H5: Geheugen Flashcards
Besparingsmethode
Als we informatie vergeten is het niet helemaal verloren. Als we deze info opnieuw leren hebben we minder beurten nodig.
Encodering
Proces waarbij info wordt omgezet naar een geschikte geheugenrepresentatie
Opslag
Het vastzetten of duurzaam maken van een geheugenspoor
Ophalen
Het opalen of terug actief maken van informatie
Sensorisch geheugen (functie)
Info kort vasthouden voordat deze in KTG komt
Sensorisch geheugen (codering)
Sensorische beelden, enkel registratie, geen betekenisvolle codering
Sensorisch geheugen (duur)
Van ong een kwart seconden tot een paar seconden
Sensorisch geheugen (structuur)
Een apart sensorisch register voor elk zintuig
Sensorisch geheugen (biologische basis)
zintuigelijke zenuwbanen
Werkgeheugen (functie)
- Betrokken bij controle van aandacht
- Kent betekenis toe aan info
- Legt verbanden tussen ideeën & gebeurtenissen
Werkgeheugen (codering)
Codeert info om deze bruikbaar te maken voor langtermijnopslag
Werkgeheugen (opslag capaciteit)
7 +/- chunks
Werkgeheugen ( duur)
Ong 20 seconden tenzij meerde keren gerepeteerd
Werkgeheugen (structuur)
- Centrale bestuurder
- Fonologische lus
- Schetsboek
- Episodische buffer
- Semantische buffer
Werkgeheugen ( biologische basis)
Hippocampus & frontaalkwabben
LTG ( functie)
Langtermijn opslag van info
LTG (codering)
Slaat info op in betekenisvolle mentale categorieën
LTG (opslag capaciteit)
Onbeperkt
LTG (duur)
Onbeperkt
LTG (structuur)
- Procedureel geheugen
- Declaratief geheugen
- Semantisch geheugen
- Episodisch geheugen
LTG (biologische basis)
Verschillende delen van de cerebrale cortex
Chunking
Proces waarbij stukjes info georganiseerd worden tot een kleiner aantal betekenisvolle eenheden
Herhaling
Proces waarbij info steeds herhaalt wordt om te voorkomen dat de info vervaagt in de tijd dat het in het werkgeheugen zit
Centrale bestuurder
Coördineert welke info bewust verwerkt moet worden
Visuo-spatiaal schetsblad
Staat in voor het coderen van visuele beelden & mentale representaties van voorwerpen in de ruimte
Fonologische lus
De omzetting van info in geluidspatronen in het werkgeheugen
Episodische buffer
Verbinden van fonologische lus & visuo-spatiaal schetsblad tot coherente episode
Recentheidseffect
woorden aan het einde worden meer onthouden
Begineffect / Primary effect
Woorden in het begin worden meer onthouden
Infantiele amnesie
Voor de leeftijd van 3 - 5 jaar herinneren we niet veel omdat de geheugensystemen nog niet volledig ontwikkeld zijn
Reminiscence bump
Transitiemomenten in het leven worden het beste onthouden
Declaratief geheugen
Expliciete info wordt opgeslagen (feitengeheugen)
Episodisch geheugen
Herinneringen van persoonlijke gebeurtenissen worden opgeslagen in tijd & ruimte
Procedureel geheugen
Herinneringen liggen opgeslagen over hoe dingen gedaan moeten worden
Semantisch geheugen
Elementaire betekenissen van woorden en concepten
Schema’s
Een bepaalde hoeveelheid kennis, dat een algemeen conceptueel raamwerk vormt over gebeurtenissen, voorwerpen, mensen en situaties
Tweevoudige-codeertheorie
Betere herinnering als het in meer dan 1 code is opgeslagen (verbaal, sensorisch, motorisch)
Encoding specifity
Het vermogen om iets te herinneren is afhankelijk van de gelijkenis tussen de encodering & ophaal situatie
Synaptische fase
Neuronen in het gebied van de hippocampus die info daar kunnen vasthouden ( 1 uur)
Systeemconsolidatiefase
Reorganisatieproces waarbij herinneringen uit de hippocampusregio (waar info eerst wordt gecodeerd) naar de neocortex worden gestuurd in een meer permanente vorm van opslag
Consolidatie van informatie
Geheugenspoor versterken
Amnesie
Geheugenverlies
Retrograde amnesie
Herinneringen verliezen van voordat je je letsel hebt opgelopen
Anterograde amnesie
Moeilijkheid bij het vormen van nieuwe herinneringen
Adresgebaseerd
- Metafoor van een bib
- Slechts een paar ingangen
- Eens info gelokaliseerd is, is alles meteen beschikbaar
Inhoudgebaseerd
Netwerk van associaties
Herinnering
De persoon moet zelf expliciet opzoek gaan in het geheugen om een antwoord te kunnen vinden
Herkenning
De persoon moet een item kunnen identificeren tussen andere items
Familiariteit
De persoon heeft het gevoel bekend te zijn met de aangeboden informatie
Impliciet
Iets triggert niet met opzet of onbewust een herinnering
Organisatieschema’s
Algemene voorstelling van hoe dingen in de wereld zijn en verlopen
Vergeten
Falen van het ophaalproces
Proactieve interferentie
Oude herinneringen verstoren het ophalen van nieuwe herinneringen
Retroactieve herinneringen
Nieuwe herinneringen verstoren het ophalen van oude herinneringen
7 zonden van Schacter
- Vluchtigheid
- Verstrooidheid
- Blokkades
- Foutieve attributie
- Suggestibiliteit
- Bias
- Persisentie