H12 Flashcards

1
Q

wat is de carnot cyclus

A

een kringproces met 2 isothermen en 2 adiabaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is er speciaal aan het rendement van de carnot cyclus

A

het heeft het hoogst mogelijk rendement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke 6 vaststellingen maakte carnot bij de carnot cyclus

A

1: toestandsverandering AB: isotherme expansie (eenmalig)
2: de arbeidsslag moet zich herhalen: na AB volgt BA
3: je hebt steeds een warme en koude bron nodig
4: rendement van stoommachine verbetert indien stoomtemperatuur hoger is
5: rendement van stoommachine verbetert indien de omgeving kouder is
6: geen warmte toe- of afvoer op een andere tussenliggende temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

leg de eerste vaststelling van carnot uit (toestandsverandering AB)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

leg de tweede vaststelling van carnot uit (arbeidsslag)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

leg de derde vaststelling van carnot uit (warme en koude bron)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

leg de vierde vaststelling van carnot uit (rendement, stoomtemperatuur)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

leg de vijfde vaststelling van carnot uit (rendement, omgeving)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

leg de zesde vaststelling van carnot uit (geen warmte toevoer, etc.)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

formule rendement bij positief carnot-proces + uitwerking

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is het verband tussen het rendement en het temperatuurverschil bij een positief carnot-proces

A

hoe groter het temperatuurverschil hoe beter het rendement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

formule rendement bij negatief carnot-proces + uitwerking

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is het verband tussen het rendement en het temperatuurverschil bij een negatief carnot-proces

A

hoe groter het temperatuurverschil hoe slechter het rendement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welk soort carnot-proces is dit

A

negatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welk soort carnot-proces is dit

A

positief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe kom je op de formules van rendement bij positief en negatief carnot-proces

A

als voorbeeld hier is een positief carnot-proces gebruikt

17
Q

hoe werkt de carnot cyclus in de praktijk

A
18
Q

wat zegt de wet van carnot-clausius + wanneer geldt die

A

+ voor de carnot cyclus geldt die

19
Q

wat is het voordeel aan de wet van carnot-clausius

A
20
Q

wat is er speciaal aan de carnot cyclus

A

elk reversibel kringproces door enig stelsel beschreven, en uitgevoerd met behulp van 2 warmtebronnen op constante temperatuur (T1&T2), kan als kringproces van Carnot worden aangezien

21
Q

wat is een eigenschap van de carnot cyclus

A

het kringproces ABCD van carnot is omkeerbaar

22
Q

wanneer is een kringproces reversibel

A

wanneer het stelsel en de omgeving terug in zijn beginstand kan gaan