H4.1: Organisatie van het zenuwstelsel Flashcards
Noem onderdelen van het perifere zenuwstelsel
perifere ganglia, receptoren, perifere delen van spinale zenuwen en hersenzenuwen
Wat regelt het autonome zenuwstelsel?
interne zaken (bv. spijsvertering)
wat regelt het somatische zenuwstelsel?
aansturing
Noem twee soorten van zenuwstelselindeling
somatisch/autonoom en sensibel/motorisch
Waar bestaan de hersenen uit?
Telencephalon, diencephalon, mesencephalon, metencephalon, myelencephalon
wat houdt telencephalon in?
subcorticale kernen + (cerebrum=grote hersenen)
wat is diencephalon
tussenhersenen
naam voor middenhersenen
mesencephalon
wat houdt metencephalon in?
pons (verbinding grote en kleine hersenen), cerebellum (kleine hersenen)
waar bestaat de hersenstam uit?
middenhersenen, pons en medulla oblongata
noem de onderdelen van het centrale zenuwstelsel
telencephalon, diencephalon, cerebellum, hersenstam, ruggenmerg
term die in hersenen voor ventraal gebruikt wordt
rostraal
noem namen van windingen in hersenschors
gyri en sulci
waar bestaat grijze stof uit?
cellichamen, dendrieten, axonen, glia
waar bestaat witte stof uit?
gemyeliniseerde axonen