H.5 Aandacht en bewustzijn Flashcards
Wat is selectieve aandacht?
Selectieve aandacht verwijst naar het proces waarbij één boodschap uit de omgeving geselecteerd wordt voor bewuste verwerking en de andere boodschappen onderdrukt worden.
Bespreek de filtertheorie
Volgens de filtertheorie bestond er een filter tussen het sensorische geheugen, dat zorgt voor de gewaarwording van stimuli en het korte termijn-geheugen, dat verantwoordelijk is voor de bewuste waarneming.
Ook wel ‘aandachtstheorie met vroege selectie’ genoemd.
Ontwikkeld door Donald Broadbent (1958)
Noem drie verschillende verklaringen voor de ‘lekken’ in het filter uit de filtertheorie van Broadbent
- Lekken ontstaan doordat een luisteraar op geregelde momenten de filter even verplaatst naar een ander sensorische kanaal om daar informatie op te doen. (Broadbent)
- Woorden uit een ander gesprek worden niet weggefilterd op het sensorische niveau, maar onbewust waargenomen. (=aandachtstheorie met late selectie, Deutsch & Deutsch, 1963)
- Attenuatietheorie van Treisman (1960)
Wat is het verschil tussen de aandachtstheorie met vroege selectie en aandachtstheorie met late selectie?
Volgens de aandachtstheorie met vroege selectie bestaat er een selectief filter tussen het sensorische geheugen en het kortetermijngeheugen die selecteert welke stimuli wel of niet bewust waargenomen moeten worden. Volgens de aandachtstheorie met late selectie wordt de informatie niet gefilterd op het sensorische niveau, maar de aandacht grijpt op een later punt in de sequentie van de perceptuele processen in.
Wat is de attenuatietheorie?
De attenuatietheorie stelt net als de filtertheorie dat aandacht een vroege rol speelt bij de perceptuele verwerking, maar dat de filter de signalen enkel verzwakt bij hun overgang van het sensorische geheugen naar het kortetermijngeheugen en ze niet volledig blokkeert.
Treisman (1960)
Wat is de feature-integration theory?
De feature-integration theory stelt dat de zoektocht naar één kenmerk sneller gebeurt dan de zoektocht naar een conjunctie van kenmerken.
Volgens de feature-integration theory is selectieve aandacht nodig om de verschillende kenmerken van voorwerpen samen te voegen tot een kenmerkenlijst die gebruikt kan worden voor patroonherkenning
Treisman & Gelade (1980)
In welke twee stadia verloopt visuele perceptie volgens Treisman en Gelade?
- Detectie van kenmerken
- De verschillende kenmerken van een stimulus worden geïntegreerd tot een geheel
Wat is het ‘pop-out effect?’
Wanneer een stimulus van alle andere stimuli verschilt op basis van één enkel kenmerk, dan zal die stimulus uit de display springen, ongeacht waar hij zich bevindt
Het ‘pop-out effect’ wordt verwoorzaakt door een preattentief proces (een proces dat plaatsvindt voordat de aandacht een rol speelt)
Welke twee metaforen worden gebruikt om de werking van de selectieve aandacht te begrijpen? Bespreek ze.
- Een zaklantaarn die je op verschillende plaatsen in je visuele veld richt. Zonder je ogen te bewegen kun je je aandacht op een ander voorwerp richten.
- Een zoomlens. Als je je heel erg moet concentreren op een voorwerp in het visuele veld, dan krimpt de aandachtsbundel en wordt hij volledig gefocust op het voorwerp.
Op welke twee manieren kan de aandacht gericht worden?
- Bottom up: bij bottom-up (of exogene) controle wordt onze aandacht gevangen door een gebeurtenis in de omgeving.
- Top-down: bij top-down (of endogene) controle bepaalt onze geest waar we onze aandacht op richten.
Exogene prikkels trekken onwillekeurig de aandacht, maar enkel wanneer dit in overeenstemming is met de doelen die de persoon op dat moment nastreeft.
