H5 en H6 Flashcards

1
Q

wat is een verpleegkundige interventie?

A

elke handeling die een verpleegkundige op grond van haar deskundige oordeel
en klinische kennis uitvoert ten behoeve van een patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke 3 soorten interventies zijn er?

A
  1. onafhankelijke interventies= = interventies die verpleegkundigen zelfstandig kunnen initiëren of
    uitvoeren op grond van hun kennis en ervaring.
  2. afhankelijke interventies= = interventies die de verpleegkundige op voorschrift van de arts uitvoert
  3. onderling afhankelijke/multidiscplinaire interventies= = interventies die
    verpleegkundigen uitvoeren in samenwerking met andere disciplines, zoals fysiotherapeuten,
    maatschappelijk werkers, diëtisten en artsen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

op welke 4 dingen zijn verpleegkundige interventies op gebasseerd?

A

Observatie  of complicaties zich voordoen en hoe de zorgvrager reageert op de verpleegkundige
zorg, medische behandeling en andere therapieën
2. Preventie  gericht op het voorkomen van complicaties en het verminderen van risicofactoren
o Van belang bij potentiële vpk diagnosen en multidisciplinaire problemen, maar soms ook voor
feitelijke vpk diagnosen
3. Behandeling  instructie, verwijzingen, lichamelijke zorg en andere zorg die nodig is om een bestaand
probleem te behandelen
o Interventies gericht op de behandeling worden gebruikt voor feitelijke vpk diagnosen
4. Gezondheidsbevordering  probeert activiteiten aan te moedigen die gericht zijn op een verbetering
van de algemene gezondheidstoestand van de zorgvrager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

informele instructies?

A

activiteiten als toelichten of uitleggen wat de werking en bijwerkingen zijn van een
bepaald medicijn, waarom de zorgvrager niet zelfstandig uit bed moet proberen te komen, wat het belang is
van een vochtbeperking of hoe om te gaan met een glucosemeter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

counseling?

A

dat je met behulp van therapeutische communicatietechnieken probeert om de zorgvrager
beslissingen te laten nemen over zijn gezondheid en veranderingen in zijn leefstijl aan te laten brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

informed consent?

A

dat de zorgvrager op de hoogte is van de bedoeling en gevolgen van en diverse andere
mogelijkheden voor de interventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke wet stelt dat het informeren van de zorgvrager verplicht is?

A

WGBO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verpleegkundige activiteiten?

A

geschreven, gedetailleerde instructies voor het uitvoeren van de
verpleegkundige interventies  beschrijven de activiteiten en het gedrag die nodig zijn om de huidige reacties
van de zorgvrager te veranderen in de wenselijke reacties (resultaten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de 5 componenten van een verpleegkundige activiteit?

A

-Datum waarop de instructie is geschreven
o Onderwerp
o Actief werkwoord
o Planning  hoe, waar en wanneer de vpk de activiteit uitvoert
o Frequentie  hoe vaak en hoelang moet de activiteit plaatsvinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke 7 domeinen zitten er in de NIC?

A

: elementair fysiologische functies, complex fysiologische functies, gedrag, veiligheid, gezin
en familie, gezondheidszorgstelsel en samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

richtlijn, protocol en standaard?

A

Richtlijn = een aanbeveling of instructie die of een advies dat de besluitvorming van de vpk of andere
professional in de zorg ondersteunt en is gebaseerd op onderzoek  helpt om doeltreffend te
handelen
Protocol = gebaseerd op een onderliggende richtlijn en geeft aan hoe je in de dagelijkse praktijk moet
handelen
Standaard: geeft informatie over de organisatie van de zorg en beschrijft tevens de
verantwoordelijkheden en taken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Belangenbehartiger of pleitbezorger?

A

= iemand die opkomt voor de rechten van iemand anders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe je bemiddelt en samenwerkt bij de interventies voor zorgvragers?

A

LEARN
Listen to others
Explain your understanding of the situation
Acknowlegde and discuss differences
Recommend alternative courses of action
Negotiate agreement or compromise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de evaluatiefase?

A

gegevens verzamelen om het effect te bepalen van de verpleegkundige zorg op het
voortbestaan van diagnosen en de daarbij geformuleerde te behalen resultaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

criteria?

