H4 Arm en rijk

Question 1

amerikanisering

Answer 1

Het verschijnsel dat op steeds meer plaatsen in de wereld uitingen van de Noord-Amerikaanse cultuur te zien zijn.

Question 2

communicatietechnologie

Answer 2

Moderne, digitale technieken die een snelle, goedkope en overal toegankelijke uitwisseling van berichten mogelijk maken.

Question 3

culturele globalisering

Answer 3

Proces waarbij er een grotere verwevenheid ontstaat tussen cultuurgebieden. Vooral het proces van amerikanisering speelt hierin een rol.

Question 4

cultuurgebied

Answer 4

Gebied met overeenkomsten in cultuur.

Question 5

diffusie

Answer 5

De verspreiding en vermenging van vernieuwingen of ideeën over landen en/of bevolkingsgroepen.

Question 6

economische globalisering

Answer 6

Globalisering waarbij de nadruk ligt op de groeiende internationale handel, de directe buitenlandse investeringen en de toegenomen betekenis van multinationals.

Question 7

global shift

Answer 7

Het verschuiven van het economische zwaartepunt op de wereld.

Question 8

internationale arbeidsverdeling

Answer 8

De verdeling van het werk over verschillende landen.

Question 9

lingua franca

Answer 9

Taal die op grote schaal als voertaal wordt gebruikt door mensen met een verschillende moedertaal.

Question 10

mondiaal netwerk

Answer 10

Wereldwijde langdurige en georganiseerde contacten en relaties tussen bedrijven, instellingen en mensen.

Question 11

nieuwe internationale arbeidsverdeling

Answer 11

De verdeling van het werk over verschillende landen, waarbij het hooggekwalificeerde werk in centrumlanden, maar ook deels in (semi)periferielanden gebeurt.

Question 12

productieketen

Answer 12

De schakels waaruit het productieproces van goederen bestaat, van grondstof tot eindproduct.

Question 13

tijd-ruimtecompressie

Answer 13

Proces waarbij de relatieve afstand tussen plaatsen daalt vanwege de moderne transport- en informatietechnologie.

Question 14

transporttechnologie

Answer 14

Moderne technieken waaronder digitale technologie, die het mogelijk maken goederen sneller, goedkoper en op grotere schaal te vervoeren en te distribueren.

Question 15

triade

Answer 15

De drie macroregio’s (westerse landen) waartussen de grote handelsstromen plaatsvinden.

Question 16

vrijhandel

Answer 16

Handel tussen landen die volledig plaatsvindt volgens de wetten van vraag en aanbod. Het tegenovergestelde van vrijhandel is protectionisme.

Question 17

wereldstad

Answer 17

Miljoenenstad die op mondiale schaal een rol van betekenis speelt op het gebied van de economie, de cultuur en de politiek. Heet ook metropool.

Question 18

relatieve afstand

Answer 18

De afstand in tijd, moeite en kosten.

Question 18

directe buitenlandse investering dbi

Answer 18

Investering van een buitenlandse investeerder in een bedrijf, die daardoor minimaal 10% van de aandelen of het stemrecht binnen het bedrijf heeft, waardoor de investeerder invloed kan uitoefenen op (het management van) het bedrijf.