Aandacht is zowel plaatsgebonden als voorwerpgebonden.
Wat is (positieve) priming?
Een stimulus wordt gemakkelijker verwerkt wanneer hij voorafgegaan wordt door een gerelateerde stimulus dan wanneer hij voorafgegaan wordt door een ongerelateerde stimulus.
Wat is negatieve priming?
De verwerking van de stimulus is moeilijker wanneer voordien een gerelateerde stimulus aangeboden wordt dan wanneer voordien een neutrale stimulus aangeboden wordt.
Dit komt doordat de stimulus welke wordt getoond voor de daadwerkelijke stimulus onderdrukt moet worden. De inhibitie zorgt ervoor dat het antwoord moeilijker te geven is.
Wat is terugkeerinhibitie?
Om onze omgeving te begrijpen moeten we de aandacht richten van het ene voorwerp naar het andere. Hierbij is het niet alleen van belang om een mechanisme te hebben dat potentieel interessante plaatsen aanwijst, maar ook een mechanisme dat bijhoudt waar we al geweest zijn en dus niet meer naar hoeven terug te keren.
Wat is veranderingsblindheid?
Het feit dat we niet alles in onze omgeving bewust opnemen, betekent dat we sommige aspecten uit onze omgeving niet zullen opmerken. Dus zullen we blind zijn voor een aantal veranderingen.
Veranderingsblindheid is een mooie illustratie van het feit dat wij meestal de illusie hebben meer uit onze omgeving op te nemen dan we in werkelijkheid doen.
Wat is verdeelde aandacht?
In situaties waarin we verschillende taken tegelijk uitvoeren, spreken we van verdeelde aandacht.
Wat zijn dubbeltaak-studies?
Studies waarin de verdeelde aandacht wordt bestudeerd door proefpersonen twee taken samen te laten uitvoeren en te kijken hoe de prestatie op de eerste taak beïnvloed wordt door de tweede taak. Zij stellen psychologen in staat om te bestuderen welke capaciteitslimieten een individu heeft en hoeel energie het vergt om van de ene taak naar de andere over te schakelen.
Wat bepaalt de mate van aandacht die een taak nodig heeft?
- De moeilijkheidsgraad van de taak
- De ervaring met die taak
Wat zijn gecontroleerde processen?
Gecontroleerde processen staan onder bewuste controle, vergen mentale inspanning, kunnen gemakkelijk onderbroken worden en zijn relatief traag
Wat zijn automatische processen?
Automatische processen gebeuren snel, zonder bewuste aandacht en op een manier die moeilijk te onderbreken valt.
Wat is de theorie over hoe de overgang van gecontroleerd naar automatisch gebeurt van Logan (1988)?
Volgens hem worden al onze ervaringen in ons geheugen opgeslagen en hoe meer herinneringen we over een bepaald proces hebben, hoe vlugger we zo’n herinnering kunnen oproepen en gebruiken.
Welke verklaring geven Norman en Shallice (1986) voor het verschil tussen automatische en gecontroleerde processen?
Volgens hen hebben we schema’s voor vaak voorkomende taken. Deze schema’s worden uit het geheugen opgeroepen en leiden tot een automatische, stereotiepe uitvoering van de taken. Er is een controleproces nodig dat ingrijpt wanneer een schema in conflict komt met een ander schema dat geactiveerd wordt door omgevingsinformatie. Dit is het gecontroleerde proces en dit systeem is ook nodig om nieuwe schema’s aan te maken en te verfijnen, om fouten in de uitvoering van de schema’s te detecteren en om ervoor te zorgen dat het juiste schema gekozen wordt.
Wat is de Strooptaak?
De Strooptaak is de meest gebruikte taak om te zien of een proces automatisch verloopt. Bij deze taak moeten de proefpersonen zo snel mogelijk een reeks van kleuren hardop benoemen.