gebeurt bij constante druk

cv wanneer de opwarming gebeurt bij constant volume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe kan je de cp en cv van een mengsel berekenen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is het verschil tussen Q en q

A

Q = c*m*ΔT en q = c*ΔT

dus Q is in J en q in J/kg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

definitie soortelijke warmte

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe noemt men het deel van A-B1 op deze grafiek + geef de c

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe noemt men het deel van A-B2 op deze grafiek + geef de c

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe noemt men het deel van A-B3 op deze grafiek + geef de c

A

isochoor want V is constant dus c = cv

17
Q

hoe noemt men het deel van A-B4 op deze grafiek + geef de c

A

isobaar want p is constant dus c = cp

18
Q

hoe noemt men het deel van A-B5 op deze grafiek + geef de c

A
19
Q

als we een gesloten systeem willen opwarmen, welke 3 redenen zijn er dan waarom we warmte q aan het systeem moeten leveren

A
20
Q

wat zegt de hoofdeigenschap voor inwendige energie bij ideale gassen

A

du = cv*dT ongeacht de gevolgde weg

21
Q

wat zegt de hoofdeigenschap voor inwendige energie bij reële gassen

A
22
Q

wat zegt de hoofdeigenschap voor inwendige energie bij vast en vloeistof

A
23
Q

wat zegt de formule van Mayer (2)

A
24
Q

geef de partiële afgeleide van de formule u bij reëel fluïdum

A
25
Q

geef de fysische betekenis van deze term in de partiële afgeleide formule van u bij een reëel fluïdum

A
26
Q

geef de fysische betekenis van deze term in de partiële afgeleide formule van u bij een reëel fluïdum

A
27
Q

verschil tussen c en C

A

c is in J/kg*K en C in J/mol*k dus C = c*M want M is in g/mol