H.5 Fysieke ontwikkeling Flashcards
neuronen
basiscel van zenuwstelsel. beschermt door myeline.
neurotransmitters
stof die het mogelijk maakt neuronen met elkaar te laten communiceren in de synapsen (ruimtes tussen).
snoeien van synapsen
neuronen en zenuwbindingen die niet worden gebruikt, worden geëlimineerd.
hersenschors (cortex)
de buitenste laag van de hersenen, waarbinnen zich alle celkernen bevinden.
Schedel beschermt de hersenen.
shaken baby syndroom (+gevolgen)
zeer ernstig letsel bij een baby die hardhandig door elkaar is geschud (vaak vanuit woede, onmacht, frustratie). Gevolgen: blindheid, gehoorverlies, spraakstoornissen, beschadiging van bloedvaten, zenuwen en hersenen, leerproblemen, gedragsstoornissen, dood.
plasticiteit van hersenen
de mate waarin een zich ontwikkeld gedragspatroon of een fysieke structuur veranderbaar is, vooral als gevolg van ervaringen. Het grootst in je eerste paar levensjaren.
lichaamsritmen
herhalende, cyclische gedragspatronen. zoals slapen naar waken, ademhaling.
gedragstoestand
de mate van bewustzijn van interne en externe stimulatie. Alertheid, huilen, agitatie, verschillende stadia van slapen.
wiegendood/ Sudden Infant Death Syndrome (SIDS)
het plots en onverwacht overlijden van een baby, die ogenschijnlijk gezond was en bij wie geen lichamelijke afwijking kon worden vastgesteld die het overlijden zou verklaren. Ze overlijden in hun slaap, doordat hun normale ademhalingspatroon word onderbroken en ze langzaam uiteindelijk stoppen met ademhalen.
Sudden Unexpected Infant Death (SUID)
plotselinge onverwachte kindersterfte bij kinderen jonger dan 1 jaar, zonder directe duidelijke oorzaak. (bijv. wiegendood, onopzettelijke verstikking of wurging tijdens slaap).
reflexen
niet aangeleerde gestructureerde onvrijwillige responsen die automatisch optreden in de aanwezigheid van bepaalde stimuli. Automatische reacties op bepaalde prikkels.
zoekreflex
Neiging om hoofd in de richting te draaien van dingen die de wang raken. voor inname voedsel. verdwijnt na 3 weken.
stapreflex
Beweging van de benen wanneer de baby rechtop wordt gehouden en zijn voeten de grond raken. voor onafhankelijk voortbewegen. verdwijnt na 2 maanden.
zwemreflex
Neiging om zwembewegingen te maken met de armen en de benen als de baby met zijn gezicht naar beneden in water ligt. vermijding van gevaar. verdwijnt na 4-6 maanden.
moro-reflex
Spreiding van armen, waarbij deze zich ergens aan vast lijken te willen klampen als de ondersteuning voor de nek en het hoofd plotseling verdwijnt. bescherming tegen vallen. verdwijnt na 6 maanden.