A

meetbare of waarneembare kwaliteiten die de specifieke vaardigheden, kennis,
gedragingen, houdingen, etc beschrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe wordt continue evaluatie ook wel genoemd?

A

voortgangsrapportage

17
Q

wat is de SOAP methode?

A

Subjectieve gegevens  wat de zorgvrager je vertelt  beschrijft de perspectieven, inzichten en
beleving van het probleem zoals de zorgvrager die ervaart
- Objectieve gegevens  de gegevens die je kunt meten of met de zintuigen kunt waarnemen  legt
hier ook de verrichte interventies vast
- Analyse  verklaring van of toelichting op de subjectieve en objectieve gegevens geven
o Tijdens de initiële anamnese heeft de ‘A’ alleen betrekking op de problemen van de
zorgvrager (bv een verpleegkundige diagnose)
o In die SOAP’s die hierop volgen, heeft de ‘A’ betrekking op de evaluatie  beschrijft het de
toestand van de zorgvrager en de mate van voortgang van de verpleegdoelen
- Plan  het zorgplan waarmee het geformuleerde probleem moet worden opgelost

18
Q

welke 2 gelijke methodes zijn er van de SOAP?

A
  1. SOAPIE/SOAPIER=
    -Interventies  worden apart beschreven van de objectieve gegevens
    - Evaluatie  wordt toegevoegd
    - Revisie  revisie van het plan wordt toegevoegd
  2. APIE=
    -Anamnese  subjectieve + objectieve gegevens en de verpleegkundige diagnose
    -Plan  de verwachte resultaten en de verpleegkundige instructies
    -Implementatie of uitvoering  zelfde als SOAPIE
    -Evaluatie  zelfde als SOAPIE
19
Q

wat wordt gebruikt voor tussentijdse mondeling van overdracht tussen hulpverleners?

A

SBARR  communicatiemethodiek waarmee je snel en accuraat de belangrijkste informatie van een
zorgvrager kunt overdragen
o Gebruik je als je tussentijds iets signaleert waarbij je een andere collega of discipline wilt
inschakelen
- Situation: korte beschrijving van het probleem, de situatie
- Background: de situatie waarin het probleem zich voordoet; wat is de behandeling?
- Assessment: je eigen analyse van de situatie en waar je aan denkt
- Recommendation: specifieke vraag die je aan de ander stelt; welke respons verwacht je?
- Repeat: repeteer wat de ander zegt
- SBARR-methodiek wordt steeds vaker toegepast, ook in niet-acute situaties, omdat je gestructureerd
informatie aan een ander geeft in een volgrode die door de ander begrepen wordt

20
Q

wat is proces, product en structuur evaluatie?

A

proces= hoe is het proces verlopen
product= wat is het resultaat
structuur= beschikbaarheid juiste middelen

21
Q

multidisciplinair, interdisplinair en transdisciplinair samenwerken?

A

multi= Bij een multidisciplinaire samenwerking blijft iedereen vanuit zijn eigen vak en expertise
denken en werken. Er is een gezamenlijk probleem, onderwerp of thema dat vanuit de verschillende disciplines
wordt bekeken en vertaald.
inter= Bij een interdisciplinaire samenwerking hebben de disciplines elkaar nodig om een probleem
op te lossen. De wederzijdse beïnvloeding bepaalt de inhoud
trans=
Bij een transdisciplinaire samenwerking proberen de deelnemers te werken vanuit de denken werkwijze van een andere dan de eigen discipline. Ze maken gebruik van elkaars medium, techniek en
kunde

22
Q

eindevaluatie?

A

geeft de toestand van de zorgvrager weer als deze uit zorg gaat of bij zijn ontslag van
de ene zorgorganisatie aan de andere wordt overgedragen

23
Q

welke 5 stappen zijn er om de voortgang van de zorgvrager te evalueren?

A
  1. zet wenselijke resultaten op een rijtje (indicatoren)
  2. verzamel de evaluatiegegevens
  3. vergelijk de toestand van de zorgvrager met de wenselijke resultaten en trek een conclusie
  4. leg de evaluatie vast
  5. geef aan wat de samenhang is tussen de verpleegkundige interventies en de resulaten